Moderator: Moderafo's
MrSokkie schreef:essieee schreef:Inderdaad!!
Ik weet nog goed dat een klein meisje me vertelde...
Ik was daar aan het oppassen en ze had van een buurmeisje gehoord dat de sint niet bestond...
Zegt ze tegen mij......Dat liegt ze hé...papa en mama zouden noooit tegen mij jokken!!
Dat is voor mij de reden Tegen de fabel te zijn! Niet zozeer om die Sint, maar om die leugen!
Ach ach, hoeveel mensen lijden nou na hun 15e nog onder dat jeugdtraumaatje? De vraag is natuurlijk: wat heb jij toen tegen dat meisje gezegd?
cire schreef:Toch voel je soms toch wel wat te pakken genomen.
Zo dacht ik aan het begin van het VWO echt dat electronen een soort van bolletjes waren en rondom een kern draaien.
Verteld dezelfde docent een paar jaar later dat het allemaal heel anders in elkaar zit. Geen bolletjes en geen rondjes... maar kansberekening en meer ingewikkelds (ben ik vergeten)
Ik voelde me bedonderd
of dwaal ik een beetje af
MrSokkie schreef:cire schreef:Toch voel je soms toch wel wat te pakken genomen.
Zo dacht ik aan het begin van het VWO echt dat electronen een soort van bolletjes waren en rondom een kern draaien.
Verteld dezelfde docent een paar jaar later dat het allemaal heel anders in elkaar zit. Geen bolletjes en geen rondjes... maar kansberekening en meer ingewikkelds (ben ik vergeten)
Ik voelde me bedonderd
of dwaal ik een beetje af
Maar je hebt wel een punt. Je hele middelbare school wordt je voorgelogen door mensen die je vertrouwt (leraren/-essen) Gewoonweg omdat je bepaalde zaken nog niet kunt begrijpen. Ga je na je VWO studeren, dan kom je daar pas echt goed achter...
WAT VOORAF GING : Dankzij de loketbediende van het ministerie voor buitenlandse zaken komt GODFRIED BOMANS achter het adres en het telefoonnummer van de échte Sinterklaas.
Aangemoedigd door dezelfde loketbediende belt Bomans naar de Sint en weet met hem een afspraak te versieren voor een interview. Vol verwachtingen reist Bomans naar Spanje...
Ik nam het eerste vliegtuig en kwam diezelfde avond nog in Madrid aan. Het 5-Decemberplein is een klein, doodstil plantsoentje, vol met kauwende kinderen. Toen ik één van hen vroeg of hier soms Sinterklaas woonde, zei een jongen :"Je moet daar bellen, en als je zegt dat je't niet kan betalen, krijg je 't voor niks."
Er deed een reusachtige kerel open. Hij ging me voor door een nauwe gang en opeens zag ik dat er wat roet achter zijn oren zat. Ik kreeg plotseling een vermoeden.
"Zeg eens," zei ik, "ben jij Zwarte Piet ?"
Hij grinnikte en liet me in een net vertrek.
Sinterklaas kwam vrijwel onmiddellijk hierna binnen. Nog nooit heb ik zo verbaasd gestaan. Het was een gewone man, wel erg oud, maar zonder baard en zonder lange haren. Geen staf, geen mijter, niets...
"Sinterklaas !" riep ik, "waar is uw tabberd ?"
"Mijn wat ?" vroeg de oude geprikkeld.
"Uw tabberd, Sinterklaas, uw mijter en uw staf."
"Ja, ik zal me daar voor aap lopen," sprak de grijsaard, "kom, ga zitten. Wil je 'n stuk zeep ?"
Hij gaf mij een flink stuk zeep. Ik begreep direct dat het marsepein was en beet erin. Het was zeep.
"Een grapje," legde hij uit, "dat doe ik wel meer met bezoekers. Hier heb je een echt stuk."
Ik bleef hem verbijsterd aankijken. Hij was zo heel anders dan ik mij hem had voorgesteld. Zo veel... gewoner. Hij droeg een bolhoed en leunde achterover in zijn stoel, met de duimen in zijn vest. Ook rookte hij een sigaar, maar tot mijn verwondering kwam er geen rook uit.
"Chocolade," zei hij, "ik heb ze ook gevuld. Probeer ze eens."
Hij reikte mij een kistje aan. Ze waren heerlijk.
"Wat wou u geweten hebben ?" vroeg Sinterklaas.
"Vooreerst dit," zei ik, "u bent toch wel de echte Sinterklaas ?"
"Dat zal je gedag wezen," antwoordde de oude, "ik loop nu al zo'n goeie duizend jaar in 't vak mee, en dan mag je langzamerhand wel zeggen dat je 't bent. Maar ik begrijp wel wat je in de war brengt. Ik heb m'n spullen niet aan. Maar waarom zou ik ? Als je eens wist hoe warm het onder zo'n pruik is. Nou praat ik nog niet eens over de lijm van de baard. Dat trekt en jeukt tot je er beroerd van wordt. En toch hou ik me aan lijm. Zo'n ijzerdraad om je kin, dat merken ze. 't Mag een jaar goed gaan, maar op een avond, dan val je door de mand. En dan sta je voor schut. Nee, lijm en nog eens lijm, dat is 't enige. Neem er nog een paar, ze staan ervoor."
"U wil toch niet zeggen", mompelde ik, "dat die baard en die witte haren vals zijn ?"
"Allemachtig," riep Sinterklaas, "is je dat nooit opgevallen ? Heb je werkelijk altijd gedacht dat ze echt waren ? Ook nu nog, nu je al zo'n grote lummel bent ?"
Ik werd verlegen. Ik moest erkennen dat ik, op latere leeftijd, iets in die richting vermoed had.
"Laten we elkaar niet voor gek houden," zei Sinterklaas, "en ik kom ook niet met de stoomboot uit Spanje. Ik ga gewoon met de trein."
Ik begon langzamerhand van hem te houden. Nuchter was hij, zakelijk en reëel.
"Dat van die zak", vervolgde de grijsaard, "dat zit zo. Ik zeg het wel, maar ik doe het niet. Heb je ooit gehoord van een kind dat er werkelijk in ging ? En dat afdalen door de schoorsteen, daar ben je toch wel overheen ? Ik bel gewoon aan de voordeur en ik kom binnen. Is je dat nooit opgevallen ? Nee, 't is allemaal heel anders dan men denkt. Maar één ding moet je goed onthouden ! En dat is dit."
De oude man rees opeens in zijn volle lengte op. Zijn ogen fonkelden.
"Ik besta," zei hij, "en ik zal blijven bestaan. Die baard mag vals zijn, maar Sinterklaas is echt. Prent dat goed in je kop ! En wie aan een kind het tegendeel zegt, die heeft met mij te doen. En nu moet u gaan. Ik heb twee drukke weken voor de boeg."
Hij gaf me nog een kistje sigaren mee wuifde mij uit een bovenraampje na. Ik draaide mij om en boog.
Merkwaardige man. Heerlijke kerel.
Godfried Bomans
Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 20 gasten