Maaarten:
Doordat onze cultuur zoveel misbruik maakt van seksualiteit, schieten christenen de hele tijd in het verweer tegen alle praktijken van seksualiteit die zich in onze cultuur voordoen die voor God niet kunnen bestaan. Ik denk dat het een gevaar is om dan een erg negatief beeld van seksualiteit te krijgen door alleen maar te praten over wat er allemaal niet mag. Christenen zouden juist vaker hun visie op seksualiteit positief moeten benoemen; dus hoe het juist wel hoort en hoe God het bedoelt heeft, in plaats van negatief, waar alleen maar gezegd wordt wat allemaal niet mag.
Je hebt gelijk dat veel christenen gelijk in een kramp schieten bij dit soort onderwerpen. Dat moesten ze niet doen. Alles vanuit het positieve benaderen is inderdaad beter. Als ik dat dan doe krijg je tegengeworpen dat je het wat te makkelijk ziet. Alhoewel ik het in grote lijnen wel met je eens bent, zie ik niet zo duidelijk wat God bedoelt heeft en/of wat niet zou kunnen bestaan. Het heeft dus alles te maken met een bepaalde manier van bijbellezen. Als ik mij beperk tot het topic denk ik dat er wel ergere zaken zijn dan een potje seks voor het huwelijk. In de praktijk (van mijn kerk) hoor ik er nooit over en elke week staan er wel stelletjes op de stoep om dominee om een zegen te vragen over hun samengaan. Ik zou hopen dat er in reformatorische kringen ook wat meer lucht zou komen tussen beoogd ideaal en werkelijkheid en dat dit ook niet zo negatief geduid zou worden.
Van Cicero: ter onderstreping van wat ik bedoel met ander Bijbellezen (zelf zou ik het nooit zo kunnen zeggen):
De termen 'instelling van het huwelijk' en 'scheppingsorde' of '-instelling' maken mij behoorlijk sceptisch, om twee redenen. Ten eerste is Gen. 2 niet een juridische tekst (het woord instelling, huwelijk of scheppingsorde komt niet voor) en je neemt nogal wat adem uit het verhaal als je er precieze voorschriften uit wilt afleiden. De strekking in algemene zin is mijns inziens dat menszijn tot vervulling komt in het samenzijn met andere mensen, en dat wordt voor de schrijver het beste geïllustreerd in het partnerschap van man en vrouw.
In de tijd van de schrijver bestonden ook geen andere relatievormen. Genesis is niet voor ons geschreven, maar (even christelijk gesproken) het is een tekst geaccommodeerd aan het begrip van Israël in die tijd (net zoals Jezus in gelijkenissen soms strikt genomen foutieve info geeft, zoals over het mosterdzaadje).
Als je er dus een objectieve blauwdruk van wilt maken over het huwelijk dan overvraag je de tekst.Ten tweede zie je wat er gebeurt als mensen in Genesis een scheppingsorde willen lezen: men projecteert de eigen opvattingen in het verhaal terug, en ook net hoe het voor het retorische doel uitkomt. Philo bijvoorbeeld leidt uit het feit dat de mens als laatste is geschapen af dat die a.h.w. de stuurman op het schip der schepping is. 1 Tim. 2 leidt uit het feit dat de vrouw als tweede is geschapen dat de vrouw dus onder de man staat. In Tobit geldt het als een Mozaïsch voorschrift dat je binnen de familie trouwt, quod non. Etcetera.
Daarom ben ik heel voorzichtig om de eerste hoofdstukken van Genesis te veel als een prescriptieve tekst te lezen, zeker als die voorschriften nogal goed lijken uit te komen in het wereldbeeld van de lezer.
Want net zoals je uit de verhalen over polygame huwelijken kunt afleiden dat ze 'eigenlijk' niet goed zijn, zou je uit de verhalen over trouwen binnen de familie kunnen afleiden dat je 'eigenlijk' binnen de familie moet trouwen, zoals Tobit doet.