Ik vind het allemaal wat kort door de bocht. Terwijl een hoop gelovigen uit de volkeren (waartoe ik mij niet reken), niet eens de minimum naleven, probeert men nu op uitspraak van een aantal "Messias belijdende/messiaanse" joden of groeperingen, het houden van Torah te promoten.
Ik zou zeggen, begin eerst maar eens hetgeen geboden werd in Handelingen 15 te verstaan en uit te voeren. In het kort worden daar vier zaken genoemd waaraan de volken die geloven in de Goede Boodschap en G-d en Zijn Gezalfde, Jesjoea. Veel gelovigen houden zich niet eens aan dat minimum en begrijpen het ook niet. De tekst daar luidt:
Daarom oordeel ik, dat men degenen, die uit de gojiem zich tot G-d bekeren, niet beroere; maar hun zal aanschrijven, dat zij zich onthouden van de dingen, die door de afgoden besmet zijn, en van hoererij, en van het verstikte, en van bloed. Want Mosjeh heeft er van oude tijden in elke stad, die hem prediken, en hij wordt op elke sjabbath in de synagogen gelezen. Toen heeft het de gezanten en de oudsten, met de gehele gemeente, goed gedacht, enige mannen uit zich te verkiezen, en met Paulos en Barnabas te zenden naar Antiochie: namelijk Joedas, die toegenaamd wordt Barsabas, en Silas, mannen, die voorgangers waren onder de broeders.
En zij schreven door hen dit navolgende: De gezanten, en de oudsten, en de broeders wensen de broeders uit de gojiem, die in Antiochie, en Syrie, en Cilicie zijn, zaligheid. Nadat wij gehoord hebben, dat sommigen, die van ons uitgegaan zijn, u met woorden ontroerd hebben en uw zielen wankelende gemaakt, zeggende, dat gij moet besneden worden, en de wet onderhouden; welken wij dat niet bevolen hadden; Zo heeft het ons eendrachtelijk te zamen zijnde, goed gedacht, enige mannen te verkiezen, en tot u te zenden, met onze geliefden, Barnabas en Paulus. Mensen, die hun zielen overgegeven hebben voor den Naam van onzen Heer Jesjoea Masjiach. Wij hebben dan Joedas en Silas gezonden, die ook met den mond hetzelfde zullen verkondigen. Want het heeft de Heiligen Geest en ons goed gedacht, u geen meerderen last op te leggen dan deze noodzakelijke dingen: Namelijk, dat gij u onthoudt van hetgeen den afgoden geofferd is, en van bloed, en van het verstikte, en van hoererij; van welke dingen, indien u uzelven wacht, zo zult u weldoen. Vaart wel. (Hand.15:19,20-29)
Maar van [hen uit] de volken, die geloven, hebben wij geschreven en goed gevonden, dat zij niets dergelijks zouden onderhouden, dan dat zij zich wachten van hetgeen den afgoden geofferd is, en van bloed, en van het verstikte, en van hoererij. (Hand.21:25)
De leer die men nu vaak hoort is, dat men zou kunnen beginnen met de 4 voorgenoemde zaken en dat daar gesproken wordt over: "Want Mosjeh heeft er van oude tijden in elke stad, die hem prediken, en hij wordt op elke sjabbath in de synagogen gelezen." (Hand.15:21), dit dan zou betekenen dat men later de rest bij kan leren van de Torah.
M.i. duidt het op iets anders; het noemen van "zich onthouden van de dingen, die door de afgoden besmet zijn, en van hoererij, en van het verstikte, en van bloed" is enkel een vluchtig benoemen van die onderwerpen. Wil men zich er aan houden dan zal men moeten bestuderen wat volgens de Torah deze zaken nu allemaal beheilst, enaangezien men in die tijd niet zomaar een hangeschreven kopietje van de Torah had, was de enige mogelijkheid om je te verdiepen een gang naar de plaatselijke Beth Knesseth - de Synagoge. Wel, me dunkt dat er nog heel wat te leren valt rond "slechts" deze 4 punten in Handelingen 15 2 keer en in Handelingen 21 1 maal, dus in totaal 3 maal genoemd, zijnde dus het minimum van 2 a 3 getuigen waarin de zaak bestaat! Begin met deze punten eerst grondig uit te werken in de praktijk.
Overigens is Paulos een tegenstander van het buiten de roeping treden:
Maar zoals de Heer aan ieder heeft toebedeeld, zoals G-d ieder geroepen heeft, zo moet hij wandelen. En zo verorden ik in alle gemeenten. Is iemand als besnedene geroepen, dan moet hij het niet laten verhelpen; is iemand met voorhuid geroepen, dan moet hij zich niet laten besnijden. De besnijdenis is niets, en de voorhuid is niets, maar (de) onderhouding van G-ds geboden. Laat ieder blijven in de roeping waarin hij is geroepen (1 Kor.7:17,18).
Een ding weet ik zeker, een niet-Jood behoort zich, tenzij om medische reden, niet te laten besnijden, maar te blijven in zijn roeping (1 Kor.7:18,20). In de 1000 jarige sjabbath zal het weer anders zijn. Dat is in de tijd dat de volken gehoorzaam Soekoth zullen moeten vieren (Zach.14:16-19), maar tegelijkertijd niemand die onrein en onbesneden is Jeroesjalajjiem kan in komen (Jes.52:1):
Waak op, waak op, trek uw sterkte aan, o Tsion! trek uw sierlijke klederen aan, o J’roesjalajjiem, u heilige stad? want in u zal voortaan geen onbesnedene noch onreine meer komen (Jes.52:1).
En geen onbesnedene van hart en vlees de Tempel mag betreden (Ez.44:9):
Alzo zegt de Heere HASJEM: Geen vreemde, onbesneden van hart, en onbesneden van vlees, zal in Mijn Heiligdom ingaan, van enig vreemde, die in het midden van de zonen Jiesraels is.
Sam
Sjim'oe d'var-HASJEM gojim! - Hoor het woord van de Eeuwige, gij volken! (Jer.31:10)