Madel schreef:
Persoonlijk geloof ik niet dat God mensen uitverkoren heeft voor de hel. Als zij niet tot bekerig willen komen zouden ze beantwoord hebben aan Gods raadsbesluit. Wel geloof ik dat er van heel de mensheid een deel zal zijn dat Hem niet wil aanvaarden. Maar dan moeten ze wel van hem gehoord hebben. Deze zullen voor eeuwig worden uitgewist. Als God alles en in allen zal zijn is er mijns inziens niet ergens een hel met miljarden mensen die niet een week, niet een maand, niet een jaar, niet een millenium, maar altijd. Oneindig lang. De bosjesman die nooit gehoord heeft van God en zonder God gestorven is wacht een zelfde lot. Nooit een kans gehad. Zou God zo onrechtvaardig zijn? De bosjesman kan er, net als wij, niets aan doen dat hij geboren is. Heeft God een eeuwig durende hel nodig om te laten zien wie Hij is? Voegt dat aan de hemelgangers nog iets toe?
Jij bent hiermee zaken curieus aan het onderzoeken waar je niet uitkomt. Je verstand gaat dan redeneren en zoekt een oplossing voor mensen die nooit van God gehoord hebben, die jij Bosjesman noemt. Ook jij kan niet in Gods ‘eeuwige raad des vredes’(Zach 6:13) kijken of ook maar vermoeden wat God van en in de eeuwigheid besloten heeft. Daarom is jou beredenering onzinnig ook m.b.t. de uitverkiezing. Met de uitverkiezing moeten wij rekening houden met ‘Gods zijde’ en ‘mens zijde’. Wij kunnen met ons onnozel verstand enigszins begrijpen dat God een uitverkiezing verkozen heeft maar dat is dan ook alles, daar houd ons verstandelijk vermogen op. Dit is de oorzaak dat jij niet kan geloven in een hel, daar kan jij je niet bij neerleggen, jij wil, zal en moet weten hoe het wezen zal. Wij moeten God, God laten ook al kunnen wij Hem met ons verstand niet begrijpen. Job 36:26 Zie, God is groot, en wij begrijpen het niet; er is ook geen onderzoeking van het getal Zijner jaren.
En uh, ik vind niet dat jij met die Bosjesman te doen heb, want om hem zo’n evangelie aan te bieden vind ik erg. Als je wel met die Bosjesman te doen hand, trok je nu je bergschoenen aan en ging naar hem toe om heb werkelijk Hét Evangelie te brengen. Je heb toch van deze Psalm gehoord.
Al de heid’nen, door Uw handen
Voortgebracht in alle landen,
Zullen tot U komen, HEER,
Bukken voor Uw aanschijn neer,
En Uw naam ter ere leven.
Gij zijt groot en hoog verheven;
Gij doet duizend wonderheên;
Gij zijt God, ja Gij alleen.
Laat het maar aan God over en geloofd 'Zijn Wonderheên', dat is beter dan de verstandelijke beredenering van Madel