Voorwoord
Hallo allemaal,
Naar aanleiding van verschillende forumdiscussies hier heb ik enkele weken geleden besloten mij meer
te verdiepen in de werking en de Persoon v/d Heilige Geest ten tijde van het Oude Testament. Ik heb
gekozen om mij uitsluitend te laten beïnvloeden door de Schrift zelf, dus zonder andere boeken en
verklaringen (hoe nuttig die vaak ook kunnen zijn!), en in de weken die achter mij liggen eenenvijftig
hoofdstukken -verspreid over negentien bijbelboeken- bestudeerd waarin gesproken wordt over het
werk van de Geest in een mens. Het eerste hoofdstuk was Genesis 41, het laatste Zacharia 12. Mijn
studie richt zich dus op de tijd vanaf circa 1900 v. Christus tot 518 v. Christus, een tijd van bijna 1400
jaar. Een periode, waarin vele verschillende bijbelschrijvers, geleid door dezelfde Geest als waarover ze
schreven, ieder op hun eigen manier een stukje hebben mogen laten zien van Wie de Geest is en Wie
Hij wíl zijn, van wat de Geest doet en wat Hij wíl doen. Ik wil proberen in het kort mijn bevindingen
proberen te delen en ik hoop dat er hier nog mensen zijn die er iets aan hebben en er over willen
doorpraten, het aanvullen of misschien wel bediscussiëren.
Verschillende uitdrukkingen
Voor het werk van de Geest gebruikt de bijbel verschillende uitdrukkingen. We lezen bijvoorbeeld dat
de Geest in iemand is (bijv. Mozes in gen. 41:38-39), dat de Geest iemand vervuld (bijv. Exodus
31:2-6, Deuteronomium 43:9), dat de Geest op iemand rust (Numeri 11:17,25-29) of dat de Geest
over of op iemand komt (bijv. Numeri 11:29, 1 Samuel 19:20-24, 1 Kronieken 12:18). Ook lezen we
soms dat de Geest vaardig wordt over iemand (bijv. Richteren 14:6) of dat Hij iemand aanvuurt
(bijv. Richteren 13:24-25). Soms zegt de schrift ook dat de Geest iemand bekleed (bijv. 2 Kronieken
24:20) of aan iemand wordt gegeven (bijv. Nehemia 9:20). Soms wordt de Geest uitgegoten (bijv.
Jesaja 32:15-17), uitgestort (bijv. Ezechiël 39:29, Zacharia 12:10), valt op/over iemand (bijv.
Ezechiël 11:1-5) of wordt op iemand gelegd (bijv. Jesaja 42:1). De Geest wordt soms in iemands
midden gesteld (bijv. Jesaja 63:10-14, Haggaï 2:6), komt in iemand (bijv. Ezechiël 2:2, 3:24) of
wordt in zijn/haar binnenste gegeven (bijv. Ezechiël 36:25-31).
De verschillende uitdrukkingen worden door elkaar gebruikt en krijgen vaak verschillende betekenissen.
Dit is ook niet verwonderlijk, daar we weten dat de behandelde Schriftgedeelten over een lange
periode door verschillende schrijvers zijn geschreven. Het heeft echter wel de consequentie dat we
niet naar aanleiding van de gebruikte uitdrukking kunnen stellen wat voor werk de Heilige Geest in
desbetreffend Schriftgedeelte verricht, of wat de diepte, duur of intensiviteit van dit werk is. Dit zal
dus naar aanleiding van de context bepaald moeten worden, en bied geen mogelijkheid om een
eventueel verschil mee aan te tonen tussen de intensiviteit of wijze waarop de Geest zowel in het
oude als het nieuwe Testament werkt en aanwezig is.
Verschillende werken
Ik ontdekte dat de Geest op zeer veel verschillende wijzen werkt in een mens. Ik kwam maar liefst
drieëntwintig verschillende werken tegen, alhoewel daarbij moet worden opgemerkt dat sommige
werken zeer nauw verband hebben. Deze hoop ik dan ook waar mogelijk als één integraal werk te
behandelen.
Ik kwam tot het volgende overzicht:
1. De Geest geeft wijsheid / verstand
2. De Geest geeft kennis
3. De Geest geeft kracht
4. De Geest geeft (helden)moed
5. De Geest geeft leiding
6. De Geest geeft steun
7. De Geest geeft leven
8. De Geest geeft recht
9. De Geest geeft rust tot in eeuwigheid
10. De Geest geeft veiligheid tot in eeuwigheid
11. De Geest neemt de vrees/angst weg
12. De Geest spreekt door de profeten
13. De Geest doet goed aan de oprechten
14. De Geest zal van de bekeerden niet wijken tot in eeuwigheid
15. De Geest strijd tegen zij die Hem bedroeven.
16. De Geest beschermt tegen vijanden
17. De Geest overtuigt van zonde
18. De Geest reinigt het hart
19. De Geest veranderd het hart
20. De Geest vernieuwd hart (en geest)
21. De Geest verzameld Gods volk
22. De Geest waarschuwt
23. De Geest bewerkt de ´vreze des Heeren´
Manifestaties
Ik ontdekte ook dat de Geest zich op verschillende wijzes manifesteerde. Ruwweg kan ik drie wijzes
onderscheiden, die ik Algemeen, Bijzonder en Openbaar heb genoemd. Omdat echter iedere term te
kort schiet heb ik geprobeerd ze zo goed mogelijk uit te leggen.
● Algemeen: Dit is de wijze waarop de Geest zich manifesteert in het leven van alle gelovigen.
Het is de vernieuwing van hart en Geest, de herschepping, de besnijdenis van het hart. Het is
dat werk, wat we tegenwoordig met nieuwtestamentische bewoordingen de wedergeboorte
zouden noemen, de doop in Christus (Kollossenzen 2:11-12, Romeinen 6:3 e.v.). Je komt deze
vorm bijvoorbeeld tegen in 1 Samuël 16:13-14, Job 32:8, Jesaja 11:1-2 [in profetische zin],
Jesaja 59:21, Ezechiël 11:19-24 [in profetische zin] en dergelijke.
● Bijzonder: Dit is een bijzonder werk of gave die de Heilige Geest -al dan niet tijdelijk- aan
bepaalde mensen toebedeeld. Je kan dan bijvoorbeeld denken aan de gaven van profetie, aan
de kracht van Simson of de heldenmoed van Otniël. Meestal geeft de Geest deze gaven aan
gelovigen, maar niet altijd. In bijv. Numeri 24:2, 1 Samuel 10:6,9-10 of 1 Samuel 19:20-24
lezen we dat ook ongelovigen -tijdelijk- deze gaven kunnen ontvangen.
● Openbaar: Dit is de vorm, die vooral bekendheid heeft gekregen door de manifestatie op de
eerste pinksterdag: ´´ En plotseling kwam er uit de hemel een geluid als van een geweldige
windvlaag en dat vervulde heel het huis waar zij zaten. (...) En zij werden allen vervuld met
de Heilige Geest en begonnen te spreken in andere talen, zoals de Geest hun gaf uit te
spreken.´´ (handelingen 2:2-4). Dit openlijke, massale werk van de Geest, wat dikwijls een
combinatie is van de eerder genoemde algemene en de bijzondere manifestaties en treft altijd
een groep mensen. Het is als het ware een uitstorting of een uitgieten v/d Geest, waarbij in
één moment velen door de Geest vervuld worden. We vinden -om bij het voorbeeld uit
Handelingen te blijven- het algemene werk (Handelingen 2:41) als ook het bijzondere werk (de
gave van de talen, Handelingen 2:1-4). In het oude testament komen we deze, overigs
zeldzame manifestaties, tegen in Numeri 11:17-29, 1 Samuel 10:6-10, 1 Samuel 19:20-24 en in
profetische zin in Ezechiël 39:29, Joël 2:28-29 en Zacharia 12:10.
Verschillende werken; nader beschouwd
De Geest geeft wijsheid, verstand en kennis
Als de Geest in iemand of op iemand komt, dan geeft de Geest wijsheid, verstand en/of kennis. We
lezen hiervan negen keer letterlijk dat dit gebeurd; het wordt bijvoorbeeld gezegd over Jozef (Genesis
41:38-39), over Bezáleël (Exodus 31:2-6), over Jozua (Deuteronomium 34:9), over alle mensen (Job
32:8), over de gelovigen (Spreuken 1:23) en over de Heere Jezus, in Jesaja 11:1-2. In ruimere zin zien
we dit werk, n.a. dat van wijsheid, verstand en kennis, nog veel vaker optreden; denk alleen maar aan
alle profeten, die allen door de Geest grote dingen te zien kregen.
De Geest geeft Kracht en (helden)moed
Deze werken van de Geest komen we vooral tegen in het boekje Richteren; we lezen het in de
hoofdstukken/verzen 3:9-10, 11:29, 13:24-25, 14:6,19 en tot slot in h. 15:12. Ezechiël schrijft er over
in Ezechiël 2:2 en 3:24, en Micha in Micha 3:8. Ook komen we het in profetische zin tegen bij Jesaja;
hij profeteert hier over de Heere Jezus (Jesaja 11:1-2), Die De Geest van Sterkte zal ontvangen. Er
lopen interessante parallellen tussen Micha en Jezus: beide ontvangen ze kracht om een zware
profetische taak te volbrengen, beide distantiëren keren ze zich scherp tegen de gevestigde orde;
Micha tegen de broodprofeten die het volk naar de mond praten (Micha 3:5-7), Jezus tegen het
zuurdeeg van de Farizeeën en Sadduceeën, Mattheus 16:11.
De Geest geeft leiding
De Geest geeft leiding; dit komen we tot drie keer toe tegen in Richteren (Hoofdstukken 3, 11 en 13), in 2
Kronieken 20:14-15, in Psalm 143:10 en Jesaja 48:16-17. We zien dat de Geest Zijn volk leid in ruimere
zin en specifiek ook de individuele gelovigen: De Heere HEERE heeft gezonden, Zijn Geest, Die u leid op
de weg die u gaan moet.
De Geest geeft steun
We lezen slechts één keer dat de Geest iemand ondersteund: dit is in Jesaja 42:1, waar Jesaja spreekt
over de Heere Jezus, die door de Geest gesteund wordt om tot de heidenvolken het recht te doen
uitgaan.
De Geest geeft leven / maakt levend
De Geest is ook diegene die levend maakt. In letterlijke zin (Psalm 104:27-30), maar ook in Geestelijke
zin, de transformatie van dode zondaren, in zichzelf dorre doodsbenen en droge woestijnen, die door
de Geest gemaakt worden tot fonteinen van levend water. Je leest erover in Jesaja 32:15-17 en in
Ezechiël 37:1-14 [beide in profetische zin].
De Geest geeft recht
De Geest is een Geest van recht. Specifiek werkt Hij zo in Zijn profeten (Micha 3:8) en werkt Hij als
een Geest van recht zo samen met de Zoon (Jesaja 42:1), Hij werkt ook recht en gerechtigheid in de
gelovigen (Jesaja 32:15-17).
De Geest geeft rust en veiligheid tot in eeuwigheid
Deze werken van de Geest hangen nauw samen met recht, zoals hiervoor genoemd. De uitwerking van
recht is rust en veiligheid tot in eeuwigheid voor Zijn Volk, zoals te lezen is in de eerder genoemde
tekst uit Jesaja 32 als ook in Jesaja 63:10-14. Als een paard in de woestijn struikelen zij niet, als een
dier dat in de vallei afdaalt, heeft de Geest van de HEERE hun rust gegeven.
De Geest neemt de vrees en angst weg
De Geest zorgt voor Zijn Volk, en wel zo dat Hij zelfs de angst en vrees wegneemt als dat nodig is. De
Geest zegt: Wees niet bevreesd en wees niet ontsteld. We lezen ervan in 2 Kronieken 20:14-15, en in
Haggaï 2:6.
De Geest spreekt door Zijn profeten
Wij hebben een God Die spreekt! Ettelijke keren lezen we hiervan, dat de Geest, dikwijls door profeten,
zich tot de gelovigen richt. Zie hiervoor bijvoorbeeld Numeri 11, 1 Samuel 10, Jesaja 59, Joël 2 en vele
andere Schriftplaatsen.
De Geest doet goed aan de oprechten
Mijn woorden zijn goed voor de oprechten (na. Micha 2:7). Een verdere uitwerking vinden we
bijvoorbeeld in Ezechiël 36, als ook in vele andere Schriftplaatsen. Ik zal.. verlossen.. vermeerderen..
en u tot een God zijn.
De Geest zal van de uitverkorenen niet wijken tot in eeuwigheid
De Geest zal voor eeuwig niet wijken van de Zijnen, en geeft ook rijke beloften aan hun nageslacht,
zoals bijv. te lezen is in Jesaja 59 v. 21: ..en Mijn woorden die Ik U in de mond gelegd heb, zullen uit
Uw mond niet wijken, ook niet uit de mond van Uw nakomelingen, evenmin uit de mond van de
nakomelingen van Uw nakomelingen, zegt de HEERE, van nu aan tot in eeuwigheid.
De Geest strijd tegen zij die Hem bedroeven
Hoe anders ziet het er uit voor diegenen die Hem bedroeven; de goede Geest veranderd in een vijand,
en is niet met hun, maar tegen hun! We lezen er van in Jesaja 63:
Zíj daarentegen zijn ongehoorzaam geworden
en hebben Zijn Heilige Geest bedroefd.
Daarom is Hij voor hen veranderd in een vijand,
Hij Zelf heeft tegen hen gestreden.
De Geest beschermt tegen vijanden
Dit werk hangt nauw samen met het vorige; de Geest strijd tegen de vijanden van God´s Volk. We
lezen ervan in Richteren 3:9-10, Richteren 11:29, 2 Kronieken 20:14-15 en in Jesaja 59 v. 19: Als de
vijand zal komen als een rivier, zal de Geest van de HEERE de banier tegen hem oprichten.
De Geest overtuigt van zonde
Op verschillende plaatsen in het oude testament lezen we dat de Geest, het zij via de wet, het zij via
de profeten of het zij rechtstreeks, overtuigt van zonde. Dit werk komt ook verschillende keren in het
nieuwe testament terug, bijv. in het Johannesevangelie als ook in de Romeinenbrief. We komen het in
het OT bijvoorbeeld bezig bij Zacharia, die door de Geest bekleed wordt en waardoor de Geest
vervolgens spreekt: Waarom overtreed u de geboden van de HEERE? (...) Omdat u de HEERE verlaten
hebt, zal Hij u verlaten. (2 Kronieken 24:20). We lezen het in Jesaja 4, waar de Heilige Geest Gods ´de
Geest van Oordeel en uitbranding´ wordt genoemd, en in Ezechiël 36, waar de Geest spreekt over de
wedergeboorte i.r.t. de overtuiging van zonden: Dan zal Ik u een nieuw hart geven en een nieuwe
geest in uw binnenste geven. Ik zal het hart van steen uit uw lichaam wegnemen en u een hart van
vlees geven. (...) U zult zich uw slechte wegen en uw daden die niet goed waren, herinneren. U zult
walgen van uzelf om uw ongerechtigheden en om uw gruweldaden. Een vergelijkbare uiting komen we
tegen bij Zacharia (hfst. 12:10). De HEERE beloofd de Geest van genade uit te storten en (...) Zij
zullen rouw bedrijven, als met de rouwklacht over een enig kind; en zij zullen over Hem bitter klagen,
zoals men bitter klaagt over een eerstgeborene. Tot slot lezen we ook van Micha (Micha 2:7) die in
de kracht van de Geest Jacob moet overtuigen van overtreding, en Israël van zonde.
De Geest reinigt, veranderd of vernieuwd hart (en geest)
Hiermee wordt meestal het bijzondere, krachtdadige werk bedoeld, wat van vleeselijk geestelijk maakt
en van dood levend, en wat in het nieuwe testament dikwijls als de wedergeboorte wordt aangeduid.
We lezen ervan in Ezechiël 11 en in Ezechiël 36: Ik zal hun één hart geven en een nieuwe geest in uw
binnenste geven. Ik zal het hart van steen uit hun vlees wegdoen en hun een hart van vlees geven.
Soms betekend het echter ook het tegenovergestelde: we lezen in Deuteronomium 2:30 dat de Geest
het hart van Sihon, de koning van Hesbon, verhard en zijn geest verstokt.
De Geest verzameld Gods volk bij elkaar en woont in hun midden
We lezen bijvoorbeeld dat de Heilige Geest Zijn Volk verzameld in Jesaja 34 v. 16: ..niet één van hen
zal er ontbreken, zij zullen elkaar niet missen, want Mijn mond heeft het zelf geboden en Zijn Geest
Zelf zal hen bijeenbrengen. Ezechiël krijgt hier iets van te zien in een visioen, zoals beschreven in
Ezechiël 37:1-14. Dat de Heilige Geest zélf in hun midden is lees je bijv. terug in 2 Kronieken 20:14-15
of Jesaja 63 v. 10-14: Hij is het Die Zijn Heilige Geest in hun midden stelde.
De Geest waarschuwt
Een ander werk van de Geest wat we vaak in de bijbel tegenkomen is het waarschuwen; de Geest
waarschuwt door Zijn profeten voor komende oordelen over de zonde. Letterlijk kom je dit werk tegen
in Nehemia 9 v. 30: Vele jaren hebt U hen door Uw Geest gewaarschuwd.
De Geest werkt de vreze des HEEREN
Dit is eigenlijk de levensheiligging, die door de Geest in de gelovige wordt gewerkt. We lezen erover in
Jesaja 11 v. 1-2: Op Hem zal de Geest van de HEERE rusten: (...) de Geest van de vreze des HEEREN.
Overige opmerkingen
Verder zijn er twee specifieke eigenschappen die mij zijn opgevallen tijdens mijn studie, die ik jullie niet
wilde onthouden:
● De Geest is een Persoon
● De Geest heeft een wil
Het tweede punt is natuurlijk een logisch gevolg op het eerste, maar toch wou ik het specifiek
noemen, omdat de bijbel dat ook doet. Beide eigenschappen komen vooral sterk naar voren in het
Bijbelboek Ezechiël. Ezechiël spreekt over de Geest als ´een Man, met iets met de vorm van een hand´
(hfst. 8:3) en als iemand die spreekt (bijv. hfst. 3:12-14, 11:1-5&19-24). In hoofdstuk 1:21-21
spreekt Ezechiël herhaaldelijk over de wil van de Geest. Het Schriftgedeelte laat zien dat de Geest een
wil heeft, en dat de gelovigen geleid worden door die goddelijke wil. Waar de Geest heen wilde daar
gingen zij, zij gingen waar de Geest heen wilde gaan.