Dag Tijn,
In mijn openingsposting heb ik mijn sympathie uitgesproken voor de poging, die Arjan Baan doet om de kern van het probleem in bevindelijk gereformeerde kring van dit moment aan de orde te stellen. Mijn bezwaar is echter, dat hij erg aansluit bij het probleem, dat deze kerken zelf hebben ontwikkeld en dat in het wereldwijde christendom nooit zo sterk op de spits is gedreven. Ik vind, dat men met de leiders van bevindelijk gereformeerde kring niet de discussie aan moet gaan hoe het nu precies zit met de verhouding verkiezing en verantwoordelijkheid van de mens, omdat men alleen bij het voeren van deze discussie al terechtkomt in de oeverloosheid, waarmee deze kerken de discussie nu al meer dan 10 jaar voeren.
Dat komt, omdat men deze discussie voorziet van een giftige angel, namelijk de (soms onuitgesproken) vasttselling, dat slechts een klein aantal mensen zalig zal worden. Het staat zo niet op papier, maar in feite is dit het enige belangrijke geloofsartikel, waarop de leer van met name de Ger. Gem. nieuwe stijl (= nieuw-conservatief) en de ger. gem. in Ned. is gebaseerd. De grote hamvraag in deze kerken is en blijft die naar het al dan niet wedegeboren worden binnen de context van de velen die verloren gaan en de weinigen die genade ontvangen. De toets van deze stelling ligt in het antwoord, dat mensen direct of indirect ontvangen op de vraag " kerk, accepteert u mij als wedergeboren kind van God of niet?". Mijn conclusie moet helaas zijn, dat dit antwoord voor het overgrote merendeel van de mensen negatief uitvalt. En daarom beziet men zichzelf ook niet als zodanig. De angel is dus de aanname, dat er veel meer mensen verloren zullen gaan, dan dat er zalig zullen worden. Dit is onwrikbaar en bepaalt elk gesprek over geloof, God en verkondiging. Als dit inmiddels anders ligt in de Ger. Gem. (in Ned.) zou dit de identiteit van deze kerkverbanden totaal hebben ontmanteld. Ik vrees, dat dit nog niet het geval is.
Voor mij heeft het ingaan op de discussie over aanbod van genade <> wedergeboorte of verkiezing <> verantwoordelijkheid van de mens dan ook totaal geen zin, zolang op de achtergrond het identiteitsbepalende geloofsartikel blijft bestaan. Deze "wetenschap" gijzelt het debat namelijk.
Daarom heb ik opgeroepen om iets anders centraal te stellen, namelijk dat wat in de Vroege Kerk zo'n enorme aantrekkingskracht en groei veroorzaakte: de eenvoudigheid van gewone christenen, die in een goed en vroom leven anderen hielpen en vrijmoedig getuigden van het geloof in Jezus Christus. Daar hoort geen felle polemiek bij, maar een wijze en rustige houding, die het alternatief kan bieden tegen de koortsachtige discussies, de onontwarbare theologische haarkloverijen en de daarbij behorende teleurstellingen en angst. Wie kan er nu leven met de gedachte, dat hij of zij verdoemelijk is voor God en dat het enige middel tot behoud hoogstwaarschijnlijk niet voor hem of haar is weggelegd? Nooit en nergens geaccepteerd te worden als kind van God of als een mens, die genade in de ogen van God ontvangen heeft, maakt een mens stil, teruggetrokken, wantrouwend, hardvochtig of losbandig. Dan blijft alleen dit leven over en worden het (ondanks alle orthodoxe rituelen, voorschriften, gewoontes en plechtigheden) de materiele dingen, die nog enige voldoening en bevrediging aan het leven moeten geven. De geestelijke dingen worden ontkend, genegeerd, niet geaccepteerd en daarmee feitelijk uit het leven van de mensen gebannen.
De grootste bevrijding voor mensen, die zich hebben stukgebeten op de genoemde discussies is het geaccepeerd worden als kind van God. Zo zou Arjan Baan de mensen in eerste instantie moeten benaderen.
Door aan te geven, dat heel veel mensen wel kinderen van God zijn (ondanks de soms scherpe ontkenning daarvan door de kerkleiding of door de mensen zelf).
Want zo denk ik er over: er zijn heel veel zeer serieuze mensen in deze kerkverbanden, die hun hele ziel en zaligheid gelegd hebben in het zoeken naar God. Deze mensen hebben God ook vaak gevonden en leven in dankbaarheid en vroomheid. Zij zijn kinderen van God en kennen de ruimte van de genade. Maar om allerlei redenen gaan ze toch mee in de dominantie van de ontkenning hiervan. En dat lijkt in die kringen heel vroom en waar, maar in feite is het een ongezonde ontkenning van de reikwijdte en de kracht van de verkondiging van Gods Woord. Er zijn veel meer ware christenen in de bevindelijk gereformeerde kerken, dan deze christenen zelf (durven of mogen) zeggen.
Het lijkt mij de taak van Arjan Baan en zijn stichting om vooral deze positieve benadering, waarin acceptatie en erkenning doorklinkt, te gebruiken in de contacten met mensen van bevindelijk gereformeerde kring. Ze zijn door een harde leer hard aangepakt, deze kinderen van God. Daarom een voorzichtige, vriendelijke toon.
gravo
Tijn schreef:Gravo, ik ben benieuwd of je buiten deze brief ook Arjan Baan en Heartcry kende, dat betwijfel ik ten zeerste. Want de zaken die je schrijft over dat hij ook buiten de reformatorische kerken moet kijken, dat doet Arjan Baan en Heartcry zeker te weten. En ook buiten NL heeft hij vele contacten met kerken.
Ik heb zelf de brief van Arjan niet gelezen, maar in zoverre ik hem ken, weet ik dat hij er juist voor pleit dat mensen de persoonlijke relatie met God ontwikkelen en dat hij daarin 'kerkelijke', maar ook 'niet-kerkelijke' mensen wil bereiken, want ik ben verschillende malen met Arjan wezen evangeliseren bij reformatorische en seculiere uitgaansgelegenheden. En over de soberheid (t.o.v. materialisme) die je ter sprake brengt, die kent hij ook zeker wel.