De boom der kennis was bedoeld als een toets voor hun gehoorzaamheid en liefde tot God. God had hun van alles wat de hof bood, slechts één ding verboden; maar als ze Zijn wil in dit opzicht zouden veronachtzamen, zouden ze de schuld van de overtreding op zich laden.
Satan zou hen niet overal met zijn verzoekingen achtervolgen; alleen bij de verboden boom kon hij hen benaderen.
Als ze zouden trachten de aard ervan te onderzoeken, zouden ze blootstaan aan zijn listen.
De engelen hadden Eva gewaarschuwd zich niet te verwijderen van haar man, terwijl ze bezig waren met hun dagelijks werk in de hof; in zijn nabijheid zou ze niet zo licht blootstaan aan de verleiding dan wanneer ze alleen zou zijn. Maar terwijl ze geheel opging in haar aangename bezigheid, dwaalde ze ongemerkt van hem af. Toen ze merkte dat ze alleen was, voelde ze zich niet langer veilig, maar ze zette haar vrees opzij, met de gedachte dat ze wijs en sterk genoeg was om het kwaad te onderscheiden en het te weerstaan. Zonder te denken aan de raad van de engelen stond ze al spoedig bij de verboden boom, die ze met een gemengd gevoel van nieuwsgierigheid en bewondering gadesloeg. De vruchten waren prachtig, en ze vroeg zich af waarom God verboden had ervan te eten.
Nu nam de verzoeker zijn kans waar. Alsof hij wist wat ze dacht, zei hij tot haar: "God heeft zeker wel gezegd: Gij zult niet eten van enige boom in de hof?" Eva was verrast en opgeschrikt toen ze haar gedachten hoorde uitspreken. Maar de slang ging door op welluidende toon, terwijl ze haar schoonheid prees; en haar woorden behaagden haar. In plaats van te vluchten van de plaats bleef ze dralen, terwijl ze zich verbaasde over het spreken van de slang.
Op de verleidende vraag van de verzoeker gaf ze ten antwoord: "Van de vrucht van het geboomte in de hof mogen wij eten, maar van de vrucht van de boom, die in het midden van de hof staat, heeft God gezegd: Gij zult daarvan niet eten noch die aanraken; anders zult gij sterven. De slang echter zeide tot de vrouw: Gij zult geenszins sterven, maar God weet, dat ten dage, dat gij daarvan eet, uw ogen geopend zullen worden, en gij als God zult zijn, kennende goed en kwaad."
Door van de vrucht te eten zouden ze volgens hem tot een hogere trap van ontwikkeling klimmen en meer kennis verkrijgen.
Zelf had hij van de verboden vrucht gegeten en bijgevolg kon hij nu spreken. En hij deed het voorkomen alsof de Here deze kennis van hen weerhield uit angst dat ze aan Hem gelijk zouden worden. Op grond van de wonderlijke eigenschappen van de vrucht, waardoor wijsheid en macht hun deel zouden worden, had Hij hun verboden ervan te eten, of de vrucht zelfs maar aan te raken.
De verzoeker vertelde, dat de goddelijke waarschuwing niet werkelijk vervuld zou worden: God had slechts de bedoeling hen af te schrikken. Hoe was het mogelijk, dat ze zouden sterven? Hadden ze niet van de boom des levens gegeten? God wilde hen alleen weerhouden zich verder te ontwikkelen en een groter geluk te leren kennen.
Van de dagen van Adam af tot nu toe is dit satans werk geweest, en hij heeft veel succes gehad. Hij verzoekt mensen om aan Gods liefde te wantrouwen en Zijn wijsheid in twijfel te trekken. Hij probeert gedurig een geest van oneerbiedige nieuwsgierigheid op te wekken, een rusteloos, weetgierig verlangen om door te dringen in verborgenheden van goddelijke wijsheid en macht. Velen hebben in hun streven om uit te vinden wat God verborgen heeft gehouden, de waarheden over het hoofd gezien, die Hij geopenbaard heeft en die noodzakelijk zijn voor de zaligheid.
Satan verleidt mensen tot ongehoorzaamheid door hen te doen geloven dat ze wonderlijke vlakken van kennis ontdekken. Maar dit alles is misleiding. Opgeblazen door hun ideeën van vooruitgang plaatsen ze, door het verwaarlozen van Gods voorschriften, hun voeten op het pad dat leidt naar ondergang en dood. Satan maakte het onschuldige paar wijs dat ze er beter van zouden worden als ze de wet van God zouden overtreden.
Horen wij heden niet een soortgelijke redenering? Velen hebben het over de bekrompenheid van hen die Gods geboden gehoorzamen, terwijl ze voorgeven ruimere opvattingen te hebben en grotere vrijheid te genieten. Dit is een echo van de stem uit het paradijs: "Ten dage, dat gij daarvan eet, zult gij als God zijn."
Satan beweerde dat hij er baat bij gevonden had door te eten van de verboden vrucht, maar hij zei niet dat hij door overtreding uit de hemel verdreven was. Hoewel hij had ontdekt dat zonde een onzegbaar verlies met zich brengt, verborg hij zijn eigen ellende om anderen in dezelfde positie te brengen. Zo kan ook nu de overtreder trachten zijn ware karakter te verbergen; hij kan voorgeven dat hij heilig is; maar zijn verheven belijdenis maakt hem des te gevaarlijker als bedrieger. Hij staat aan de kant van satan, door de wet van God te overtreden, en anderen ertoe te brengen hetzelfde te doen, met als gevolg eeuwige ondergang.
Eva geloofde werkelijk wat satan zei, maar dit geloof redde haar niet van de straf op de zonde.
Ze wantrouwde Gods woorden, en dit veroorzaakte haar val. In het oordeel zullen mensen niet veroordeeld worden omdat ze te goeder trouw een leugen geloofd hebben,
maar omdat ze de waarheid niet hebben geloofd, omdat ze verzuimd hebben de waarheid te leren kennen. Ondanks de drogredenen van satan, is het altijd noodlottig God ongehoorzaam te zijn. Alle lessen die God in Zijn woord heeft gegeven, zijn bedoeld voor onze lering en vermaning. Ze zijn gegeven om ons te behoeden voor bedrog. Door deze lessen in de wind te slaan brengen we verderf over onszelf. Alles wat strijdig is met Gods Woord, is zeker afkomstig van satan.
Satan verheugde zich over zijn overwinning. Hij had de vrouw ertoe gebracht Gods liefde te wantrouwen, te twijfelen aan Zijn wijsheid, en Zijn wet te overtreden, en door haar had hij de ondergang van Adam bewerkstelligd.
Maar de grote Wetgever zou aan Adam en Eva de gevolgen van hun overtreding bekendmaken.
De stroom van ellende die volgde op de overtreding van onze stamouders wordt door velen beschouwd als een te zware straf voor zo'n gering vergrijp; en ze trekken de wijsheid en rechtvaardigheid van God in Zijn handelwijze met de mens in twijfel.
Wanneer ze echter dieper op deze vraag zouden ingaan, zouden ze bemerken dat ze dwalen. God schiep de mens naar Zijn eigen beeld, vrij van zonde. De aarde zou bevolkt worden met wezens die slechts een weinig minder dan de engelen waren; maar hun gehoorzaamheid moest beproefd worden; want God wilde niet dat de wereld gevuld zou worden met mensen die Zijn wet minachtten. Toch werd Adam niet aan een zware proef onderworpen. En juist omdat de proef zo licht was, werd de zonde zo zwaar aangerekend. Als Adam deze lichte toets niet kon doorstaan, zou hij zeker geen stand gehouden hebben als hem een grote verantwoordelijkheid was opgelegd.
Velen die leren dat Gods wet niet langer bindend is voor de mens, beweren dat men onmogelijk aan de eisen ervan kan voldoen. Maar als dit waar zou zijn, waarom werd Adam dan gestraft? De zonde van onze stamouders bracht schuld en verdriet over de wereld, en zonder Gods goedheid en barmhartigheid zou de mens aan de wanhoop zijn prijsgegeven. Laat niemand zichzelf bedriegen. "Het loon dat de zonde geeft is de dood." (Romeinen 6:23)
Gods wet kan nu evenmin straffeloos overtreden worden als in de tijd dat het vonnis werd uitgesproken over de vader van het mensdom.
De hof van Eden bleef nog lang op aarde nadat de mens hieruit verdreven was. Het gevallen mensdom kon nog lange tijd zien op het tehuis der onschuld, waarvan de ingang werd afgesloten door engelen. Aan de door engelen bewaakte poort van het paradijs werd Gods heerlijkheid geopenbaard. Hierheen kwamen Adam en zijn zonen om God te aanbidden. Hier vernieuwden ze hun beloften om te gehoorzamen aan die wet waarvan de overtreding hen uit het paradijs verdreven had.
Toen de ongerechtigheid de wereld steeds meer vulde en de goddeloosheid van de mensen oorzaak was van hun ondergang door de zondvloed, nam de hand die de hof van Eden geplant had, deze hof weg van de aarde. Doch wanneer eenmaal alles hersteld zal worden, als er een nieuwe hemel en nieuwe aarde zullen zijn, zal deze hof heerlijker dan ooit hersteld worden.
Dan zullen degenen die Gods geboden bewaard hebben, zitten onder de boom des levens; en in alle eeuwigheid zullen de bewoners van zondeloze werelden in die prachtige hof een voorbeeld zien van Gods volmaakte schepping, onberoerd door de vloek der zonde - een voorbeeld van wat deze aarde zou zijn geweest als de mens had beantwoord aan het heerlijk plan van de Schepper.
www.agp-internet.com een gedeelte uit Patriarchen en Profeten”
Jes 8: 20: Tot de wet en tot de getuigenis! Voor wie niet spreekt naar dit woord, is er geen dageraad. King James: Dit komt, omdat er in hen geen licht is.