alex leusink schreef:Nooit zal op het moment dat je je eigen schuld echt leert kennen als de reden waarom je God niet dienen kunt zoals Hij verdient, op dat moment ook direct de zalige vreugde van de verlossing in je hart kunnen zijn. Het zijn drie onderscheiden delen van een bekering. De volgorde is altijd hetzelfde, alleen is het bij iedereen weer anders, maar deze volgorde kan in een bekering niet gemist worden. Hoe zou je op het moment dat je diepe droefheid over je zonden voelt ook direct die vreugde van Hem in hart kunnen zijn?
Het spijt me verschrikkelijk dat ik telkens zo tegen jou moet ingaan. Maar je verkondigt dan ook een leer die je ik weet niet waar vandaan gehaald hebt, maar in elk geval niet uit de Bijbel. Als ik lees in Hand. 8:37 dan staat daar: "Ik geloof, dat Jezus Christus de Zoon van God is". en dan in vers 39: "en de kamerling zag hem niet meer; want hij reisde zijn weg
met blijdschap".
Gods vreugde wordt meteen in het hart van een zondaar uitgestort op het moment van de wedergeboorte. Ik zeg je Alex, als je een diepe droefheid zou voelen over je zonde, maar geen deel hebt aan Christus, dan heb je nog helemaal niets. Ik hoor dit wat jij verkondigt zo vaak en weet ook ook wel uit welke hoek het komt. Ik kan er niet genoeg tegen waarschuwen, wordt geen naprater van deze onzin. Bij die leer word je niet zalig, want iedereen blijft er hangen in de bekommering zonder Christus. Maar er staat; "Wie de Zoon heeft, die heeft het Leven, en wie de Zoon niet heeft, die heeft het Leven niet". Zo is het, en met minder kan het niet. Ik hoop dat je eens ophoudt met voor papegaai spelen van een stel zwarte kraaien die menen dat zij bepalen wie zalig wordt en wie niet, en volgens welke methode. En als het niet volgens hun methode is, is het geen echte bekering. Ik zeg met Smytegelt: Gij zot, wendt u tot God. Nog maar een voorbeeld: "En Jezus, haar ziende, riep haar tot Zich, en zeide tot haar: Vrouw, gij zijt verlost van uw krankheid. En Hij legde de handen op haar en
zij werd terstond weder recht, en verheerlijkte God". (Luk. 13:12,13) Jij en consorten leren dat God Zijn kinderen in duisternis laat wandelen, maar niets is minder waar. Echter voorzover je jezelf tot Gods kinderen rekent op grond van je bekommerdheid, moet ik je wel gelijk geven. Want ik heb nog niet veel verlichts van je gezien. Ik vind het vreselijk dat je het werk van onze Zaligmaker zo kleineert waardoor het lijkt alsof het enige wat Hij Zijn volgelingen schenkt kommer en kwel is. Het is een regelrechte leugenleer. "Roemt u in den Naam Zijner heiligheid;
het hart dergenen, die den Heere zoeken, verblijde zich." (ps. 105:3)
En Thomas antwoordde en zeide tot Hem: Mijn Heere en mijn God! (Joh. 20:28 )