Jaap,
Ik denk zeker dat je gelijk hebt als je stelt dat dit soort vragen een luxe-probleem is. Als je dat afzet tegen de 'grote vragen' in dit leven dan kan het niet anders dan dat je (het belang van) deze vragen relativeert.
Van de andere kant zijn dit soort vragen wel realiteit. Jongeren zitten vaak met vragen over uiterlijkheden. Je kunt dan wel telkens dit soort vragen wegschuiven maar ik ben bang dat je ze daarmee niet echt serieus neemt. Het is veel beter om door te vragen naar de motieven die achter deze vragen liggen. Waarom wil je eigenlijk een tattoo? Iemands motieven zeggen mij veel meer over het streven om heilig te leven dan de tattoo op zich.
Ik vind het dan ook jammer dat je de wens om heilig te leven niet bespeurt bij voorstanders van tattoo's. Wat mij betreft is dat in ieder geval niet terecht. Wel vind ik dat bij de nadruk op dat heilige leven vaak de verkeerde criteria gehanteerd worden.
De vraag naar heilig leven begint bij het hart. Dat is het criterium. Vanuit de gesteldheid van je hart kunnen bepaalde uiterlijke zaken voortvloeien, maar het is altijd deze volgorde: eerst het hart dan de uiterlijkheden. Veelal worden echter de uiterlijkheden als criterium genomen. Alsof uiterlijkheden op zichzelf goed of fout zijn. Uiterlijkheid A is goed en uiterlijkheid B is fout. Dat is echter onterecht. Niet wat de mond ingaat maakt de mens onrein volgens Jezus, maar datgene wat de mond uitgaat. Het draait om de gesteldheid van je hart. Met een verkeerde hartsgesteldheid kan ook het dragen van een rok (om maar eens wat te noemen) fout zijn.
Volgens mij is dit ook volledig in lijn met wat Paulus zegt als hij over de christelijke vrijheid, offervlees e.d. spreekt. Het criterium is niet zozeer wat je doet of niet doet, maar waarom je iets doet. Alles wat je doet dient tot eer van God te zijn. DAT is het criterium.
De vraag naar heilig leven beperkt zich dan niet meer tot zaken die we overnemen uit de 'wereld' maar strekt zich uit tot ons hele leven, inclusief ons kerkelijke leven. Dan komt b.v. ook de vraag om de hoek waarom we ons volgens allerlei (menselijke) regeltjes gedragen. Waarom dragen we 's zondags een hoed (die mooier moet zijn dan die van de buurvrouw)? Of de vraag naar ons oordeel over andere christenen.
Heilig leven heeft te maken met ons volledige leven en niet alleen met onze kleding en uiterlijke verschijning.
Vandaar ook dat ik Calvins laatste voorbeeld op zich wel toepasselijk vind maar van de andere kant ook niet.
Calvin schreef:
De leer van de Nikolaieten was dat je best mee kon doen met die gebruiken, zij offerde bijv. gewoon in de tempel van de afgoden zodat de heidenen ook gewoon in hun winkels zouden kopen. De Nikolaieten wilde dus niet radicaal als christenen leven, ze namen allerlei gewoonten van de heidenen over.
Hun fout zit op zich niet in het overnemen van gewoonten. Paulus schetst juist dat we b.v. offervlees gerust mogen eten. Het meedoen aan offerceremoniën keurt hij echter af. Ik wil Calvins voorbeeld dan ook iets ombouwen om mijn punt duidelijk te maken.
Ik zou zeggen dat sommige mensen gewoon het offervlees in de winkels van hun heidense stadsgenoten kochten zodat ook deze mensen weer wat in hun winkeltjes zouden kopen.
Het verkeerde zit hem er niet in dat je offervlees koopt (of eet) (daar is Paulus duidelijk over) maar in je motieven. Als je dit bewust gaat doen om er finacieel beter van te worden wordt het een ander verhaal. Je kunt immers niet twee heren dienen? Iets wat op zich niet fout is kan dan wel degelijk een teken zijn van het feit dat je hart niet daar is waar het zou moeten zijn. En dat is inderdaad iets wat God haat.
Klaas