Riska schreef:Gisteren liep ik tegen het verschijnsel "Kruishulde" aan.
Kun jij me vertellen wanneer dat ontstaan is en wat het betekent?
Kruishulde, of kruisverering is in de latijnse liturgie gekomen ergens in de zevende of achtste eeuw, vanuit de kerk van Jeruzalem. De oudste beschrijving stamt uit de vierde eeuw, uit Jeruzalem.
De vorm is als volgt:
De diaken haalt, vergezeld van twee acolieten die een kaars dragen, een bedekt kruis achter in de kerk en brengt dit naar de priester die op het priesterkoor staat. Hij verwijdert in drie stappen de doek rond het kruis, en zingt per stap "aanschouw dit kostbaar kruis, waaraan de redder van de wereld heeft gehangen"
As het kruis geheel ontbloot is wordthet op een kussen voor het altaar gelegd. Priester en diaken ontbloten hun voeten, knielen voor het kruis en kussen het. Vervolgens komen alle gelovigen naar voren, brengen hulde aan het kruis (knielen, kussen, kaarsje, bloemen). Het koor zingt intussen het Improperia, het beklag Gods:
"Mijn volk, wat heb Ik u gedaan?
of waarmee heb Ik u bedroefd?
Antwoord Mij.
Omdat Ik u uit het land van Egypte heb gevoerd:
hebt gij voor uw Verlosser een Kruis bereid
Mijn volk, wat heb Ik u gedaan?
of waarmee heb Ik u bedroefd?
Antwoord Mij.
Heilige God
Heilige Sterke
Heilige Onsterfelijke
ontferm U over ons.
Omdat Ik u gedurende veertig jaren
door de woestijn heb geleid, met manna
gespijzigd, en een heerlijk land binnengeleid:
hebt gij voor uw Verlosser een Kruis bereid
Mijn volk, wat heb Ik u gedaan?
of waarmee heb Ik u bedroefd?
Antwoord Mij.
Heilige God
Heilige Sterke
Heilige Onsterfelijke
ontferm U over ons.
Wat meer had Ik voor u moeten doen dat Ik niet gedaan heb
Ik immers heb u geplant als mijn allerschoonste wijngaard:
en gij zijt Mij zeer bitter geworden:
want met azijn hebt gij mijn dorst gelest en
met een lans hebt gij de zijde van uw Verlosser doorboord.
Mijn volk, wat heb Ik u gedaan?
of waarmee heb Ik u bedroefd?
Antwoord Mij.
Heilige God
Heilige Sterke
Heilige Onsterfelijke
ontferm U over ons.
Ik heb om u Egypte en zijn eerstgeborenen gegeseld:
en gij hebt Mij gegeseld en overgeleverd.
hebt gij voor uw Verlosser een Kruis bereid
Mijn volk, wat heb Ik u gedaan?
of waarmee heb Ik u bedroefd?
Antwoord Mij.
Ik heb u uit Egypte gevoerd
en Pharao in de Rode Zee verdronken:
en gij hebt Mij overgeleverd aan de hogepriesters.
Mijn volk, wat heb Ik u gedaan?
of waarmee heb Ik u bedroefd?
Antwoord Mij.
Ik heb voor u de zee geopend:
en gij hebt met een lans mijn zijde geopend.
Mijn volk, wat heb Ik u gedaan?
of waarmee heb Ik u bedroefd?
Antwoord Mij.
Ik ben voor u uitgegaan in de wolkkolom:
en gij hebt Mij naar het rechthuis van Pilatus gevoerd.
Mijn volk, wat heb Ik u gedaan?
of waarmee heb Ik u bedroefd?
Antwoord Mij.
Ik heb u in de woestijn met manna gespijzigd:
en gij hebt Mij met vuist en gesel geslagen.
Mijn volk, wat heb Ik u gedaan?
of waarmee heb Ik u bedroefd?
Antwoord Mij.
Ik heb u gelaafd met heilzaam water uit de rots:
en gij hebt Mij gelaafd met gal en azijn.
Mijn volk, wat heb Ik u gedaan?
of waarmee heb Ik u bedroefd?
Antwoord Mij.
Ik heb om u de koningen der Kanaänieten geslagen:
en gij hebt Mij met een rietstok op het hoofd geslagen.
Mijn volk, wat heb Ik u gedaan?
of waarmee heb Ik u bedroefd?
Antwoord Mij.
Ik heb u een koninklijke scepter gegeven:
en gij hebt mijn hoofd met doornen gekroond.
Mijn volk, wat heb Ik u gedaan?
of waarmee heb Ik u bedroefd?
Antwoord Mij.
Ik heb u verheven met grote kracht:
en gij hebt Mij gehangen aan het Kruishout.
Mijn volk, wat heb Ik u gedaan?
of waarmee heb Ik u bedroefd?
Antwoord Mij."
De betekenis past in het geheel van het Paastriduum, waarbinnen op Goede Vrijdag via de kruisweg en de kruisverering het lijden en sterven van onze Heer op intense wijze wordt herdacht. Niet alleen op het niveau van het verstand, maar ook en misschien wel vooral, op het niveau van het gevoel, de emoties.