Berichtdoor Ewan » 27 mar 2012 07:53
Mij vraag, zijn de volgende stellingen nog steeds van kracht?
Rechtvaardiging is een transformatie van de ziel waarin de erfzonde is weggedaan en heiligmakende genade is ingegeven [1987-1995].
Initiële rechtvaardiging is door middel van de doop [1262-1274].
Volwassenen moeten zich voorbereiden op rechtvaardiging door middel van geloof en goede werken [1247-1249]
De gerechtvaardigden zijn in zichzelf heerlijk en heilig in Gods oog [1992, 1999-2000, 2024].
Rechtvaardiging wordt bevorderd door sacramenten en goede werken [1212, 1392, 2010].
Rechtvaardiging kan men verliezen door doodzonde [1033, 1855, 1874].
Katholieken schuldig aan doodzonde worden opnieuw gerechtvaardigd door het sacrament van penitentie [980, 1446].
Verlossing van de eeuwige consequenties van zonde is een levenslang proces [161-162, 1254-1255].
Redding wordt bereikt door samenwerking met genade door geloof, goede werken en deelname aan de sacramenten [183, 1129, 1815, 2002].
Geloof betekent geloof in God en de vastberaden acceptatie van alles wat de Kerk voordraagt voor geloof [181-182, 1814].
Heiligende genade is een kwaliteit van de ziel, een bovennatuurlijke dispositie die de ziel vervolmaakt [1999-2000].
De sacramenten zijn noodzakelijke kanalen voor de continue infusie van genade. Ze schenken genade krachtens de rite die uitgevoerd wordt [1127-1129].
Genade wordt verdiend door goede werken [2010, 2027].
Vergeeflijke zonden geven geen aanleiding tot eeuwige bestraffing [1855, 1863].
Ernstige zonden moeten beleden worden aan een priester [1456-1457].
De priester vergeeft zonde als een rechter [1442, 1461].
Wanneer de schuld van zonde is vergeven, blijft nog de tijdelijke bestraffing1 [1472-1473].
Handelingen van penitentie brengen genoegdoening voor de tijdelijke bestraffing1 van zonde [1434, 1459-1460].
Aflaten uitgedeeld door de Kerk voor handelingen van vroomheid bevrijden zondaars van tijdelijke bestraffing1 [1471-1473].
Het vagevuur is noodzakelijk om zonde te verzoenen en voor het reinigen van de ziel [1030-1031].
Arme zielen die lijden in het vagevuur kunnen geholpen worden door de levenden op aarde door het offeren van gebeden, goede werken en de offerande van de Mis [1032, 1371, 1479].
Niemand kan weten of hij het eeuwige leven zal bereiken [1036, 2005].
Eeuwig leven is een verdiende beloning [1821, 2010].
De Rooms-katholieke Kerk is noodzakelijk voor redding [846].
DE MIS
DE RKK LEERT
Het Laatste Avondmaal was een echte offerande waarin Christus’ bloed werd uitgestort voor onze zonden in de beker [610-611, 621, 1339].
Het brood en de wijn worden werkelijk lichaam en bloed van Christus [1373-1377].
Christus’ lichaam en bloed existeren geheel in elk fragment van het geconsacreerd brood en de wijn, in elke Rooms-katholieke kerk over de hele wereld [1374, 1377].
Het geconsacreerde brood en wijn zijn hemels voedsel die iemand helpen het eeuwige leven te bereiken [1392, 1405, 1419].
God verlangt ernaar dat geconsacreerd brood en wijn worden aanbeden als zijnde goddelijk [1378-1381].
Christus heeft bepaalde mannen geordineerd tot een ministerieel priesterschap om het offer van het kruis te bestendigen [1142, 1547, 1577].
Het Misoffer is het offer van het kruis [1085, 1365-1367]. Enkel de manier waarop wordt geofferd is verschillend [1367].
Het offer van het kruis wordt bestendigd in het Misoffer [1323, 1382].
De Mis maakt Christus aanwezig in Zijn dood en lijden [1353, 1362, 1364, 1367, 1409].
In elke Mis presenteert de priester het offer van Christus aan de Vader [1354, 1357].
De Mis is een onbloedig offer dat zonden verzoent van de levenden en de doden [1367, 1371, 1414].
Elk Misoffer bedaart Gods toorn tegen zonde [1371, 1414].
De gelovigen ontvangen in de volste mate de baten van het kruis door het Misoffer [1366, 1407].
Het offerwerk van de verlossing wordt continu uitgewerkt door het Misoffer [1364, 1405, 1846].
De Kerk moet het offer van Christus bestendigen voor de redding van de wereld [1323, 1382, 1405, 1407].
MARIA
DE RKK LEERT
Maria werd bewaard van elke vlek van erfzonde, van bij het begin van haar bevruchting (de doctrine van de Onbevlekte Ontvangenis) [490-492].
Maria, “de Allerheiligste” (“the All-Holy”), leefde een volmaakt zondeloos leven [411, 493].
Maria was een maagd vóór, tijdens en na de geboorte van Christus [496-511].
Maria is de Moeder van God [963, 971, 2677].
Maria is de Moeder van de Kerk [963, 975].
Maria is mede-verlosseres, omdat zij met Christus participeerde in de pijnlijke handeling van de verlossing [618, 964, 968, 970].
Wij moeten ons toevertrouwen aan Maria door ons “in het uur van onze dood volledig aan haar zorg” over te geven [2677].
God heeft Maria verhoogd in hemelse heerlijkheid als Koningin van Hemel en Aarde [966]. Zij moet geprezen worden met bijzondere devotie [971, 2675].
GEZAG
DE RKK LEERT
Petrus was het hoofd van de apostelen [552, 765, 880].
De bisschoppen zijn de opvolgers van de apostelen [861-862, 938].
De Paus, als de Bisschop van Rome, is de opvolger van Petrus [882, 936].
De bisschoppen, met de Paus als hun hoofd, besturen de universele Kerk [883, 894-896].
God heeft openbaring toevertrouwd aan Rooms-katholieke bisschoppen [81, 86].
Het Magisterium2 is de gezaghebbende leraar van de Kerk [85-87].
Het Magisterium is de onfeilbare vertolker van de Schrift [890-891, 2034-2035].
De Paus is onfeilbaar in zijn authoratieve leer 891].
Het Magisterium alleen heeft de bekwaamheid en het recht om de Schrift te interpreteren [85, 100, 939].
De Schrift moet geïnterpreteerd worden in de betekenis waarin ze werd gedefinieerd door het Magisterium [113, 199].
Het Magisterium heeft het recht de waarheid te bepalen die slechts vaag of impliciet gevonden wordt in openbaringen [66, 88, 2035, 2051].
Schrift en Traditie samen zijn het Woord van God [81, 85, 97, 182].
Schrift en Traditie samen zijn de hoogste geloofsregel van de Kerk [80, 82].
Somebody up there likes you