’Hou jij wel van stoute dingen doen? Doe de sekstest’, staat er op de website van de EO. Dat levert uiteraard discussie op. Precies wat de omroep wil. Vanaf 8 januari wordt het nieuwe programma ’ 40 dagen zonder seks’ uitgezonden en als het aan de Evangelische Omroep ligt, barst de discussie over seks nu al los.
Voor het programma werden zeven jongeren gevolgd gedurende een periode van veertig dagen waarin ze – dat is althans de bedoeling – geen seks hebben. Zoenen mag maar verder is alles, inclusief masturberen, verboden. De jongeren vertellen heel open over hun ervaringen.
De deelnemers – vier meisjes en drie jongens – zijn tussen de 18 en 24 jaar, niet christelijk, wel vrijgezel en hebben regelmatig seks met verschillende partners. „We hebben expres niet gekozen voor de extreme gevallen. Wat wij hier laten zien is de werkelijkheid voor veel jongeren”, zegt presentator Arie Boomsma.
„We liepen natuurlijk niet de hele dag met camera’s achter de deelnemers aan, maar het kwam er wel dichtbij”, zegt eindredacteur Frank Van der Velde. „We kwamen onaangekondigd langs en filmden soms stiekem. Ook werden hun vrienden opgeroepen om beelden te maken. Een van de jongens is door zijn vrienden betrapt.”
Boomsma is het zat dat iedereen steeds vindt dat het programma niets voor de EO is. „Vraag mij nou alsjeblieft niet waarom juist de EO dit programma maakt”, verzucht hij. „Ik hoor van zoveel jongeren dat ze veel aan seks doen, maar dat ze nog nooit de liefde hebben bedreven. Welke omroep zou zich nu meer geroepen moeten voelen om dat proces tegen te gaan dan de EO?”
Directeur Henk Hagoort is trots op het programma, omdat hij verwacht dat het een verschil zal maken in het leven van jongeren. „We willen laten zien dat seks het beste tot zijn recht komt in een relatie waarin liefde, intimiteit en trouw een rol spelen.”
„Wat me het meest heeft verbaasd is de hardheid van sommige jongeren”, zegt Boomsma. „Een meisje vertelde de jongen met wie ze had afgesproken dat haar veertig dagen waren ingegaan. ’Geen seks? Dan bel ik wel iemand anders’, kreeg ze te horen.”
De vraag is of de jongeren allemaal bekeerd zijn na de veertig dagen. „Dat zou verdacht zijn”, lacht Boomsma. „Het was wel spannend. We hadden geen idee wat er zou gebeuren, maar we hoopten natuurlijk wel ergens op. Eén meisje zei aan het eind: ’Nou, dat was best interessant, maar ik doe het nooit weer’.”
Wat vinden jullie: is dit realiteit, dús moet er er over gepraat worden? Is het goed om dit taboe in de christelijke wereld aan te pakken?