‘Staat, pak kerk aan die homo’s weigert’
AMSTERDAM - De overheid moet kerken erop aanspreken dat ze homoseksuelen moeten toelaten tot avondmaal en mis, en vrouwen tot de ambten. Dat schrijven theoloog Ruard Ganzevoort en socioloog Dick Pels in De Groene Amsterdammer.
,,Godsdienstvrijheid is geen argument om grondrechten te ondermijnen'', aldus Ganzevoort en Pels. ,,De overheid moet hier niet alleen duidelijke juridische grenzen stellen, maar ook een stevig moreel appel uitdragen, ook wanneer het gaat om de positie van vrouwen en homo's in de orthodoxe delen van christendom en islam.''
Ganzevoort is hoogleraar praktische theologie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en lid van GroenLinks. De socioloog Pels leidt het wetenschappelijk bureau van die partij.
Zij beschouwen de democratie als een levensbeschouwing op zich, niet als een neutraal model waarbinnen levensbeschouwingen een fatsoenlijk gesprek met elkaar kunnen aangaan. ,,Het gaat bij democratie niet alleen om het reguleren van de macht of de keuze van de meerderheid; het gaat juist om een inhoudelijk gevulde visie op mens en samenleving.'' Alle levensbeschouwingen vertegenwoordigen zo hun waarden, maar de democratie vertegenwoordigt ,,hogere waarden'', aldus Ganzevoort en Pels.
Daarom vinden ze dat de staat zich ook moet bemoeien met wat er in de kerken gaande is. Volgens de auteurs is de scheiding van kerk en staat ooit in het leven geroepen om te zorgen dat kerk en staat niet over elkaar gaan heersen. ,,In een tijd waarin kerken een maatschappelijke machtsfactor waren, was dat ook van belang, maar het vraagt nieuwe doordenking in onze plurale postverzuilde samenleving. Daarin zal de overheid de kaders moeten aangeven waarbinnen religieuze vrijheden zijn gewaarborgd.''
Naar de overtuiging van Ganzevoort en Pels blijft daarmee de scheiding van kerk en staat overeind; ze wordt alleen anders ingevuld. ,,Een kerk (of moskee) mag haar interne leven organiseren zoals het haar goeddunkt. Maar men heeft wel wat uit te leggen als men ingaat tegen basisprincipes als het verbod op discriminatie op grond van ras, geslacht of seksuele geaardheid.''
Januskop
Volgens de schrijvers is religie een verschijnsel met een januskop. ,,Het christendom kent een zelfkant van discriminatie, vernedering en mishandeling.''
Homo's binnen en buiten de kerk zijn volgens Ganzevoort en Pels geroepen fel te protesteren tegen ,,deze discriminatie, zeker als dit leidt tot intimidatie en (seksueel) geweld''.
Maar ze zullen ook moeten leven met het feit dat niet iedereen hun kritiek zal overnemen. ,,Dat orthodoxe christenen, joden en moslims homoseksualiteit blijven afwijzen als een ziekte en een zonde, zullen we in een democratische samenleving tandenknarsend moeten tolereren en tegelijkertijd fel moeten blijven bestrijden.''
(Bron: ND)
Gisteren kwamen de citaten in dit artikel op mij over als een pleidooi voor de totalitaire staat, waarin je niet zelf meer mag uitmaken wat je over bepaalde zaken denkt.
Maar als ze het laten bij aanspreken en dialoog vind ik dat prima. Dat er bepaalde onoverbrugbare verschillen bestaan tussen wat gangbaar is in onze seculiere cultuur en de orthodoxe kerken, is voor mij een duidelijke zaak. Daar is ook niet aan te tornen, want anders worden we gedwongen tot vrijzinnigheid.
Toch staan er in dit artikel termen, die mij niet aanstaan. Zoals de titel: een regelrechte oproep tot aanpakken. Waar denkt de staat zijn gezag op te baseren? Op het menselijke onderbuikgevoel van vandaag? Dat idee heb ik er veelal wel van. Maar dan belandt je toch op de golven van het menselijke subjectivisme? Geeft het zien van het gezag als instelling van God niet een veel stevigere basis? Nee, dan is de mens opperkoning af, dat is waar. Dan heeft hij verantwoording af te leggen. Maar dan heb je wel een valide basis voor gezag.