Er zijn verschillende wijzen van uitleggen van dit boek. Daar kun je de geschiedenis over langs gaan.
Zo is er bijvoorbeeld een joods-historische exegese, die er het beeld in ziet van God en zijn volk. Zo zou je in Hooglied 1:4 dan een verwijzing naar de uittocht van Israël uit Egypte kunnen zien.
Er zijn nog meer manieren om de inhoud van het boek niet letterlijk te nemen. Bekend is ook de opvatting, dat het hier zou gaan om Christus en zijn kerk. Een dergelijke opvatting valt bijvoorbeeld terug te vinden in de kanttekeningen van de Statenvertaling.
Zelf lees ik het boek gewoon zoals het er staat: letterlijk. Dat lijkt mij om te beginnen sowieso de meest hanteerbare wijze van opvatten. Ik voel er weinig voor om me in allerlei bochten te gaan wringen om er de meest fantastische betekenissen uit te toveren. Als je gewoon leest wat er staat, is dat wel zo helder. Speculeren over niet-letterlijke betekenissen kan altijd nog wel, als daar behoefte aan is.
Verder ben ik gewoon nuchter van karakter, 'down to earth' zo is het ook wel omschreven, dus dan zit je sowieso al niet zo te wachten op allergorische uitleggingen. Daar kan ik ook nog eens het feit bij noemen dat de Bijbel zelf nergens zegt of duidelijk maakt dat dat zou moeten. De allegorische uitleg vindt geen steun in de Bijbel zelf. Dan heb ik helemaal zoiets van: waarom zou ik dan nog? Laat me dan maar gewoon nuchter blijven.
Ik ben eigenlijk wel blij met zulke bijbelboeken, die eens aandacht vragen voor het menselijke leven, en gewoon eens eerst rustig de tijd nemen om dat eens geduldig en goed te bekijken - zeg maar het existentialistische perspectief - en pas in een heel laat stadium wat over God zeggen. Ik ben blij dat die er ook zijn. Daarin staat Hooglied niet alleen, maar Prediker heeft dat karakter ook. De kanten van het leven die bekeken worden verschillen alleen sterk.
Zulke nuchtere bijbelboeken sluiten goed aan bij mijn nuchtere karakter.
Ik citeer nog even een stukje tekst, zoals ik dat in mijn commentaren tegenkwam, en wat mij aansprak als een nuttig stuk tekst:
De aardse liefde wordt in het Hooglied als een groot geschenk van de Schepper beschreven, zonder in religieuze sfeer te worden gebracht. Alle nadruk ligt op het menselijke van een kostbaar gegeven. In de inleiding van zijn commentaar constateert Gerleman heel juist: 'In diesem rein Negativen, in dem Fehlen jeder Vergöttlichung des Sexualen' ligt een 'theologische Relevanz von höchsten Bedeutung'. Hij noemt ook terecht de 'völlig entmythisierte Gestalt' een 'theologische Leistung von höchster Bedeutung'. Op deze overtuiging berust ook de uitspraak van Gerhard von Rad in zijn Theologie des Alten Testaments I, o. 388: 'Es ist eine vielsagende Tatsache, dass in Israel jeder Versuch fehlt, die Sexualität und den Tod, die grossen Urkräfte der Natur, durch eine objektivierende Verselbständigung mythologisch darzustellen'. Daarom heeft het Hooglied terecht een plaats in de Heilige Schrift (...).
(Dr. M.A. Beek, De Prediking van het Oude Testament, Prediker/Hooglied, uitg. Callenbach Nijkerk 1984, blz. 147)