Pietpiet,
Nog even over die onfeilbaarheid. Sinds wanneer geldt die eigenlijk. Je weet, dat de RKK op een gegeven moment (nog niet eens zo heel lang geleden) ook plotseling iets onfeilbaar begon te noemen. Te weten de "ex cathedra" gesproken woorden van de Paus. Heb ik nooit zoveel mee opgehad. Ten eerste omdat het nogal pretentieus is. Iedereen zou de integriteit moeten hebben om het betrekkelijke van eigen denken en spreken in te zien. te tweede, omdat het zo'n raar fenomeen is, dat die onfeilbaarheid er vanaf een bepaald moment is. Wat te doen met al die pauselijke uitspraken van voor het dogma van de onfeilbaarheid.
terug naar de onfeilbaarheid van de Bijbel. Sinds wanneer geldt die eigenlijk. na het schrijven van het eerste boek (welke boek is dat overigens?)? Na het schrijven van de Thora? Na de toevoeging van de profeten, psalmen en historische geschriften? Of gekldt de onfeilbaarheid op het moment, dat ook het NT aan de canon wordt toegevoegd. let wel, aan de christelijke canon. Het jodendom houdt vast aan Tenach. Is die Tenach, zonder NT dus, nu ook onfeilbaar of is OT, zoals wij het noemen, niet onfeilbaar zonder het NT er in te begrijpen?
Bovendien, hoe is de relatie tussen de werkelijk uitgesproken woorden van Jezus en bijvoorbeeld de aantoonbaar later ter schrift gestelde brieven en boeken van iemand als Paulus. Zijn ze beiden op gelijke wijze onfeilbaar? En maakt het voor het gezag van de canonieke boeken dus niets uit of we Jacobus lezen of het Evangelie van Marcus? Algemeen wordt door de wetenschap (en met zeer goede argumenten) aangenomen, dat marcus van de 4 het oudste Evangelie is en dat Luca en Mattheus beiden, maar elk op andere wijze Marcus gebruikt hebben voor hun eigen Evangelie. Is de onfeilbaarheid van Marcus nu toe- of afgenomen. Wat te denken van de weglatingen en de toevoegingen, die schrijvers van Mattheus en Lucas hebben gedaan?
En dan nog wat. pas na een paar eeuwen heeft de dan inmiddels groter gegroeide christelijke kerk na veel discussie de canon vastgesteld. Grote kerkleiders verschilden op sommige punten over de canoniciteit. Zo is heel lang nog het geschrift Herder van Hermas tot de canon gerekend. Maar plotseling, toen tot definitief tot de canon was besloten, werd dit geschrift een wegwerpexemplaar. Hoe kunnen onfeilbaarheid en schroothoop zo dicht bij elkaar liggen?
En tot slot, ik zal je er niet mee vermoeien, maar dan zijn nog de talloze interpretaties van die onfeilbare teksten te noemen. Op vele manieren zijn de bijbelgedeelten in de loop van de geschiedenis door gelovigen geduid. Waarom is dit nodig, wanneer we het hebben over onfeilbare teksten. Ofwel, deze onfeilbare teksten zijn zo duister en onbegrijpelijk, dat we ze niet kunnen snappen. Maar dan is lke interpretatie een slag in de lucht. Ofwel deze onfeilbare teksten staan de mogelijkheid toe tot diverse interpretaties. In dat geval kunnen de teksten zowel het een als het ander bedoelen. Als dat het geval is, hoe verklaar jij zo'n multi-interpretabel karakter van de tekst dan, als je tegelijkertijd de tekst voor onfeilbaar houdt. Bestaat die onfeilbaarheid er dan in, dat er met recht duizend verschillende opvattingen, miljoenen verschillenden christenen en honderden kerken ut voort kunnen komen, die de Schrift net allemaal wat anders uitleggen?
Kortom, voor mij is het woord "onfeilbaar" zo'n onhanteerbaar groot begrip, dat w e niets mee kunnen, behalve dan dat zo'n term je eigen opvatting ondubbelzinnig zou moeten bevestigen en schragen: "Ik zeg wat de Bijbel zegt. En die heeft altijd gelijk. Dus ik ook".
Zo'n redenering komt naar mijn gevoel nooit zo sterk over.
Kern van mijn vraag is dus: staat de "onfeilbare" Bijbel meerdere interpretaties toe en wie zou dan eventuele welke onfeilbare grens moeten trekken tussen al die verschillende interpretaties? Moeten de Dordtse Leerregels nu werkelijk uitsluitsel geven of onze evangelische broeders en zusters het bij het rechte eind hebben. Of moet de Congregatie voor de Geloofsleer in Rome nu het definitieve oordeel vellen over de Ooster-Orthodoxe Christenen. Of moet een moderne theoloog nu gaan zeggen wat er goed en fout is aan de geloofsleer van de Hernhutters? Wie hanteer die onfeilbaarheid in de praktijk? Lopen we niet het gevaar, dat wanneer we dit begrip in de mond nemen, we onze eigen plaatselijk onfeilbaarheid Anno Domini 2009 creeren en zo de splinter wel zien in de RKK (met zijn onfeilbare uitspraken van de Paus). maar de balk in eigen oog niet meer.
Werden de praktische zwart-wit vragen, die men op Jezus afvuurden niet beschreven als verzoekingen: over de scheidbrief, over de belastingheffing, over de zonde die iemand gedaan zou hebben als gevolg waarvan hij ziek was geworden. Allemaal vragen aan Jezus om Hem te verzoeken. Ligt er in het antwoord van Jezus al niet een opvallende waarschuwing om geen letterknecht te worden en oog te hebben voor een wijze en op de geest van de Wet gebaseerd oordeel? Met andere woorden, blijkt Jezus zelf ook niet in grote vrijheid met de Schrift te zijn omgegaan (...er staat geschreven (...), maar ik zeg u...). De Schrift was hem lief, maar Hij was heel ver verwijderd van het mechanische openbaringsbeeld, dat we later bij de Islam tegenkomen, waarbij het Woord letterlijk uit de hemel komt vallen. Je zou kunnen zeggen: het Woord wordt in de Islam Boek.
Maar in het christndom belijden we wat anders: het Woord wordt Vlees. Dat is veel levendiger, dynamischer en interpretatiever. We moeten ons terdege bewust zijn van het feit, dat in het christendom zowel de Schriften als Jezus Christus het Woord van God worden genoemd. Het openbaringsidee is ruimer en van groter diepgang en met meer interpretatiemogelijkheid dan in de Islam. Die erfenis hebben we van het Jodendom. Zeggen de rabbijnen niet dat elke bijbeltekst wel 70 uitleggingen kent. Die kun je natuurlijk allemaal waardevol noemen, maar je kunt ze niet allemaal onfeilbaar noemen. Het minste feilen van een van deze uitleggingen is namelijk wel, dat ze alle andere uitleggingen missen.
We moeten opletten, dat we in onze openbaringsopvatting niet teveel nadruk leggen op de Schriften. In ons huidige wetenschapelijke klimaat blijkt die Schrift namelijk gewoon onderhevig te zijn aan allerlei onderzoeksmethoden, waarbij we ontdekken dat de Bijbel eerst en vooral een gedegen en intensief menselijk handwerk / vakwerk is. Dat we daarvan geloven, dat deze mensenhanden geinspireerd zijn, daar kan ik goed mee leven. Maar we kunnen niet uitvlakken, dat we het ook gewoon als een historisch document kunnen bestuderen. Dat doen we dan kritisch, dat wil zeggen: grondig en met alle opties open. Een vraag uit de historisch kritische onderzoeksmethode zou bijvoorbeeld kunnen zijn: voor wie schrijft de schrijver van het Mattheus-evangelie nu eigenlijk? En zouden die beoogde lezers ook niet van invloed hebben kunnen zijn op de wijze waarop deze schrijver schrijft. En kunnen we iets daarvan ook nog terugvinden in de tekst? Ja, dat kan. En als we dat dan vinden, hebben we een resultaat dat in het algemeen ongeveer zo luidt: waarschijnlijk heeft de schrijver van Mattheus hier dit en dat ingevoegd, omdat de situatie waarin hij verkeerde (of waarin zijn lezers misschien verkeerden) zus en zo was. That's all. Zo werken deze methodes. Je voelt wel, dat dit hele logische en begrijpelijke ontdekkingen zijn, die echter maar moeilijk met een algemeen begrip "onfeilbaar" samengaan. Hoezo onfeilbaar? We hebben zo'n vermoeden hoe een bepaald tekstgedeelte tot stand is gekomen. Wat heeft dat met onfeilbaarheid te maken? Hoe kunnen wij nu de goddelijke componenet van dit deel van het Woord van God benoemen. Onmogelijk. Je kunt dat alleen maar geloven. Maar ondertussen hoef je logische verklaringen en ontdekkingen niet te verdonkeremanen.
gravo