Nee hoor, u doet het niet verkeerd omdat u op mijn teksten ingaat, maar omdat u ze uit de context haalt waarin ik ze heb aangehaald en ze meteen aan uw eigen leer koppelt, zonder dat u de inhoud van mijn argumenten weerlegt. (op Bijbelse gronden)
U zegt bijv. dat de wedergeboorte als eerst komt en 'bewijst' dat door het gesprek van Jezus met Nicodemus.
Dan ga ik daar op in (dus ik verwerp NIET blind uw argumenten) door te stellen dat m.i. dat is omdat Nicodemus een leraar was en die dingen dus behoorde te weten en omdat hij dacht zoals de farizeërs dachten, dat alles goed was omdat ze Abraham tot een vader hadden, en zeiden dat God hun Vader was.
In dat geval is het van het grootste belang dat hij wist dat hij ook wedergeboren moest worden.
Zo laat ik zien dat dit gesprek nooit is bedoeld om een leer aan op te hangen.
Als de Heere Jezus spreekt dan neemt Hij altijd ook de leer in acht. Zijn spreken was dogmatisch correct. Dus ik kan zeker wel uit een uitspraak van de Heere Jezus ook een dogmatisch punt bewijzen. En ik ben het ook in het geheel eens met uw exegese van de tekst. Maar dat maakt mijn punt niet minder waar, eerder is het een bevestiging daarvan. Dat is niet omdat ik een bepaalde leer er in leg en daarna er uit haal. Maar dat zit er gewoon in. Ik begrijp de context heel goed maar dat veranderd niets aan de betekenis van deze tekst en uw volgend voorbeeld bewijst dat eigenlijk:
Anders zou je met evenveel recht kunnen zeggen dat een mens eerst alles moet verkopen wat hij heeft en het de armen geven, voordat hij Jezus kan gaan volgen, want dat heeft Jezus nl. ook gezegt.
Kijk hier maakt de context wel verschil aan de uitleg van de tekst. Maar dat kan u toch niet serieus van de andere tekst menen. Want u wilt niet zeggen dat alleen degene die Farizeeer zijn en geloven dat omdat ze Abrahams zaad zijn wedergeboren dienen te worden om het koninkrijk Gods te kunnen zien? Want dan had er wel gestaan: "tenzij u of jullie farizeeers of jullie joden..." maar er staat in de tekst "tenzij dat iemand...". Heel duidelijk laat de Heere Jezus zien dat dat alle mensen aangaat en niet alleen Nicodemus daar. Terwijl het voorbeeld wat u neemt heel persoonlijk gesproken/bevolen wordt aan de rijke jongeling. Maar er zijn vele andere teksten die de wedergeboorte noodzakelijk stellen. Bijvoorbeeld de tekst dat alles wat de Vader Hem gegeven heeft tot Hem zal komen en uiteraard Efeze 2:1-8. Of in het OT vlesen harten ipv stenenharten enzovoorts.
Jezus sloot bij iedereen afzonderlijk aan bij hun situatie, de samaritaanse vrouw is ook zo'n voorbeeld.
Dit is bijzonder waar, de Heere Jezus was altijd heel persoonlijk. Maar dat wil niet zeggen dat Hij daarvoor geen algemeen geldende zaken gebruikte. Bijzonder wanneer Hij het "voorwaar voorwaar" uitsprak dan waren dat algemene regels die voor iedereen gelden.
Maar u verteld alleen in allerlei toonaarden uw eigen leer en zegt dat mijn argumenten niet kloppen maar u kan dat Bijbels niet onderbouwen.
Uw argumentatie zwabbert een beetje want eerst heeft u er moeite mee dat ik alles met (naar uw mening misbruikte) Bijbelteksten kan onderbouwen en nu kan ik het niet Bijbels onderbouwen. Om met de kanttekenaren te zeggen: een oplettende lezer bepaald hier wat waar is.
Als ik aanhaal uit Openb.22: die wil die kome...enz. dan lees ik daar niet in wat u er allemaal in ziet.(omdat u door uw dogmatische bril kijkt). God is eenvoudig, Hij zegt wat Hij bedoelt en er is geen dubbele bodem in Zijn Woorden. En die ruime nodiging vind je op heel plaatsen terug in de Bijbel. ( komt allen tot Mij die vermoeit en belast zijt. Wie tot Mij komt...enz. Ik kan er wel een heleboel opnoemen maar ongetwijfelt weet u ze zelf ook wel.
Ik lees er ook geen dubbele bodem in die tekst alleen ik laat daarnaast ook de andere zaken van de Bijbel fier overeind staan. God roept ons voluit op tot bekering en beloofd ons voluit het eeuwige leven op het geloof in Zijn Zoon. Maar God leert ons ook dat we dit door de zondeval van onszelf niet meer kunnen. En die twee zaken blijven bij mij altijd overeind staan (dood en leven, zonde en genade enz..). Ik wissel de een niet in ten gunste van de ander. En dat dit ons in een moeilijkheid brengt dat is waar, want dat betekend dus dat ook de wet van het Evangelie ons verdoemd. Want eenmaal zal het de heidenen beter zijn in het gericht dan degene die het Evangelie gehoord hebben en niet bekeerd zijn. En dat moet ons in de nood voor Zijn aangezicht brengen en daar wil de Heere het uit louter genade schenken. En dan wordt die rechtvaardigheid van het Evangelie een poort naar het paradijs. Zo is het Evangelie voor de één een reuk des levens ten leven en voor de ander een reuk des doods ten dode.
En uiteraard toets ik alles aan mijn kader van denken als ik de Bijbel lees, maar dat is niet omdat ik de Bijbel wantrouw maar omdat ik ook elke keer weer toets dat wat ik geleerd ben ook waarlijk de leer van de Bijbel is. Om een voorbeeld te noemen als ik lees in Jakobus 2:14 "Wat nuttigheid is het, mijne broeders, indien iemand zegt dat hij het geloof heeft, en heeft de werken niet? Kan dat geloof hem zalig maken?". Als ik dat voor de eerste keer tegenkom dan denk ik gelijk... ho even.. ik ben toch geleerd dat we door het geloof alleen zalig worden? Wat zegt Jakobus nu dan? Dan zijn er voor mij op dat moment twee oplossingen: of ik kan door de context en goede uitleg waarbij de bedoeling van de Apostel me duidelijk wordt het inplaatsen in mijn leer. Of mijn leer is fout. Meer mogelijkheden zijn er niet. Uiteraard zal ik (net als iedereen overigens die overtuigt is van de waarheid van zijn leer) veel moeite doen om het eerste te bewijzen. Maar dat wil niet zeggen dat ik niet open sta voor andere zaken. Zo kwam ik recent nog een foutief gebruikte tekst in de dogmatiek boeken van Ds. G.H. Kersten tegen. Dan ga ik niet zeggen dat ik dat hoe dan ook moet kunnen verdedigen, daar was Ds. G.H. Kersten gewoon fout. In dit geval deed het niet af aan de waarheid die beschreven werd gelukkig.
Maar ook u kijkt vanuit een bepaalde optiek naar de Bijbel, en u zult ook daarvoor strijden om deze niet kwijt te raken omdat het voor u ook om een gewichtige zaak gaat. Anders hadden we nu ook geen discussie.
Marnix,
Als iemand je vraagt: "Wat moet ik doen om behouden te worden?", wat is dan je antwoord?
A. Je kan niks doen, het moet je gegeven worden, je moet uitverkoren zijn.
B. Bekeer je, ga God dienen en volgen, geloof en je zult behouden worden.
Ik zou beide antwoorden maar ik zou ze iets anders verwoorden, waarbij zowel de verantwoordelijkheid van de mens naar voren komt als de soevereiniteit van God op een naar mijn gevoel zeer evenwichtige manier. Geen onzekerheid voor degene die de kenmerken van genade vertonen, maar ook geen onzekerheid dat we iemand op valse gronden naar de eeuwigheid laten reizen:
A. Door onze zondeval zijn we zo diep gevallen dat we uit onszelf niet meer terug bij God kunnen komen.
B. Maar wie Hem daar vlijtig, eerbiedig en met ootmoed om vraagt en naar de tijd van overvloedige genade vuriglijk verlangt die mag Hem zeker verwachten. En dat is zeker voor degene die zeer sterk de begeerte hebben om zich tot God te bekeren, Hem alleen te behagen en van het lichaam des doods verlost te worden en nog niet zover gekomen zijn in de weg der godzaligheid en geloof als zij wel wilden.
Jantjes,
Ik sluit me aan bij het verhaal van Elbert.