kwebbel schreef:coupe soleil schreef:Vanmorgen een preek over Handelingen 5:38 t/m 42. De laatste twee verzen waren de belangrijkste uiteraard. Echt een preek waar je blij van werd, maar ook erg leuk om nieuwe dingen uit een bekend bijbelgedeelte te horen.
Vanmiddag ging het over vraag en antwoord 3 van zondag 2. Zo zwartgallig en pessimistisch en somber als deze vraag eruit ziet, zo juichend en ruim en vol evangelie was de preek. Geweldig! Toch knap dat een dominee zo kan preken.
en waar werd je dan blij van van de preek van vanochtend en vanmiddag?! (ben heel benieuwd

)
Idd soms haal je dingen uit die je nog niet eerder heb gehoord uit een gedeelte of dat je denkt van: "He zo had ik het nog niet bekeken!"
1: vanmorgen. Handelingen 5: 36 - 42 gaat over het advies van Gamaliël. Vorige keer ging het over de voorgaande geschiedenis, dat de apostelen in de gevangenis waren gezet en ontsnapt waren met behulp van engelen. Daarna preekten ze dus weer op straat en werden ze door de raad op het matje geroepen. Wat betreft de nieuwe dingen (voor mij althans) uit een bekend gedeelte: in het Grieks staat dat Gamaliël eigenlijk overtuigd was dat het preken van de apostelen een werk van God was. Zijn pleidooi richting de raad lijkt wel lief en gematigd, maar in wezen wilde hij dus door zijn advies buiten schot blijven om zelf geen keuze te hoeven maken. Dat is meteen een stukje huiswerk: 'Wie niet voor Mij is, is tegen mij'. Je moet Jezus wel belijden. Niets zeggen en niet getuigen is hetzelfde als tegen Jezus stemmen.
Wat het mooie was, komt voort uit vers 41 en 42, de belangrijkste verzen van dit gedeelte. Voorafgaand is vers 40 al heel bijzonder: zie het erorme verschil in houding van de raad tussen vers 33 en 40! Vers 41 en 42 geven aan dat God zelf voor Zijn werk zorgt, kracht geeft om verdrukking te dragen. Dat zie je in het blij zijn van de apostelen. Bijzonder, want zojuist waren ze gegeseld. Het is de blijdschap van het geloof en van de kracht van God die ze ervaren. Door het geloof geef je je leven aan Jezus en laat je je leiden door Zijn beloften. In de wetenschap het eigendom van Jezus te zijn kan je door de moeilijkheden heen: als je ziet op wat Jezus gedragen heeft, valt alles wat wij als 'kruis' ervaren weg en blijft er alleen vreugde en dankbaarheid over. De overgave aan Christus geeft zicht op de kroon ná het kruis. Zo mochten de apostelen Jezus aan blijven prijzen en van Hem getuigen. En zo wordt er elke dienst van Hem getuigd en biedt Jezus Zich elke dienst aan om je zalig te maken, te redden, en je te brengen van lijden tot de hgeerlijkheid.
2: vanmiddag. Vraag en antwoord 3: 'Waaruit kent u uw ellende? Uit de wet van God'.
Waarom zo'n negatieve en zwartgallige vraag na vraag 1? Troost en verlossing zijn alleen aanwezig en nodig als dit iets opheft; het heft dus de ellende op. Het doel van de wet is steeds ernaar te kijken (spiegelfunctie) waarbij je ziet wat er in je leven niet klopt. In die zin, dat God heilig is en wij heilig voor God moeten leven. De wet stoot daardoor niet af, maar brengt juist tot God: zelf kom je niet tot die heiligheid. Maar dat hoeft ook niet! Jezus heeft de wet vervuld om zo mensen van de wet te verlossen.
Zo zie je de wet als een zegen: zonder de wet weet je niet dat je van God bent afgevallen en zou je ook de verlossing in Jezus niet kunnen vinden. De wet geeft echter geen leven, maar in de doodsheid van de wet straalt het licht van Christus die de wet heeft volbracht. Het gaat bij de wet dus om het zien op Jezus.
De wet brengt ook tot Jezus doordat de wet ons eerlijk maakt. Zoals vraag 1 heel persoonlijk is (uw/jouw troost), zo is ook de wet heel persoonlijk. De wet straalte zo diep in het leven van Jezus, dat Hij vroeg of het lijden van hem weggenomen kon worden. Maar het was juist de liefde van God die Jezus overgaf aan de dood. Zo werd de wet vervuld en is er troost, zaligheid en eeuwige verlossing voor mensen.