Onderstaand stukje kreeg ik via ds. Pieters toegestuurd. Ik wil het jullie niet onthouden:
“Wie ben ik volgens de Bijbel, door het geloof in Jezus Christus mijn Verlosser?
Ik ben het zout der aarde. (Mat. 5:13)
Ik ben het licht der wereld. (Mat. 5:14)
Ik ben een kind van God. (Joh. 1:12)
Ik ben een rank van de ware Wijnstok. (Joh. 15:5)
Ik ben een vriend van Christus. (Joh. 15:15)
Ik ben door Christus uitverkoren en Hij heeft mij aangesteld om Zijn vrucht te dragen. (Joh. 15:16)
Ik ben vrijgemaakt van de zonde en een dienaar van de gerechtigheid. (Rom. 6:18 )
Ik ben tot een dienaar van God gemaakt en ontvang door Jezus Christus het eeuwige leven. (Rom. 6:22)
Ik ben een mede-erfgenaam van Christus en heb deel aan het erfgoed van Christus. (Rom. 8:17)
Ik ben Gods tempel. Zijn Geest en Zijn leven wonen in mij; ik ben niet meer van mezelf. (1 Kor. 3:16; 6:19)
Ik ben gekocht door de Heere en mijn lichaam en geest zijn van Hem. (1 Kor.6:17)
Ik ben een lid het Lichaam van Christus. (1 Kor. 12:27; Ef. 5:30)
Ik ben een nieuwe schepping, in Christus ben ik geheel vernieuwd. (2 Kor. 5:17)
Ik ben met God verzoend door Jezus Christus. (2 Kor.5:18,19)
Ik ben een kind van God door het geloof in Christus Jezus en in Hem ben ik één met alle christenen. (Gal 3:26,28 )
Ik ben een erfgenaam van God, omdat ik een zoon (dochter) van Hem ben door Christus. (Gal. 4:6,7)
Ik ben een heilige in Christus Jezus. (Ef. 1:1; 1 Kor. 1:2; Fil. 1:1; Kol. 1:2; Hebr. 3:1; 1 Petr. 1:15,16)
Ik ben een maaksel van God, in Christus Jezus geschapen om Zijn werk te doen. (Ef. 2:10)
Ik behoor bij de heiligen en huisgenoten van God, met Christus als Hoeksteen en met zijn allen groeien we op tot een heilige tempel in de Heere. (Ef. 2:19,21)
Ik ben gestorven en mijn leven is met Christus verborgen in God, daarom wil ik bezig zijn met de dingen van boven, van Christus, en niet van de aarde. (Kol. 3:1-3)
Ik ben door God uitverkoren, geheiligd en bemind. (Kol. 3:12; 1 Thess.1:4)
Ik ben een kind van het licht, en niet van de duisternis, door God gesteld tot het verkrijgen van de zaligheid door mijn Heere Jezus Christus. (1 Thess. 5:5,9)
Ik ben wedergeboren uit onvergankelijk zaad, door het levende en eeuwig blijvende Woord van God. (1 Petr. 1:23)
Ik ben een levende steen en wordt door Jezus Christus gebruikt voor de bouw van een geestelijk huis en een heilig priesterschap om God geestelijke offers te brengen. (1 Petr. 2:5)
Ik hoor bij een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilig volk, een volk dat God Zichzelf verkregen heeft door Christus. Ik behoor nu bij Gods volk, omdat Hij zich over mij heeft ontfermd. (1 Petr. 2:9,10)
Ik ben een kind van God en als Christus terug komt op de aarde zal ik aan Hem gelijk zijn. (1 Joh. 3:1,2)
Alleen dankzij de genade van God ben ik wat ik ben en Zijn genade aan mij bewezen, is niet tevergeefs geweest. (1 Kor.15:10)”