Iedereen kent de gelijkenis van de barmhartige samaritaan. Ik hoorde afgelopen zondag een geweldige uitleg over dit gedeelte..
een aantal vragen:
- Wat wil Jezus duidelijk maken?
- Wie is de wetgeleerde in de volgende gelijkenis?
- Speelt Jezus ook een rol in deze gelijkenis?
29 Maar de wetgeleerde wilde zich rechtvaardigen en vroeg aan Jezus: ‘Wie is mijn naaste?’
30 Toen vertelde Jezus hem het volgende: ‘Er was eens iemand die van Jeruzalem naar Jericho reisde en onderweg werd overvallen door rovers, die hem zijn kleren uittrokken, hem mishandelden en hem daarna halfdood achterlieten. 31 Toevallig kwam er een priester langs, maar toen hij het slachtoffer zag liggen, liep hij met een boog om hem heen. 32 Er kwam ook een Leviet langs, maar bij het zien van het slachtoffer liep ook hij met een boog om hem heen. 33 Een Samaritaan echter, die op reis was, kreeg medelijden toen hij hem zag liggen.