Berichtdoor Cicero » 11 feb 2008 11:39
Uit het ND vandaag:
Een tijd van beproeving kan leerzaam zijn
door onze redacteurDaniël Gillissen
Het Nederlands Dagblad schetste zaterdag de uittocht uit de Gereformeerde Gemeenten in de afgelopen vijftig jaar. Predikant drs. C.J. Meeuse en socioloog dr. C.S.L. Janse bleven het kerkverband trouw en reageren.
GOES/APELDOORN - Ds. C.J. Meeuse stond in de jaren zeventig - net als tienduizenden leden van de Gereformeerde Gemeenten de laatste decennia - voor de keuze: weggaan of blijven. ,,Ik had in Utrecht mijn kandidaatsexamen aan de rijksuniversiteit gedaan, maar was door het curatorium van de Gereformeerde Gemeenten in Rotterdam afgewezen. Mij werd gevraagd over te komen naar de Hervormde Kerk. Daar kon ik meteen de kansel op.''
Meeuse zette die stap echter niet. Hij zegt dat hij ,,van hogerhand is tegengehouden''. ,,Daar ben ik tot op de dag van vandaag dankbaar voor. Het was een leerzame omweg. Ik moest en moet nog steeds leren wat onwaardigheid en onbekwaamheid is voor het ambtelijk werk.''
Zo'n zestigduizend leden hebben de afgelopen vijftig jaar de Gereformeerde Gemeenten verlaten, becijferde socioloog dr. C.S.L. Janse onlangs. Onder hen zijn tientallen theologen, zoals zaterdag bleek uit een inventarisatie in het Nederlands Dagblad . Meeuse vindt dat opvallend veel. ,,Onder hen die weggingen zijn er die, menselijkerwijs gesproken, ook tot zegen hadden kunnen zijn binnen de Gereformeerde Gemeenten. Jammer dat ze niet konden wachten. Een tijd van beproeving - denk aan David of Saulus van Tarsen - kan een gezegende tijd zijn. Het is positief als deze predikanten nu in de Protestantse Kerk in Nederland een schriftuurlijk-bevindelijke prediking brengen. Als gemeenten goede leiding krijgen voor het geestelijk leven, mogen we daar blij om zijn. Maar dat zij in de breedte van dit kerkverband kunnen werken, begrijp ik niet.''
Volgens socioloog dr. C.S.L. Janse, lid van de Gereformeerde Gemeente in Apeldoorn, is het verklaarbaar dat de Gereformeerde Gemeenten veel theologen hebben voortgebracht. ,,In het kerkverband bestaat een vrij grote betrokkenheid op kerk en godsdienst.''
Daardoor groeit bij relatief veel mannen het verlangen predikant te worden. Maar de toelatingsprocedure is streng. ,,Het water van de Boezemsingel (waaraan de Theologische School in Rotterdam is gevestigd, red.) is voor velen te diep. Dat verklaart dat relatief veel theologen het kerkverband verlaten hebben.'' Janse tekent er wel bij aan dat ook anderen het kerkverband hebben verlaten; theologen stonden alleen na hun overstap vaak ,,meer in de schijnwerpers''.
Bewaard
Meeuse ziet bij de uitgetreden theologen grote verschillen. ,,Sommigen die weggingen, verkondigen duidelijk een andere boodschap dan die ze in de Gereformeerde Gemeenten hebben gehoord. Er zijn immers predikanten bij die uitgaan van een verondersteld geloof. Zij vinden wedergeboorte niet meer nodig. Iedereen kan begrijpen dat de Gereformeerde Gemeenten blij zijn dat het curatorium dit denken al in de onderzoeksgesprekken heeft onderkend en dat wij bewaard zijn voor hun onschriftuurlijke prediking.''
Bij velen - niet allen - betekent hun vertrek uit de Gereformeerde Gemeenten volgens Meeuse ,,een lossere band met de belijdenis, minder consequenties trekken uit Gods Woord voor de praktijk van het dagelijks leven, afnemende kerkgang, meer amusement, ruimte voor de televisie, enzovoort.''
Tegelijk wijst hij op de ongeveer dertigduizend leden die de afgelopen vijftig jaar overkwamen, uit andere kerkverbanden en ,,ook uit de wereld. Vooral in mijn Rotterdamse tijd heb ik vele malen volwassenen mogen dopen. En er zijn kerkleden die door Gods Woord gegrepen worden, waar de Heilige Geest een goed werk begint. Dat wordt zichtbaar in breken met bepaalde zonden en een teer leven naar de wil van God.''
Dat een orthodox kerkverband als de Gereformeerde Gemeenten relatief veel leden verliest, vindt Janse op zichzelf niet zo bijzonder. ,,Dat hangt samen met het karakter van de moderne maatschappij en het heersende culturele klimaat. Daarbij komt dat de leidinggevenden in de Gereformeerde Gemeenten met nadruk vasthouden aan de bevindelijk-gereformeerde identiteit die dit kerkverband vanouds kenmerkt. Zij zijn beducht voor verwereldlijking en oppervlakkigheid in het geestelijk leven. Vandaar ook de strenge selectie op weg naar de preekstoel. Dat laatste is in de praktijk een wezenlijke factor voor het behoud van de identiteit. Die strikte lijn geeft echter ook veel wrijving en spanning met mensen die een andere koers willen varen. Velen van hen breken na verloop van tijd met het kerkverband.''
Ruimte
Een aantal leden, zoals prof. J. Blaauwendraad, mr. A.A. Bart en dr. K. van der Zwaag, heeft met boeken en soms via de kerkelijke beroepsmogelijkheid geprobeerd de koers van de Gereformeerde Gemeenten te wijzigen of op z'n minst bespreekbaar te maken. Volgens hen bleek het echter niet mogelijk een inhoudelijke discussie aan te gaan.
Janse weerspreekt dat. ,,Je kunt niet zeggen dat er in de Gereformeerde Gemeenten volstrekt geen ruimte is voor discussie en correctie. Er is de laatste decennia een wat andere oriëntatie gekomen op Israël. De bezwaren tegen verzekering en vaccinatie, waar vroeger zwaar aan werd getild, zijn duidelijk op de achtergrond geraakt. Maar bij Blaauwendraad en anderen had de leiding van de kerk niet ten onrechte de indruk dat zij een koers wilden varen die afbreuk deed aan de waarheid die naar de godzaligheid is. Daar konden zij niet in meegaan.''
Om niet onnodig te kwetsen, wil Meeuse liever niet specifiek ingaan op critici. In het algemeen gebeurt het volgens hem ,,maar al te veel dat allerlei vage beschuldigingen, dikwijls met behulp van uit het verband gerukte citaten van oudvaders, de bediening van Gods knechten belasteren, zonder dat duidelijk gemaakt kan worden, dat er wezenlijk dwalingen worden verkondigd''.
De kerkelijke beroepsmogelijkheid wordt ,,veronachtzaamd door met kritiek op ambtsdragers naar buiten of zelfs in de publiciteit te treden. Soms hoor je als argument daarvoor dat zij de meerdere vergaderingen niet vertrouwen. Eigenlijk tekenen ze dan bezwaar aan tegen de wijze waarop Christus zijn kerk wil regeren.''
Thuisgemeente
Vooral veel hoger opgeleiden verlaten de Gereformeerde Gemeenten. Dat komt ook in andere kerken voor, zegt Janse. ,,Academici voelen zich in het algemeen mondiger en staan kritischer ten opzichte van de kerkelijke traditie dan lager opgeleiden. Verder geldt dat zij vanwege hun studie al vrij jong uit de thuisgemeente vertrekken en zich na hun studie vaak elders vestigen. Dat vergroot de kans dat zij met kerk en godsdienst breken of hun kerkelijk onderdak zoeken en vinden buiten de Gereformeerde Gemeenten.''
Daar komt bij dat tot zo'n dertig jaar geleden het opleidingsniveau in de Gereformeerde Gemeenten laag was, zeker van ambtsdragers, legt Janse uit. ,,Dat vergrootte de kans op kortsluiting met studenten en academici.''
Meeuse erkent dat. ,,Het was niet altijd gemakkelijk jongeren de nodige begeleiding te geven. Ouders en ambtsdragers konden dikwijls onvoldoende tegenwicht bieden. Veel studerenden kwamen op drift omdat ze niet waren gewapend en geen weerstand konden bieden tegen allerlei opvattingen waarmee ze werden geconfronteerd. De wereld van de wetenschap en het leven naar Gods Woord leken dikwijls twee verschillende werelden. Voor mij is Spreuken 3 vers 5 - 'Vertrouw op den HEERE met uw ganse hart, en steun op uw verstand niet' - van grote waarde geweest tijdens mijn studententijd. Deze tekst heeft mij gered van de afgoderij van het wetenschappelijk denken.''
Meeuse verwacht niet dat de Gereformeerde Gemeenten, door het gestegen opleidingsniveau van ouders en kerkenraadsleden, studerende jongeren in de toekomst beter kunnen vasthouden. Tegelijk is daarvoor ,,een sterkere kracht nodig dan een menselijke. Als de Heilige Geest innerlijk overtuigt van de waarde van een godvruchtig leven, zal men zich zo makkelijk niet losmaken van een gemeente waarin die tere Godsvreze nog gevonden wordt.''
De predikant uit Goes verlangt wel van studentenverenigingen dat zij hun leden meer steunen. ,,Helaas zie je dat de verenigingen dikwijls sprekers uitnodigen die bij veel studenten een nog niet gevestigde overtuiging overhoop werpen. Zo worden ze niet geholpen. Beter zou het zijn elkaar op te scherpen uit Gods Woord en de geschriften van Augustinus, Luther, Calvijn, Brakel, Binning en nog zoveel anderen van wie veel is te leren.''