surfer schreef:Hier een opmerkelijke vergissing van (alweer) Mattheus:
Mattheus 27:9 Toen is vervuld geworden, hetgeen gesproken is door den profeet Jeremia, zeggende: En zij hebben de dertig zilveren [penningen] genomen, de waarde des Gewaardeerden van de kinderen Israels, Denwelken zij gewaardeerd hebben;
In Jeremia is echter niets te vinden over zilveren penningen.
Er zijn in de bijbel drie teksten te vinden over zilverlingen, daarvan staat er één in Exodus en twee in Zacharia.
Exodus 21 32 Indien de os een knecht of een dienstmaagd stoot, hij zal zijn heer dertig zilverlingen geven, en de os zal gestenigd worden.
Zacharia 11 12 Want ik had tot henlieden gezegd: Indien het goed is in uw ogen, brengt mijn loon, en zo niet, laat het na. En zij hebben mijn loon gewogen, dertig zilverlingen.
13 Doch de HEERE zeide tot mij: Werp ze henen voor den pottenbakker: een heerlijken prijs, dien ik waard geacht ben geweest van hen! En ik nam die dertig zilverlingen, en wierp ze [in] het huis des HEEREN, voorden pottenbakker.
Het kan heel goed dat er in een vroeg handschrift een fout is geslopen, waardoor er in het gros van de handschriften 'Jeremia' staat ipv 'Zacharia'. Er wordt hier voor het gemak van een fout in de Bijbel uitgegaan, en dat doet me een beetje pijn: er wordt niet een eerlijk onderzoek verricht.
Over de aanhaling van Johannes. Als Johannes, want daar komt het op neer, op een brute wijze woorden uit Jezus' mond doet gaan, die Hij helemaal niet heeft gezegd, moeten er wel mensen geweest zijn in die tijd die dit aan hebben gegeven. Daarvoor is geen enkele grond.
Dat Jezus een psalm aanhaalt en toepast (als de psalm daar niet direct op Hemzelf slaat), is ook helemaal niet nieuw. Bij Zijn laatste kruiswoord, "Vader, in Uw handen beveel Ik mijn geest", haalt Hij psalm 31 aan. Een hele schare mensen was hier getuige van. Verder psalm 22, ook een hele bekende. Ik denk dat het niet fout is om te zeggen dat David hierin vaak een type was van Jezus.
Volgens dezelfde Johannes wist Jezus echter al in een vroeg stadium dat Judas niet te vertrouwen was
Jezus was ook God! Hij wist dus wat Hem te wachten stond. Blijkt uit zeer veel plaatsen, Hij zei ook van Petrus dat die Hem zou verraden.
Laat ons dan met vrijmoedigheid toegaan tot den troon der genade, opdat wij barmhartigheid mogen verkrijgen, en genade vinden, om geholpen te worden ter bekwamer tijd. (Hebr. 4:16)