madel schreef:De vraag is wel degelijk terecht om te af te vragen wat de hoop van Israel is. Dat het hier niet alleen om de Christus zelfd gaat die ook de Jood moet aanvaarden als Messias en Verlosser moge duidelijk zijn.
wat dus die hoop is van Israel kunnen we terugvinden de toespraak van Petrus in handelingen 3. daarbij dienen we met nadruk te letten op de geadresseerden tegen wie dit gezegd wordt. de geadresseerde zijn? Israel.
Het staat buiten kijf dat de toehoorders van Petrus in Handelingen 3 joden zijn, maar het staat niet buiten kijf dat de hoop van Israel waar Paulus het over heeft in Handelingen 28, in de eerste plaats getypeerd kan worden als een aardse hoop. Hooguit kun je zeggen dat een aardse hoop gelinkt is aan het belangrijkste van alle hoop, nl. God Zelf. Het is ook zeker zo dat dit inclusief de hoop van de opstanding is, maar Paulus zegt het hier toch wat massiever: "
de hoop van Israel". Dus hij bedoelt hier niet alleen de opstanding mee; in dat geval had hij kunnen volstaan met naar de hoop van de opstanding te verwijzen, zoals hij in Hand. 23:6 en 24:15 onomwonden doet. Als Paulus het dus heeft over "
de hoop van Israel", dan heeft hij het over iets dat daar bovenuit stijgt. Daar komt nog eens bij, dat de toehoorders van Paulus, waarschijnlijk niet allemaal in de opstanding geloofden (Sadduceeen). Dus de hoop van Israel is nog iets anders dan de hoop van de Israelieten. Waar Paulus zich bij zijn verdediging tegen de joden op beroept, is op waar alle joden, ongeacht hun onderlinge verschillen, zich in kunnen herkennen: de hoop van Israel.
De hoop van Israel is de God van Israel Zelf, vervat in het bekende Sjema Israel (Mark. 12:29 "Hoor, Israël! de Heere, onze God, is een enig Heere."). Je kunt over de details lang en breed twisten (en dat doen joden ook onderling), maar in de kern draait het hier voor elke jood om: het kennen van en het hopen op de God van Israel.
Er zijn een hele rits bijbelteksten die over die kernhoop gaan, bijvoorbeeld in de psalmen, evenals bijvoorbeeld Jeremia 17:7 (in de Septuagint staat hier voor vertrouwen dezelfde griekse uitdrukking als in Hand. 28:20, nl. elpis), Spreuken 3:26 (dat kun je vertalen met "De Heere zal u tot hoop wezen") Jeremia 14:13 ("Israels verwachting") en Jeremia 17:18 (idem).
In elk geval komt Paulus zijn broeders naar het vlees vertellen dat de heilswerkelijkheid van die hoop, te vinden is in Jezus, want dat is zijn voornaamste gespreksonderwerp. In 1 Timotheus 1:1 gaat het over "den Heere Jezus Christus, Die onze Hope is". Bij die hoop hoort uiteraard ook de opstanding, want Jezus is de Opgestane, sterker nog, Hij is de Opstanding en het Leven. Dat is exact hetzelfde als wat hij de joodse Romeinen in Hand. 28 komt vertellen.
madel schreef:Dat ze in de Christus dienen te geloven zoals Elbert stelt is terecht. echter, de hoop van Israel alleen te laten slaan op een persoonlijke verlosser is wat al te calvinistisch gedacht. dat komt door de vervangstheologie die er al is vanaf de eerste eeuwen en meent dat de kerk begonnen is met pinksteren.
De meerderheid van de theologen die een vorm van bedelingenleer aanhangen, gelooft dat de kerk begonnen is met Pinksteren.

Ik begrijp trouwens niet wat mijn opmerking, die ten diepste over het Sjema Israel gaat en waar de christelijke kerk ook (dikke streep onder
ook 
) in gelooft, met de vervangingstheologie van doen heeft. Dat lijkt me een dooddoener waar de gereformeerde theologie niet zoveel mee heeft uit te staan. Ook is de gereformeerde theologie niet beperkt tot persoonlijke verlossing. Dat was ook niet de strekking van mijn post.
madel schreef:De hoop van israel is de wederkomst. een wederom komen. maar dat is niet de aanvang van een eindeloze eeuwigheid in hemel en hel. Zijn wederkomst zal o.a. de inlossing zijn van de hope israels. dan zal Israel aan de spits der natieen staan. dan zal Christus als een banier voor de heidenen.
Als ik je goed begrijp is Christus nu niet een banier voor de heidenen?
Het is van belang hoe je Jesaja 11 uitlegt. Het probleem daarbij is namelijk, dat er al een Rijsje voortgekomen is uit de afgehouwen tronk van Isai (nl. de geboorte van Jezus Christus) en dat een niet onaardig deel van de heidenen al in Hem gelooft. Want het voortkomen uit die afgehouwen tronk, is geen zaak van wederkomst, maar van eerste komst, het Woord dat vlees is geworden. Het is ook niet voor niets dat de Bijbel ons vertelt, dat Jezus de Zoon van David is (Matth. 1:1!) en dat Hij in de stad van David geboren is.
Ik zeg overigens niet dat heel Jesaja 11 al in vervulling is gegaan. Ik zie het eerder zo, als dat dit een voortgaande zaak is.
madel schreef:de hoop van Israel alleen betrekken op een persoonlijke verlossing is een gevolg van vergeestelijking van de bijbel. wie de positie van Israel niet verstaat en of vergeestelijkt en of beschouwd als afgedaan maakt van Gods woorden een holle klank.
Israels hoop en toekomst (en die van de wereld) staat uitgebreid omschreven. helaas kunnen velen dat niet aanvaarden en doen dat dan af als 'valse dispentationele leringen die nergens toe leiden of deugen.
uit bovenstaande uitleg mag blijken dat men de bijbel gewoon kan lezen zoals het er staat. niets meer en ook niets minder.
We moeten de Bijbel ook lezen zoals het er staat, maar dan wel volgens de Bijbelse spelregels. Dat wil dus zeggen dat ook een a priori onderscheid (wat uiteindelijk niet beperkt blijft tot een onderscheid, maar ook een wezenlijke scheiding betreft) tussen Israel en Gemeente als vooronderstelling kritisch bevraagd mag worden.
Klaas schreef:- is uit Handelingen 28 zelf af te leiden dat het hier om een scharnierpunt gaat? Geeft de tekst zelf daarvoor aanleiding?
- we hebben verschillende beschrijvingen van Paulus prediking. Als Paulus de bekering van de Joden verbond aan een aards vrederijk, waar vinden we dat dan in die beschrijvingen terug?
- kun je uit de gegevens die we hebben afleiden dat er een wezenlijk verschil is tussen de prediking van Paulus voor en na Handelingen 28? (let op, het gaat hier niet om het verleggen van wat accenten, maar om een ingrijpend veranderde prediking). Verwijst Paulus zelf ooit naar zo'n overgang?
- als Paulus het geloof in Jezus zo sterk verbond met een aards vrederijk, waarom is dit dan door de Joden niet aangegrepen als aanklacht tegen hem? In het geval van Jezus was toch gebleken dat de Romeinen hier wel gevoelig voor waren. We lezen in Hand. echter niets van dat soort beschuldigingen.
Ik wil er nog een paar vragen aan toevoegen:
- welke bewijzen hebben we, dat de gevangenschapsbrieven van Paulus, allemaal na Hand. 28 geschreven zijn? Paulus heeft immers blijkens de Handelingen meerdere keren gevangen gezeten, waaronder lange tijd in Caesarea.
- welke bewijzen hebben we dat de brieven van de andere apostelen hetzij voorafgaand aan die brieven geschreven zijn, danwel beperkt zijn tot alleen joodse gelovigen?
- als bovenstaande vragen geen eensluidend antwoord opleveren, wat moeten we dan met de opmerking van Petrus in 2 Petr. 3:15-16, dat ze (degenen aan wie hij schrijft) alle zendbrieven van Paulus ter harte moeten nemen?
- wat is de aard van de Gemeente die Paulus vervolgde (Fil. 3:6)? Is die anders van aard dan de Gemeente die hij in zijn gevangenschapsbrieven noemt? Of is het eerder zo dat het
zelfverstaan van diezelfde Gemeente(n) door nadere openbaring verdiept is? (n.b. dat laatste geloof ik eerder)
- wat is het begin van het Evangelie voor de Gemeente van de Filippenzen in Filippenzen 4:15 (hint: Hand. 16:12 e.v.)?
- waarom geeft Paulus in 1 Timotheus 1:3 aan Timotheus dezelfde vermaning om in dezelfde leer te blijven als toen hij Efeze verliet en naar Macedonie vertrok (wat beschreven staat in Handelingen 20:1)? Waar nuanceert hij in deze brief deze vermaning met een opmerking dat er sindsdien wel wat veranderd is?
- wat moeten we met de vermaning van Paulus in 1 Tim. 6:3, waar hij veroordelend spreekt over degenen die niet leren overeenkomstig de gezonde woorden van onze Heere Jezus Christus? Bedoelt hij daar alle woorden van Jezus mee, of alleen die woorden die Paulus na Hand. 28 op Schrift heeft gesteld? Een heel fundamentele vraag, lijkt me.
- wat deden Petrus in Rome (hij is daar gekruisigd) en Johannes op Patmos, als hun voornaamste doel toch alleen was om joden te bekeren? Het is zeker zo dat ze verstrooid zijn vanwege de vervolging in Jeruzalem, maar waarom moet Johannes dan brieven schrijven (Openbaring) aan gemeenten in Klein-Azie (waaronder die te Efeze), als hij toch uitsluitend apostel voor de joden was? En het is vrij zeker dat de Openbaring na de dood van Paulus te boek is gesteld.
Laat de woorden van mijn mond en de overdenking van mijn hart welgevallig zijn voor Uw aangezicht, HEERE, mijn rots en mijn Verlosser! (Ps. 19:15)