Efeze 2:
Door het geloof in Christus krijgen ook de heidenen deel aan de rechtvaardigheid Gods die uit het geloof is (Rom.4) en worden de wortels en de vettigheid van de olijfboom deelachtig. Dit was dus eertijds ( bijna ) uitsluitend het voorrecht van de Joden. Dat bedoelt Paulus m.i. met het burgerrecht Israëls ( Ef.2:12 ) Maar dat bewijst natuurlijk niet dat de gelovigen uit de heidenen in Israël zijn ingelijfd. Want jood en heiden worden nu tezamen in een lichaam door het kruis met God verzoend en tot een nieuwe mens geschapen vs 15. En dat is dus niet Israël, maar een nieuwe schepping.( 2 Kor.5:17 ) De gelovigen uit de heidenen hebben dus wel deel aan de verbonden der beloften die bij zijn 1e komst vervuld zijn in de de Messias, maar niet aan de specifieke beloften van het verbond met A-ham en in de nadere openbaring van dit verbond het Messiaanse rijk met Jeruzalem als hoofdstad en de tempel als centrum van aanbidding voor alle volken. Jer. 3:17 en Jes. 56:7 die aan de wederkomst verbonden zijn. Want dat zijn allemaal zaken die uitsluitend bij Israël en niet bij de Gemeente passen.Hier moeten wij dus onderscheid maken tussen de belofte dat in zijn zaad alle volken gezegend zouden worden Gal.3:8 en de landbelofte met al wat daar bijhoort. Want dat was en is een verbond in de bloedlijn, maar bij de doop gaat het om de wedergeboorte, en dat is een nieuwe schepping 2Kor.5:17 Gelovigen uit de heidenen hebben dus wel deel aan dezelfde verzoening, maar niet aan dezelfde beloften
ereunao