Peter:
Als de besnijdenis heeft afgedaan, dus niet voor de heidenen is, en dit lees je vaker, b.v. de Galatenbrief staat er vol van, hoe kan dan de doop ipv de besnijdenis gekomen zijn???
Het gaat om het verschil tussen het Oude en het Nieuwe verbond. Het Oude verbond had bepaalde kenmerken en het Nieuwe evengoed. Sommige zaken komen overeen en andere wijken af. Het Oude verbond kende als uiterlijk teken de besnijdenis; het Nieuwe heeft de doop als uiterlijk teken. Als men zegt dat de doop in de plaats gekomen is van de besnijdenis dan gaat het erom dat het niet alleen om uiterlijke tekenen gaat maar ook dat deze uiterlijke tekenen qua betekenis in elkaars verlengde liggen. De doop is niet iets geheel nieuws maar heeft oude wortels. Dat heeft niets te maken met het willen opleggen van Joodse wetten maar met het zien van de doorgaande lijn van Gods handelen in de geschiedenis en met het verband tussen Oude en Nieuwe verbond.
Je moet je niet blindstaren op dat 'in de plaats van'. Als ik stel dat het offer van Jezus 'in de plaats van' de OT offers gekomen is dan is dat toch ook geen vervangingstheologie?
Peter:
Of willen we de christenen heidenen toch nog een stukje Jodendom meegeven? (ik zie hier toch een stuk vervangingstheologie in)
Het opleggen van Joodse wetten aan niet-Joden wordt volgens mij aangeduid als Judaïsme. Als je deze gedachte wilt uitdrukken in categoriën als vervangingstheologie e.d. dan kom je juist bij het tegenovergestelde terecht. Het opleggen van Joodse wetten aan niet-Joden past veel beter binnen een inlijvingstheologie: de heidenen zijn opgenomen in het volk Israël en dienen zich te houden aan Joodse wetten. Dat is heel wat anders dan een vervangingstheologie. Overigens behoort de gedacht evan de kinderdoop ook niet tot deze theologie omdat het niet gaat om het opleggen van wetten.
Klaas