naamloos schreef:Maar in de bijbel wordt het nou juist wél gescheiden, er zijn drie groepen: 1 Kor. 10: 32 Geef geen aanstoot aan de 1 Joden, 2 aan andere volken of aan 3 Gods gemeente.
Gods plan met de Gemeente is een ander dan zijn plan met Israël. De Gemeente heeft een hemelse toekomst en Israël een aardse met Jezus als Koning.
De Gemeente zal met Hem regeren de duizend jaren. En als laatste zal het worden dat God alles in allen zij, zoals in 1 Kor. 15 staat.
De vraag is denk ik wie met Joden bedoeld wordt en wie met Gods gemeente.
1) De "Joden" zijn de groep die het evangelie afwijst. De afgebroken takken.
2) De andere volken zijn de onbekeerde heidenen. De wilde takken (die niet ingeent zijn).
3) Gods gemeente zijn de bekeerde Jood en bekeerde heiden. Deze vormen Een Lichaam, zoals de Bijbel vaak genoeg vermeldt, en daarom worden ze hier ook onder 1 noemer geplaatst: Gods Gemeente. De natuurlijke takken (welke niet afgebroken zijn, maar behouden zijn) en de wilde takken die ingeent zijn.
Ook deze tekst onderstreept dus weer de eenheid van gelovige Jood en Griek, door het geloof in Christus alleen. Bedankt voor het aanwijzen van de tekst, want voor mij bevestigt het alleen maar meer.
Of bedoel je te zeggen dat de Jood nog zoveel kan geloven als hij wil, maar dat hij nooit deel zal hebben aan Gods gemeente? Dat wordt op velerlij manieren ontkracht. Om te beginnen is Paulus een Jood en toch is hij deel aan Gods gemeente. En het lijkt mij vreemd als de genoemde opsomming overlap tussen de groepen zou aangeven. Dan had Paulus wel gezegd Jood of heiden, ipv de Joden, andere volken en Gods gemeente. Zowieso kom je in een spagaat met de gelovige Jood op deze manier omdat je deze gaat scheiden van het Ene Lichaam waarin wij geen onderscheid behoren te maken tussen waar iemand vandaan komt.
"an argument is what convinces reasonable men and a proof is what it takes to convince even an unreasonable man." Alexander Vilenkin