Ik ben het wel met je eens, ook al gebruiken we wat andere woorden en omschrijvingen.
Min of meer wel ja

Alleen dat nee zeggen in Adam vind ik wat ingewikkeld, want God was wel hun schepper, en God blijft zijn schepping onderhouden.
Dat klopt, door de zondeval is de Schepping (waaronder de mensheid) niet overgegeven aan de natuurkrachten. God houdt alles in stand. Nadat Adam (en allen in hem) het werkverbond verbrak door toch te eten van de boom der kennis vertelde God dat er een ander verbond bestond/komen zal (daar ben ik dus zelf nog niet uit) en dat iedereen die geloofde in het offer van Jezus Christus de beloften van de verbond deelachtig zullen worden.
Bijvoorbeeld bij Kain en Abel heeft God toch een duidelijke bemoeienis met hen beiden.
Dat klopt ook, wij zijn dan allemaal van nature vijanden van God geworden, dat wil niet zeggen dat God geen bemoeienis heeft met ons, als Hij dat niet zou hebben werd er niemand bekeerd, als Hij alleen bemoeienis zou hebben met de uitverkorenen, dan zouden de niet-uitverkorenen kunnen zeggen ‘ich habe es nicht gewürst’.
Het is m.i. niet zo dat Adam en Eva vriend van de duivel waren geworden nadat ze van DE boom hadden gegeten.
Zo maar wat vragen aan jou:
1. Heeft Jezus Christus niet gezegd dat wie niet voor Hem is, tegen Hem is? (En wie niet tegen Hem, voor Hem is?)
2. Zegt de Heidelberger Cathechismus in Zondag 2 niet: ‘
Nee, want naar mijn aard (natuur) ben ik erop uit om God en mijn naaste te haten’?
3. Zegt de Heidelberger Cathechismus in Zondag 4 niet dat de zonde ons aangeboren is?
Wil God zo’n ongehoorzaamheid en afval ongestraft laten? Beslist niet, maar God vertoornt Zich verschrikkelijk, zowel over de zonde die ons aangeboren is als over de zonden die wij doen. Hij wil die dan ook door een rechtvaardig oordeel in tijd en eeuwigheid straffen
Zo maar een beschrijving van de ongelovige, (=) natuurlijke mens (in zijn natuurstaat, de ‘aard waarin/waarmee hij geboren is’) 1 Kor. 2:14
de onvruchtbare (Matt. 13:22)
een vriend van de wereld (Jak. 4:4)
de oude mens die ten verderve gaat (Ef. 4:22)
een kind der hel (Matt. 23:15)
een zoon des duivels (Hand. 13:10; 1 Joh. 3:10)
slaven der zonde (Rom. 6:17)
kinderen van de boze (Matt. 13:38)
kinderen der ongehoorzaamheid (Ef. 2:2; 5:6)
kinderen des toorns (Ef. 2:3)
kinderen der vervloeking (2 Petrus 2:14)
dwazen (Rom. 1:22)
onverstandigen (1 Petrus 2:15)
Zij zaaien op de akker van hun vlees (Gal. 6:8)
Zij zijn in duisternis (Kol. 1:13)
En naar mijn overtuiging, die zondige natuur/aard wordt niet weggenomen (of verzacht) door de doop of door het verbond (an sich). In Adam zijn wij van God de Satan toegevallen. De zondige natuur is er, ongeacht of God een verbond met ons gesloten heeft want alleen de heilige Geest brengt bekering door het Woord (Sola Scriptura).