In bevindelijk gereformeerde kring doet zich hier en daar een vermakelijk taalkundig verschijnsel voor, dat ik maar " het hulpwerkwoord 'komen te' " noem.
Hulpwerkwoorden zoals worden, hebben, zijn, hoeven, kunnen moeten, mogen, willen gebruiken we om een betekenis toe te voegen aan een ander werkwoord. Bijvoorbeeld: ' ik word opgehaald, ik hoef niet op te treden, ik kan langskomen, ik mag meedoen, ik wil spelen enz. enz.
Het werkwoord 'komen' kan ook zo gebruikt worden: ik kom buiten spelen.
Echter in preken uit voornoemde kring, heb ik al vaak de toevoeging 'komen te' gehoord.
Voorbeelden: ' Toen Hij mij kwam te overtuigen...' of (in een gebed): 'Och, of Gij ons nog zoudt komen te versterken'.
Ik heb de voorbeelden bewust in wat archaïsche zinsconstructies aangegeven, omdat ik denk dat ze ook alleen daar voorkomen.
Zijn er forum-bezoekers die dit herkennen? Zouden jullie nog andere voorbeelden kunnen komen te geven?
gravo