Optimatus schreef:
Die laatste opmerking is nogal veroordelend, aanmatigend en vooral op lucht gebaseerd, vriend. Jij meent namelijk dat jouw kerkelijke stroming de waarheid in pacht zou hebben, maar die hebben jullie niet. De "rechtse" kerken zouden eens moeten leren dat zij Christus niet voor hun reformatorische karretje zouden moeten spannen. Daarmee doen zij Hem namelijk gruwelijk tekort.
In wat voor opzicht? De reformatorische kerken spannen Christus niet voor hun karretje, integendeel, zij zeggen met Jeremia 32:17-19 Ach, Heere HEERE! Zie, Gij hebt de hemelen en de aarde gemaakt, door Uw grote kracht en door Uw uitgestrekten arm; geen ding is U te wonderlijk. Gij, Die goedertierenheid doet aan duizenden, en de ongerechtigheid der vaderen vergeldt in den schoot hunner kinderen na hen; Gij grote, Gij geweldige God, Wiens Naam is HEERE der heirscharen! Groot van raad en machtig van daad; want Uw ogen zijn open over alle wegen der mensenkinderen, om een iegelijk te geven naar zijn wegen, en naar de vrucht zijner handelingen.
Hoe komt men op het idee dat de gelijkenis van de maagden gaat over uitverkoren zijn?
Omdat daar verschil gemaakt wordt tussen wijs en dwaas.
En wat heeft die gelijkenis met belijdenis te maken? Volgens mij namelijk helemaal niks.
Omdat je alleen maar van een historieëlgeloof openbare belijdenis kan doen.
De belijdenis van het geloof is mijns inziens niet anders dan een gedesacramenteerde vorm van het katholieke vormsel: een voortzetting van de doop. Waar de doop vooral aan kleine kinderen wordt bediend, is de belijdenis van deze ex-kleine kinderen die ja zeggen op hun doop.
Niet juist, bij het katholieke vormsel ontvangt je de kracht van de Heilige Geest, bij de reformatorische kerk zeg je verstandelijke met een historieëlgeloof ja op de leer.
Heeft het meerwaarde? Ik denk het wel. Kleine kinderen zeggen voornamelijk "arruh arruh arruh" tijdens de doopdienst (of ze beginnen te krijsen). Jongvolwassenen zijn wel in staat zich uit te spreken en mijns inziens ook over geloofszaken. Alleen al daarom is het vormsel of de belijdenis een goede zaak: mensen moeten zich bewust voor God en Zijn Kerk kunnen uitspreken.
Bij de doop van kleine kinderen zeggen de ouders er ja op dat zei hun kinderen opvoeden zullen in de leer die naar de Godzaligheid is, die in die kerk aldaar geleerd wordt. Als zei jong volwassen geworden zijn, kunnen zei respectievelijk op verstandelijk wijze aan die leer gevolg geven die zei van hun ouders geleerd hebben, omdat zei vinden dat die leer recht is.
Helaas is belijdenis of vormsel doen in veel gevallen meer een traditie geworden dan dat het met het hart gaat. Het massale element (20 belijdenisklante) vind ik storend. Waarom moet dat allemaal zo strak geregisseerd worden? Juist op die manier verliest de belijdenis de kracht die zij uit zou moeten stralen.
Als het goed en recht licht is het meer dan een traditie (hoewel het een goede traditie is), want op verstandelijke kennis en een bewust historieëlgeloof zal God in zijn belofte niet onbetuigd blijven, maar bevestigen met kracht in hart en leven.