Openbaring

[Menucha]

Huub,
Allereerst wordt je bedankt voor je laatste alinea: het allerbelangrijkste voor mij is schrift met schrift vergelijken: daarnaast kijk ik ook wat er in de geschiedenis is gebeurd en hoe het nu is. Beter kan ik je het dan waarschijnlijk niet uitleggen: ik moet gewoon te veel comprimeren en dat vind ik moeilijk.
Als je het interesseert hoe ik o.a. aan de wetenschap kom: www.bijbels-panorama.nl dan kun je het uitgebreider lezen.
Ik doe gewoon nog één poging om het uit te leggen en dan houd ik het er dan ook bij: we zullen wel zien…

Daniël 9:24
24 Zeventig weken zijn bestemd over uw volk, en over uw heilige stad, om de overtreding te sluiten, en om de zonden te verzegelen, en om de ongerechtigheid te verzoenen, en om een eeuwige gerechtigheid aan te brengen, en om het gezicht, en den profeet te verzegelen, en om de heiligheid der heiligheden te zalven.
25 Weet dan, en versta: van den uitgang des woords, om te doen wederkeren, en om Jeruzalem te bouwen, tot op Messias, den Vorst, zijn zeven weken, en twee en zestig weken; de straten, en de grachten zullen wederom gebouwd worden, doch in benauwdheid der tijden.
26 En na die twee en zestig weken zal de Messias uitgeroeid worden, maar het zal niet voor Hem zelven zijn (maar is niet voor Hem); en een volk des vorsten, hetwelk komen zal (wijst op de vorst), zal de stad en het heiligdom verderven, en zijn einde zal zijn met een overstromenden vloed, en tot het einde toe zal er krijg zijn, en vastelijk besloten verwoestingen.
27 En hij zal velen het verbond versterken een week; en in de helft der week zal hij het slachtoffer en het spijsoffer doen ophouden, en over den gruwelijken vleugel zal een verwoester zijn, ook tot de voleinding toe, die vastelijk besloten zijnde, zal uitgestort worden over den verwoeste.

70 weken: 490 jaren dus: de overtredingen zouden na 490 jaren verzoend zijn, de zonden verzoend en eeuwige gerechtigheid zou dan zijn aangebracht en het gezicht en de profeet zijn dan verzegeld en de heiligheid der heiligheden is dan gezalfd!
Het gaat hierover het herstel aan het Joodse volk, met Christus als wettige erfgenaam: de Messias.

De periode van 70 weken begon te lopen vanaf de uitgang des woords om te doen wederkeren en om Jeruzalem te bouwen. In het jaar 445 voor onze jaartelling krijgt Nehemia toestemming om naar Jeruzalem te gaan en de stad op te bouwen (de muur) Op de Juliaanse kalender 14 maart 445/ 1e nissan.
Tot op Messias – de Vorst – zouden 7 en 62 weken verlopen (483 jaar). De vorst is niet de koning, maar de kroonprins. Vorst komt overeen met “voorste”. Hij was de kroonpretendent. Het zalven houdt verband met het koningschap van de Allerheiligste (de Messias). Daartoe zouden 70 weken verlopen. Er verliepen echter 69 weken tot op de Messias. De dag waarop de Heere Jezus zijn intocht deed in Jeruzalem daar kon Hij de Vorst genoemd worden (de 10e nissan). De Heer weende over de stad, omdat de inwoners “deze uw dag” niet onderkend hadden. De Joden erkenden de Heer niet als hun Koning en Hij werd dan ook niet als Koning gekroond en is dat NU nog niet.

Daniël 9: 26.. “en het zal niet voor Hemzelven zijn” is een onjuiste vertaling. Er staat letterlijk “en/maar(er) is niet voor hem” Dat betekent: Hij zal niet hebben. Hij zou Zijn koningschap of koninkrijk niet hebben. Hij werd gedood.
De laatste dag van de 69e week is de dag waarop de Heere Jezus Jeruzalem binnenreed. Sinds die dag verbergt Hij zich. De Joden hebben Hem nooit als Koning gewild en dat is nu nog zo.
De Heer krijgt het niet, wel een vorst des vorsten. Er komt dus een andere vorst, daarmee wordt de vorst uit Daniël 7 en 8 bedoeld: de koning van Babel
De verwoesting in het jaar 70 is zeker een beeld van de komende verwoesting, maar niet de verwoesting: de tijd die ertussen zit is groter dan 7 jaarweken (7x360 dagen). Er is dus sprake van tijdsonderbreking.

Als altijd blijkt uit de bijbel dat de tijden/jaren exact kloppen, waarom dan niet met de 70 jaarweken?

Daniël 9:27
Het gaat hier om de vorst die een verbond zal sluiten met de Joodse staat, voor de duur van 7 jaar. Dit loopt na 3,5 jaar al fout (zie ook openbaring 13, matth 24:15) en uiteindelijk zal het land verwoest worden en begint de dag des HEEREN (Zacharias, Ezechiël en Joël, Matthéüs 24 en 25) de joden zullen tot bekering komen op de dag van de verwoesting van Jeruzalem. Dat is aan het einde van de 70e week.

[biblebook]

Dat is reeds vervuld geworden in de diaspora. Nu is er weer een joodse staat en straks zal Christus daar Zijn Koninkrijk zichtbaar vestigen.

Hoe kan Christus, terwijl Hij mét het Hemels Jeruzalem tot de aarde afdaalt, in het aardse Jeruzalem Zijn Koninkrijk zichtbaar maken, terwjl de verlosten Hem tegemoet gaan, naar de Hemelse Stad en met Hem terugkeren naar God.

Verder mis ik in de redernaties over de 70 weken een aantal belangrijke tijdsprofetieën die Daniël in het licht van de 70 weken, naar voren brengt.

Als we dus Daniël 9:25 ter hand nemen inzake de 70 weken, welke twee specifieke gebeurtenissen zijn er dan direct verbonden met het tijdselement. Wat gebeurt er aan het begin en aan het einde ervan.

25 Zo weet nu en geef acht: van dien tijd af als het bevel uitgaat, dat Jeruzalem zal herbouwd worden, tot op den vorst Messias zijn zeven weken en tweeënzestig weken: dan zullen de straten en muren herbouwd worden, hoewel in een benauwden tijd.
26 En na die tweeënzestig weken zal de Messias uitgeroeid worden en niet meer zijn; en het volk van een vorst, die komen zal, zal de stad en het heiligdom verwoesten, dat het een einde zal nemen als door een vloed; en tot het einde van den strijd toe zal het woest blijven.

Vergeet niet dat het hier gaat om 69 van de 70 weken. De profetie begint met de opdracht om Jeruzalem te herbouwen en 69 weken later eindigt het met de "Gezalfde vorst".

Deze profetie draait dus om Jezus Christus en niet om een aardse stad Tempel /Jeruzalem. Immers als de Joden de tempel herbouwt hebben en er prat op gaan, dan leert Jezus dat Hij de Tempel is die binnen 3 dagen weer op zal staan. De profetie heeft dus het fundament in Christus zelf.

De aardse herbouw leidt tot een opstandige en slechte stad Ezra 4:7-16 leert ons wat de specifieke klachten tegen de Joden is. (dat mag blijken tot op de dag van vandaag)

En ten tijde van Artahsasta schreven Bislam, Mithredath, Tabeël en de overigen, zijne ambtgenoten, aan Artahsasta, den koning van Perzië; en het schrift des briefs was Syrisch geschreven en in het Syrisch opgesteld.
8 Rehum de kanselier en Simsai de schrijver schreven een brief tegen Jeruzalem aan Artahsasta den koning, in dezer voege:
9 Wij, Rehum, de kanselier en Simsai, de schrijver, en de overigen hunner ambtgenoten, van Dina, van Afarsathka, van Tarpel, van Arké, van Babel, van Susan, van Deha en van Elam,
10 en de overige volken, welke de grote en beroemde Asnappar heeft overgebracht, en de overigen geplaatst in de steden van Samarië en aan deze zijde der rivier, en zo voorts.
11 En dit is de inhoud van den brief, dien zij aan den koning Artahsasta zonden: Uwe knechten, de mannen aan deze zijde der rivier en zo voorts.
[color=darkred]12 Het zij den koning bekend, dat de Joden, die van u tot ons overgekomen zijn te Jeruzalem, die oproerige en boze stad bouwen en hare muren maken en haar uit den grond op herstellen.13 Zo zij nu den koning bekend, indien deze stad zal opgebouwd en de muren voltooid worden, zo zullen zij de schatting, den tol en den jaarlijksen cijns niet geven, en hun voornemen zal den koningen schade toebrengen.
14 Maar nu wij het zout van het paleis eten, en de versmaadheid des konings niet langer willen aanzien, daarom zenden wij en doen den koning dit weten,
15 opdat men late zoeken in de kronieken uwer vaderen. Gij zult daarin vinden en daaruit vernemen, dat deze stad van ouds af oproerig en schadelijk geweest is voor de koningen en landen, en dat zij, die daarin zijn, hun werk maken van afval en oproer, van de oudste tijden af; daarom is de stad ook verwoest geworden.
16 Derhalve doen wij den koning weten, dat, indien deze stad gebouwd en hare muren voltooid worden, gij voortaan geen deel meer zult hebben aan deze zijde der rivier.
17 Toen zond de koning een antwoord aan Rehum, den kanselier, en aan Simsai, den schrijver, en aan hunne overige ambtgenoten, die in Samarië woonden, en aan de overigen aan gene zijde der rivier. Vrede en zo voorts.[/color]

het is dus Artaxerxes die opdracht tot de herbouw gaf en niet Nehemia.

Waarom weten we dat zo zeker; Ezra was namelijk zelf afgereisd naar Babylon om deze derde verordering af te dwingen. In de vijfde maand van het 7e jaar van Artaxerxes keerde Ezra in Jeruzalem terug. Hij had het besluit bij zich en bracht verslag uit bij de plaatselijke gouverneur (Ezra 8:36). Het joodse jaar liep van voorjaar tot voorjaar en de 5e maand, beste mensen, viel daarom in de tweede helft van juli tot de eerste helft van september. De 5e maand van het 7e jaar van Artaxerxes viel derhalve in de late zomer danwel het vroege najaar van 457 voor Christus en het besluit moet kort daarna zijn uitgevoerd.

De 70 weken beginnen dus in de herfst van 457 voor Christus.

Zeven weken (49 jaar) vanaf 457voor Christus brengt ons tot 408 voor Christus. 70 weken (490 jaar) vanaf de herfts van 457 voor Christus brengt ins tot 34 na Christus. Als we nu een week terug rekenen (7 jaar) dan belanden we in 27 na Christus. Gaan we een halve week vooruit (3 1/2 jaar) dan komen we uit in 31 na Christus. Bij de ervaring van deze kennis is een grondige studie van Daniël 9:24-27 van eminent belang. Bijzonder dat de Joden in de Talmoedische wet hier een verbod leggen op dir aspect uit Daniël 9.

Vanuit die profetische fundamenten van de 70 weken worde de 2300 avonden en morgens belicht welke eindigen in 1844. Het begin van het oordeelswerk van Christus en het pleit bij Zijn Vader aangaande dat oordeelswerk voor ALLE mensen van ALLE tijden. Zelfs van hen die nog geboren moeten worden.

Als we nu dus de 70 weken analyseren dan komen we tot e volgende conclusie, denk ik.

Gods doel vinden we in Daniël 9:24-27

1. De zonde te beëindigen d.m.v. verzoening.
2. Eeuwige gerechtigheid te brengen door het kruis op Golgotha en het Hemelse heiligdom i.p.v. een aardse Heiligdom.

Het gaat hier dus om een Geestelijk begrip der dingen voor alle mensen!

Het feit dat de tempelrituelen tot het jaar 70 toch nog steeds plaats vonden kwam omdat men Christus profetie niet begreep. Men was, zonder enig besef van het Geestelijke der wet en de Tempel (Hemels Heiligdom) gewoon doorgegan met een volkomen loos ritueel.\
terwijl Christus de Joden had geleerd:

Slachtoffers en offergaven, brandoffers en zondoffers, hebt gij niet gewild, noch daarin welbehagen gehad, hoewel zij naar de wet gebracht worden. (doch) daarna heeft Hij gezegd: Zie, hier ben Ik om Uw wil te doen. (Hebreeën 10:4-9)

terwijl Jezus het enen opheft en het andere insteld, begrijpen de Joden noch steeds niet wat de Geestelijke kern van de zaak is.
Ze bouwen een Nieuw Jeruzalem naar menselijk voorbeeld, maar (h-) erkennen Christus niet als Hij ook daarover zegt dat de nieuwe stene Tempel geen enkel nut heeft.

En zo begrijpen nog velen Joden en Christenen niet dat Hij het Theocratische aspect van het nationale Israël heeft opgeheven en hen heeft verstrooid. Maar nee, de mens moet het Israël weer herstellen zonder rekening te houden met de consequenties ervan en het feit dat het hen blind maakt voor het Geestelijke aspecten van de wet (Thora) ook tijdens de periode van het NT. Zie daar het succes van Satan en de Farao van Rome.

Wel sommige christenen (en joodse mensen naar de joodse traditie) menen en geloven dat God op een nabij tijdstip het joodse volk weer bijeen zal brengen en hen -wederom- zal opdragen de Tempel te herbouwen en het opnieuw brengen van offers zal hervatten.

Daniël 9:24-27 en het gehele boek Hebreeën prediken het tegendeel.

Een hervatting van de offerdienst zou een miskenning zijn van het offer van Christus.

Vandaar en geen wonder dat Daniël 9:24-27 zo negatief worden belicht in de Talmoedische wet. Dat maakt het voor de joden gemakkelijk een rechtvaardigen te vinden, om hun versie van Gods werk te realiseren en te vormen naar hun hand, evenals dat de christenen de "rechtvaardiging"geeft om te menen dat het nationale Israël nog een rol van betekenis speelt in Gods plannen.
Nee, wél in de plannen van deze wereld. Geen land en geen volk dat zo vervolgd en misbruikt wordt voor allerlei spot en politieke naijver als het Joodse. Zichzelf een plaats van heiligheid creëren, niet in de laatste plaats door de Plaatsbekleder van Christus op aarde, de Paus, die zijn oog op Jeruzalem heeft laten vallen daar deze meent, met Christus inderdaad rech te moeten spreken over de mensen der aarde. (http://users.skynet.be/courlisius/eindtijd1.html)

Slachtoffer en spijsoffer en dus ook een herbouw van de Tempel in het nationale Jeruzalem heeft opgehouden te bestaan in Christus zelf (Hebreeën 9:26)

Succes!

[biblebook]

Menucha schreef:

Het gaat hierover het herstel aan het Joodse volk, met Christus als wettige erfgenaam: de Messias.

Dan zeg ik:

Het gaat hierover het herstel van het Geestelijk Joodse volk, met Christus als wettige erfgenaam: de Messias.

Zie ook de 3 engengelnboodschap die gricht is aan allen die Christus navolgen in Geest en Waarheid (Openbaring 14:-)...terug te keren naar de roots van Gods wetten en geboden. Een herstel van de relatie tuusen God de Vader en de mens, waarin Christus ons voorging en het juiste voorbeeld gaf. God makt geen onderscheid tussen hen die Hem navolgen in de Gerechtigheid van Zijn wet en Christus als voorbeeld.

Een aards Jeruzalem kan nooit een beeld zijn van een Hemels Heiligdom noch van een Nieuw Jeruzalem. Nergens leert de Heiland dat het aardse Jeruzalem het Nieuwe is. Het is het oude Jeruzalem. Als het nationale Israël die Staat zou zijn die velen vermoeden alsook het nationale Jeruzalem dé stad der verlossing zou zijn, dan werd hetNieuwe Jeruzalem niet omschreven als komende nederdalend uit de hemel en omschreven als een stad die, volkomen afwijkt van hetaardse Jeruzalem.

Notabene: In Openbarin 19 11-16 staat duidelijkdat Christus met het Hemels Jeruzalem zal afdalen naar de aarde en Openbaring 21 lert dat dié stad getooid zal zijnals een bruid. Wel hoe is het dan mogelijk dat het aardse Jeruzalem een nieuwe kans krijgt, terwijl het 100 jaren, verwoest en al op een verlaten aarde zal zijn, waar allen Satan aanwezig is.

Openbaring 21:1-8

Het laatste gedeelte van de Openbaring toont de uitkomst van de strijd. Als alle dingen nieuw zijn
is het onvolmaakte verdwenen (zie ook es. 65:17 en 2 Petrus 3:13)
De Heilige Stad, het Heilige en Hemelse Jeruzalem zal een stad zijn die geheel verschilt van het huidige nationale Jeruzalem. Het is dan de stad van God zelf, in al opzichten volmaakt. Het komt immers vanuit de Hemel bij God vandaan en is niet door mensenhanden gemaakt.

De stad met de verlosten binnen haar muren, die 1000 jaren eerder in die stad werden opgenomen is getooid als een bruid. Volledig in overeenstemming met de profetie (Christus) die de verlosten er ook in ontving en met hen Heilig Avondmaal in die Heilige Stad hield.

De relatie tussen het Hemelse Jeruzalem waar dus ook de Geestelijke Joden wonen, het waarlijke volk ISraël uit alle stam, taal, natie en volk zal gelijken op een reine en heilige bruid, die Christus de Bruidegom, door Zijn Liefde voor zich gewonnen heeft.

Openbaring 21 vers 1-8

1 En ik zag een nieuwen hemel en ene nieuwe aarde; want de eerste hemel en de eerste aarde waren voorbij gegaan, en de zee was niet meer.
2 En ik zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, van God uit den hemel nederdalen, toebereid als ene bruid, die voor haren man versierd is.3 En ik hoorde ene grote stem uit den hemel, die zeide: Zie, de hut Gods is bij de mensen, en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen zijn volk zijn, en God zelf zal met hen zijn.
4 En God zal alle tranen van hunne ogen afwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geschrei, noch smart zal er meer zijn; want de eerste dingen zijn voorbijgegaan.
5 En die op den troon zat zeide: Zie, Ik maak alles nieuw. En hij zeide tot mij: Schrijf! Want deze woorden zijn getrouw en waarachtig.
6 En hij zeide tot mij: Het is geschied. Ik ben de Alpha en de Omega, het begin en het einde. Ik zal den dorstige om niet geven uit de fontein des levenden waters.
7 Wie overwint, die zal dit beërven, en ik zal zijn God zijn en hij zal mijn zoon zijn.
8 Maar de versaagden, en ongelovigen, engruwelijken, en moordenaars, en hoereerders, en tovenaars, en afgodendienaars, en alle leugenaars--hun deel zal zijn in den poel, die met vuur en zwavel brandt, hetwelk is de tweede dood.

En wat is er gebeurd met het nationale Israël en het nationale Jeruzalem, een Joods volk dat noodgedwongenb aan de kant van de wereld staat in plaats van het Koninkrijk der hemelen te prediken?.

Openbaring 18

1 En daarna zag ik een anderen Engel nederdalen van den hemel; die had ene grote macht, en de aarde werd verlicht van zijne heerlijkheid.
2 En hij riep met macht, met ene sterke stem, zeggende: Gevallen, gevallen is het grote Babel! Het is een verblijf van duivelen geworden, en ene gevangenis van alle onreine geesten, en ene gevangenis van alle onreine en gehate vogels.
3 Want van den wijn des toorns harer hoererij hebben alle volken gedronken, en de koningen der aarde hebben met haar hoererij bedreven, en de kooplieden der aarde zijn rijk geworden van hare grote weelde.
4 En ik hoorde ene andere stem van den hemel, die zeide: Gaat uit van haar, mijn volk, opdat gij geen deel hebt aan hare zonden, en opdat gij niet iets ontvangt van hare plagen;
5 want hare zonden reiken tot aan den hemel, en God gedenkt aan hare ongerechtigheden.
6 Vergeldt haar gelijk zij vergolden heeft, en doet haar dubbel naar hare werken; en schenkt haar den kelk, dien zij u ingeschonken heeft, dubbel in.
7 Zoveel als zij zichzelve heerlijk gemaakt en hare weelde gehad heeft, schenkt haar zoveel pijniging en rouw in, want zij zegt in haar hart: ik zit als ene koningin, en ben geen weduwe, en zal geen rouw zien.
8 Daarom zullen hare plagen op één dag komen, namelijk dood, rouw en honger; met vuur zal zij verbrand worden; want sterk is God de Heer, die haar oordeelt.
9 En de koningin der aarde, die met haar gehoereerd en zich in weelde gebaad hebben, zullen haar bewenen en over haar rouwklagen, als zij den rook van haren brand zullen zien;
10 en zij zullen van verre staan uit vrees voor hare pijniging, en zeggen: Wee, wee u, grote stad Babel, sterke stad! want in één uur is uw oordeel gekomen.
11 En de kooplieden der aarde zullen wenen en rouw dragen over haar, omdat niemand hunne waar meer kopen zal:
12 de waar van goud en zilver en edelgesteente en paarlen, en fijn lijnwaad en purper en zijde en scharlaken, en allerlei welriekend hout, en allerlei voorwerpen van ivoor, en allerlei voorwerpen van kostelijk hout en van koper en van ijzer en van marmer,
13 en kaneel en reukwerk en balsem en wierook, en wijn en olie, en meelbloem en tarwe, en vee en schapen, en paarden en wagens, en lichamen en zielen der mensen.
14 En de vrucht, waaraan uwe ziel lust had, is van u geweken; en al wat lekker en heerlijk was, is voor u verloren en gij zult het niet meer vinden.
15 De kooplieden van zulke waren, die rijk geworden zijn van haar, zullen van verre staan, uit vrees voor hare pijniging, wenende en rouwklagende,
16 en zeggen: Wee, wee de grote stad, die bekleed was met fijn lijnwaad en purper en scharlaken, en versierd was met goud en edelgesteente en paarlen! Want in één uur is al die rijkdom verwoest.
17 En alle stuurlieden, en allen, die op enige plaats varen, en het scheepsvolk en zovelen de zee bouwen, stonden van verre,
18 en riepen, toen zij den rook van haren brand zagen en zeiden: Welke [stad] was aan deze grote stad gelijk?
19 En zij wierpen stof op hunne hoofden, en riepen, wenende en rouwklagende, en zeiden: Wee, wee de grote stad, in welke allen, die schepen in zee hadden, rijk geworden zijn van hare kostelijkheid! Want in één uur is zij vernield.
20 Verblijdt u over haar, gij hemel, en gij heiligen en apostelen en profeten, want God heeft uwe rechtzaak aan haar geoordeeld!
21 En een sterke Engel hief een steen op als een groten molensteen, en wierp hem in de zee, en zeide: Met zulk een geweld zal de grote stad Babel verworpen en niet meer gevonden worden.
22 En de stem van de zangers en snarenspelers, van de fluitspelers en bazuinblazers, zal niet meer in u gehoord worden, en geen kunstenaar van enige kunst zal meer in u gevonden worden, en het geluid des molens zal in u niet meer gehoord worden,
23 het licht van de lamp zal in u niet meer schijnen, en de stem des bruidegoms en der bruid zal in u niet meer gehoord worden; want uwe kooplieden waren de groten der aarde; want door uwe toverij zijn alle volken verleid geworden.
24 En het bloed der profeten en der heiligen is in haar gevonden geworden, en van al degenen, die op de aarde zijn omgebracht.

Is nu op deze aarde nog plaats voor een verlossingsplan dat zijn ontluiking -notabene door Christus- zal ervaren? Zo te zien niet, zoals Christus dat laat optekenen door Johannesn op Patmos. Want het zijn wél de woorden van Christus die deze profetische voorspelling doet.

[biblebook]

Menucha schreef:

Het gaat hierover het herstel aan het Joodse volk, met Christus als wettige erfgenaam: de Messias.

Dan zeg ik:

Het gaat hierover het herstel van het Geestelijk Joodse volk, met Christus als wettige erfgenaam: de Messias.

Zie ook de 3 engelenboodschap die gricht is aan allen die Christus navolgen in Geest en Waarheid (Openbaring 14:-)...terug te keren naar de roots van Gods wetten en geboden. Een herstel van de relatie tuusen God de Vader en de mens, waarin Christus ons voorging en het juiste voorbeeld gaf. God makt geen onderscheid tussen hen die Hem navolgen in de Gerechtigheid van Zijn wet en Christus als voorbeeld.

Een aards Jeruzalem kan nooit een beeld zijn van een Hemels Heiligdom noch van een Nieuw Jeruzalem. Nergens leert de Heiland dat het aardse Jeruzalem het Nieuwe is. Het is het oude Jeruzalem. Als het nationale Israël die Staat zou zijn die velen vermoeden alsook het nationale Jeruzalem dé stad der verlossing zou zijn, dan werd hetNieuwe Jeruzalem niet omschreven als komende nederdalend uit de hemel en omschreven als een stad die, volkomen afwijkt van het aardse Jeruzalem.

God roept zelfs op om uit te gaan van dat Grote Babylon en dus ook het aardse Jeruzalem. Het gaat immers niet om aardse wetten en geboden een een 3 voudige onreine geest die daar heerst, maar om een reine Geest en en Hemels gezag in een Hemels Heiligdom. De wet en de geboden vinden dan ook in een Hemelsae Ark en niet in een aardse, terug.

Notabene: In Openbaring 19 11-16 staat duidelijkdat Christus met het Hemels Jeruzalem zal afdalen naar de aarde en Openbaring 21 lert dat dié stad getooid zal zijnals een bruid. Wel hoe is het dan mogelijk dat het aardse Jeruzalem een nieuwe kans krijgt, terwijl het 100 jaren, verwoest en al op een verlaten aarde zal zijn, waar allen Satan aanwezig is.

Openbaring 21:1-8

Het laatste gedeelte van de Openbaring toont de uitkomst van de strijd. Als alle dingen nieuw zijn
is het onvolmaakte verdwenen (zie ook es. 65:17 en 2 Petrus 3:13)
De Heilige Stad, het Heilige en Hemelse Jeruzalem zal een stad zijn die geheel verschilt van het huidige nationale Jeruzalem. Het is dan de stad van God zelf, in al opzichten volmaakt. Het komt immers vanuit de Hemel bij God vandaan en is niet door mensenhanden gemaakt.

De stad met de verlosten binnen haar muren, die 1000 jaren eerder in die stad werden opgenomen is getooid als een bruid. Volledig in overeenstemming met de profetie (Christus) die de verlosten er ook in ontving en met hen Heilig Avondmaal in die Heilige Stad hield.

De relatie tussen het Hemelse Jeruzalem waar dus ook de Geestelijke Joden wonen, het waarlijke volk ISraël uit alle stam, taal, natie en volk zal gelijken op een reine en heilige bruid, die Christus de Bruidegom, door Zijn Liefde voor zich gewonnen heeft.

Openbaring 21 vers 1-8

1 En ik zag een nieuwen hemel en ene nieuwe aarde; want de eerste hemel en de eerste aarde waren voorbij gegaan, en de zee was niet meer.
2 En ik zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, van God uit den hemel nederdalen, toebereid als ene bruid, die voor haren man versierd is.3 En ik hoorde ene grote stem uit den hemel, die zeide: Zie, de hut Gods is bij de mensen, en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen zijn volk zijn, en God zelf zal met hen zijn.
4 En God zal alle tranen van hunne ogen afwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geschrei, noch smart zal er meer zijn; want de eerste dingen zijn voorbijgegaan.
5 En die op den troon zat zeide: Zie, Ik maak alles nieuw. En hij zeide tot mij: Schrijf! Want deze woorden zijn getrouw en waarachtig.
6 En hij zeide tot mij: Het is geschied. Ik ben de Alpha en de Omega, het begin en het einde. Ik zal den dorstige om niet geven uit de fontein des levenden waters.
7 Wie overwint, die zal dit beërven, en ik zal zijn God zijn en hij zal mijn zoon zijn.
8 Maar de versaagden, en ongelovigen, engruwelijken, en moordenaars, en hoereerders, en tovenaars, en afgodendienaars, en alle leugenaars--hun deel zal zijn in den poel, die met vuur en zwavel brandt, hetwelk is de tweede dood.

En wat is er gebeurd met het nationale Israël en het nationale Jeruzalem, een Joods volk dat noodgedwongenb aan de kant van de wereld staat in plaats van het Koninkrijk der hemelen te prediken?.

Openbaring 18

1 En daarna zag ik een anderen Engel nederdalen van den hemel; die had ene grote macht, en de aarde werd verlicht van zijne heerlijkheid.
2 En hij riep met macht, met ene sterke stem, zeggende: Gevallen, gevallen is het grote Babel! Het is een verblijf van duivelen geworden, en ene gevangenis van alle onreine geesten, en ene gevangenis van alle onreine en gehate vogels.
3 Want van den wijn des toorns harer hoererij hebben alle volken gedronken, en de koningen der aarde hebben met haar hoererij bedreven, en de kooplieden der aarde zijn rijk geworden van hare grote weelde.
4 En ik hoorde ene andere stem van den hemel, die zeide: Gaat uit van haar, mijn volk, opdat gij geen deel hebt aan hare zonden, en opdat gij niet iets ontvangt van hare plagen;
5 want hare zonden reiken tot aan den hemel, en God gedenkt aan hare ongerechtigheden.
6 Vergeldt haar gelijk zij vergolden heeft, en doet haar dubbel naar hare werken; en schenkt haar den kelk, dien zij u ingeschonken heeft, dubbel in.
7 Zoveel als zij zichzelve heerlijk gemaakt en hare weelde gehad heeft, schenkt haar zoveel pijniging en rouw in, want zij zegt in haar hart: ik zit als ene koningin, en ben geen weduwe, en zal geen rouw zien.
8 Daarom zullen hare plagen op één dag komen, namelijk dood, rouw en honger; met vuur zal zij verbrand worden; want sterk is God de Heer, die haar oordeelt.
9 En de koningin der aarde, die met haar gehoereerd en zich in weelde gebaad hebben, zullen haar bewenen en over haar rouwklagen, als zij den rook van haren brand zullen zien;
10 en zij zullen van verre staan uit vrees voor hare pijniging, en zeggen: Wee, wee u, grote stad Babel, sterke stad! want in één uur is uw oordeel gekomen.
11 En de kooplieden der aarde zullen wenen en rouw dragen over haar, omdat niemand hunne waar meer kopen zal:
12 de waar van goud en zilver en edelgesteente en paarlen, en fijn lijnwaad en purper en zijde en scharlaken, en allerlei welriekend hout, en allerlei voorwerpen van ivoor, en allerlei voorwerpen van kostelijk hout en van koper en van ijzer en van marmer,
13 en kaneel en reukwerk en balsem en wierook, en wijn en olie, en meelbloem en tarwe, en vee en schapen, en paarden en wagens, en lichamen en zielen der mensen.
14 En de vrucht, waaraan uwe ziel lust had, is van u geweken; en al wat lekker en heerlijk was, is voor u verloren en gij zult het niet meer vinden.
15 De kooplieden van zulke waren, die rijk geworden zijn van haar, zullen van verre staan, uit vrees voor hare pijniging, wenende en rouwklagende,
16 en zeggen: Wee, wee de grote stad, die bekleed was met fijn lijnwaad en purper en scharlaken, en versierd was met goud en edelgesteente en paarlen! Want in één uur is al die rijkdom verwoest.
17 En alle stuurlieden, en allen, die op enige plaats varen, en het scheepsvolk en zovelen de zee bouwen, stonden van verre,
18 en riepen, toen zij den rook van haren brand zagen en zeiden: Welke [stad] was aan deze grote stad gelijk?
19 En zij wierpen stof op hunne hoofden, en riepen, wenende en rouwklagende, en zeiden: Wee, wee de grote stad, in welke allen, die schepen in zee hadden, rijk geworden zijn van hare kostelijkheid! Want in één uur is zij vernield.
20 Verblijdt u over haar, gij hemel, en gij heiligen en apostelen en profeten, want God heeft uwe rechtzaak aan haar geoordeeld!
21 En een sterke Engel hief een steen op als een groten molensteen, en wierp hem in de zee, en zeide: Met zulk een geweld zal de grote stad Babel verworpen en niet meer gevonden worden.
22 En de stem van de zangers en snarenspelers, van de fluitspelers en bazuinblazers, zal niet meer in u gehoord worden, en geen kunstenaar van enige kunst zal meer in u gevonden worden, en het geluid des molens zal in u niet meer gehoord worden,
23 het licht van de lamp zal in u niet meer schijnen, en de stem des bruidegoms en der bruid zal in u niet meer gehoord worden; want uwe kooplieden waren de groten der aarde; want door uwe toverij zijn alle volken verleid geworden.
24 En het bloed der profeten en der heiligen is in haar gevonden geworden, en van al degenen, die op de aarde zijn omgebracht.

Is nu op deze aarde nog plaats voor een verlossingsplan dat zijn ontluiking -notabene door Christus- zal ervaren? Zo te zien niet, zoals Christus dat laat optekenen door Johannesn op Patmos. Want het zijn wél de woorden van Christus die deze profetische voorspelling doet.
Het staat mij overigens ergens bij dat Daniël 9:25 in de Talmoedische wet wordt ontkend en degene die dat onderzoeken allerlei verschrikkelijke dingen wordt toegewenst, feitelijk dus Jezus in de profetie van Zijn verschijning. Ik zou het moeten opzoeken!
Joodse of christelijke tradities zijn geen fundament voor de navolging van Christus. Het zijn menselijke ideeën van Gods wet. Navolging van Christus gebeurt alleen door Geest en Getuigenis. Joh. 3:3-8 en Johannes 16: 7-13 en 2 Korinthiërs 3:18

Deze eisen van de Heilige Geest gelden dus voor alle mensen, ook voor de Joden! Alleen Christus is de Deur tot het Koninkrijk der Hemelen.

Ik ben dankbaar dat God de Vader heeft beloofd heeft mij, in Christus, Zijn Heilige Geest beloofd heeft te geven. Ik wil dat God de Vader door Christus en in Christus het beeld in mij vernieuwt. Ik wil Hem dagelijks in mijn leven uitnodigen, en Zijn leiding woeken. Vrij van menselijke geboden en wetten. Door meditatie en gebed en vertrouwen op Zijn kracht alleen wil ik het Levende Schriftwoord door de Heilige Geest geleid leren kennen en toepassen voor anderen, die zoekende en lijdende zijn in deze wereld. Ik wil mijn Geestelijke gaven leren ontdekken en die gebruiken tot Gods eer, in Christus Jezus alleen.

[Menucha]

Biblebook,
Misschien is het je al opgevallen: maar ik ben het volstrekt NIET met je eens! Het is volslagen onzin dat je de bijbel geestelijk/symbolisch zou nemen wat betreft de profetieën.

Wil je beweren dat Jeruzalem Babel is in openbaring?? en het herstelde Babel in Irak dan??

In openbaring 19:11-16 gaat het helemaal niet over het hemelse Jeruzalem dat nederdaalt met Christus.

Waar leer je dit eigenlijk????

[Divrei Shmuel]

Menucha,

Lijkt mij duidelijk uit welk vaatje biblebook tapt. Hij noemt het jaar 1844 als jaar van de komst van de Christus - zevende dags adventisten leer dus. Soms zetten ze puntjes op de i, net als leden van het Wachtorengenootschap, of elk ander kerkgenootschap. Iedereen zegt wel iets of meer waars in zijn leer. Maar overal is ook dwaling. Niemand kan de waarheid geheel omvatten en dus ook kerkgenootschappen niet. DE Waarheid kan ons wel doorgronden. Het wordt pas erg als mensen denken alles te weten, en kerkgenootschappen denken een rechte leerstuk te hebben terwijl het een dwaling is. Nu zien we nog als door een spiegel. Later zal ons alles klaar zijn, want dan is Hij alles in allen.

Sam

[huub]

Biblebook,

ik heb ook wat kritische aanmerkingen:

Als je Openbaring 18:9-19 nog eens leest, kun je maar zo zien, dat met Babylon niet de hele wereld bedoeld wordt. Er wordt immers door koningen, kooplieden en scheepslieden rouw bedreven, want er is een verschrikkelijke POLITIEKE en ECONOMISCHE ramp gebeurd! Zijzelf zijn nog wel overgebleven, dat moet je wel onderscheiden. Je mag er niet van maken dat de hele aarde tot een puinhoop wordt!
Babylon is volgens mij het gebied waar de antichrist -roomskatholieke kerk? ook een mogelijk discussiepunt- zijn invloed zeer sterk heeft doen gelden. En naar aanleiding van Openbaring 8 - over het derde deel der aarde, dat verwoest wordt - meen ik te mogen concluderen dat het een derde deel van de aarde betreft, maar zeker niet de gehele wereld!
In jouw visie kan ik o.a. Zacharia 14 totaal niet plaatsen, dat hoofdstuk botst echt met jouw visie! Check het maar!

[Menucha]

Zou er met Babylon niet gewoon Babel kunnen bedoeld worden, als hoofdstad van de wereld, in het wereldrijk van de antichrist?

[huub]

Menucha,

ik ben het helemaal met je eens, dat je de 70 jaarweken letterlijk neemt. Dat moet je dan wel consequent volhouden. Overigens, ik denk dat 2e helft van vers 26 en van vers 27 (van daniel 9) na de 490 jaren vervuld zijn, wat niet in tegenspraak is met: na 62 (+7) weken.
Maar hoe kom je erbij dat bij de verwoesting van Jeruzalem de dag des Heeren begint? Dat de dag des Heeren aan het eind van de 70 jaarweken is en de joden dan tot bekering komen? Dat is toch niet vervuld of zie ik dat nou verkeerd?

[Menucha]

nee en dat is dus ook mijn punt dat de 70e week nog niet begonnen is..

[huub]

Menucha,

Ben je het met me eens dat de hoer en Babylon met elkaar te maken hebben? Deze staan in verband met elkaar, dat zie je misschien wel op zijn duidelijkst in Openb. 17:5:

En op haar (nl. hoer) voorhoofd was een naam geschreven, namelijk Verborgenheid; het grote Babylon, de moeder der hoererijen en der gruwelen der aarde.

Het scharlakenrood beest met zeven hoofden en tien hoornen in Op. 17:3 wordt door de hoer bestuurd. Dat beest is een bepaalde groep van koningen en keizers, d.w.z. die de wereldmacht hebben. Deze koningen hebben van de wijn van de hoer gedronken. Ik denk dat het zo uitgelegd moet worden: De koningen en keizers -in het beest vertegenwoordigd- staan onder invloed van de hoer. Deze hoer is een kerkelijke macht. En ik ben sterk geneigd, deze kerkelijke macht te noemen: de roomse kerk. Want die kerk heeft eeuwen geleden zeer, zeer veel bloed vergoten van de heiligen, zie Op. 17:6.
Conclusie: Babylon is de plaats waar de hoer, een kerkelijke macht, haar macht heeft getoond.
Wees maar goed kritisch, ik wil ontzettend graag meer leren!

[huub]

Heey Menucha,

de 70e week stopte toch met het jaar 34? Of ben ik gek?
Dan. 9:27a gaat m.i. over de 70e week en Jezus heeft dat in het jaar 31 vervuld

[Menucha]

Of je gek bent weet ik niet maar de 70e week is zeker niet gestopt in het jaar 31, hij is zelfs nog niet eens begonnen!!

"Hij" in vers 27 is niet de Messias, maar de vorst die een verbond aangaat met de Joden, dus ook geen hoofdletter!!

[Menucha]

hier valt oo veel te lezen:

http://www.bijbels-panorama.nl/S12_petr ... laats.html

http://www.bijbels-panorama.nl/S07_opna ... kking.html

http://www.bijbels-panorama.nl/S33_Wat_ ... orden.html

zo voorlopig zijn jullie allemaal heel erg zoet!!

groet
Menucha

[huub]

ik heb alles doorgelezen. Er valt zeer veel uit te leren. Veel dingen, die schijnbaar geen betekenis hadden, zijn nu duidelijk voor me. Dit is nou echt schrift met schrift vergelijken! Ik moet het nog verwerken, het duizelt me allemaal nog, toch voel ik aan: Hierin is veel waarheid!