De afgelopen 8 jaar heb ik een soort knipperlichtrelatie met een vriend van me. We hebben in die ongeveer 2 maanden ‘officieel’ verkering gehad; hij maakte het uit zonder duidelijke redenen.
In de jaren daarna hebben we altijd contact gehad en verliep onze relatie met vele hoogte- en dieptepunten. Soms bijna weer verkering, soms flinke onenigheid. Maar altijd als we weer dicht bij elkaar kwamen, ‘rende’ hij heel hard weg. Totdat we weer bij elkaar kwamen, omdat we toch niet zonder elkaar konden.
Afgelopen jaar waren we, na een paar hele goede gesprekken, er van overtuigd dat het eindelijk toch kon tussen ons. Allebei verliefd, overtuigd van een toekomst samen. Het verleden uitgepraat en besloten rustig aan te doen, maar wel weer samen verder te gaan.
Hij zou eerst een half jaar naar de andere kant van de wereld gaan voor z’n werk, en terwijl hij daar was hebben we besloten dat ik daar 4 weken heen zou gaan voor een vakantie. Zo konden we onze nieuwe relatie mooi en uniek beginnen, want hoe vaak krijg je zo’n kans.
Alles leek erg mooi, ook toen hij weg was. Verlangen naar elkaar en uitzien naar een toekomst.
Helaas, toen ik daar één week was, kwam hij erachter dat hij het echt niet kon. Het spaans benauwd kreeg als ‘iemand’, in dit geval ik, te dicht bij kwam. Dat lijkt ook de verklaring te zijn voor de afgelopen jaren, een vorm van bindingsangst?
En hoe dan verder? Hij wil geen hulp, maar beseft wel dat het een serieus probleem is.
Wat is er aan te doen? Kan ik hem overtuigen dat ‘ie hulp nodig heeft? Niet eens voor mezelf, maar vooral voor hem.
En nu willen we verder als vrienden. Omdat we toch een bijzondere vriendschap hebben opgebouwd in de afgelopen jaren. Maar ook dat doet pijn, want de chemie is er nog steeds.
Hebben jullie ervaring met bindingsangst of een ‘goede vriendschap’ na rare relaties?