Nathanael schreef:Ja, doop is iets passiefs. Maar discipel zijn is iets actiefs. Nee, ik wil niet van de doop iets actiefs maken - maar de toestemming geven om te laten dopen is wel actief. Deze actieve keuze (bijv. van ouders of de persoon zelf) geeft aan de doper (bijv. een dominee) de gelegenheid om de handeling uit te voeren.Elbert schreef:Met je uitleg van Matth. 28 maak je de doop tot een aktieve daad. Maar de doop is iets passiefs: je wordt gedoopt. En het is ten diepste niet zo dat je je eigen doop bewerkstelligt. Er staat in Matth. 28 dan ook niet dat mensen discipelen werden door hun doop. Er staat dat er discipelen worden gemaakt onder alle volken en dat die discipelen worden gedoopt. Discipel worden is iets wat je overkomt en daarna volgt pas de instemming.Ik heb geprobeerd uit te leggen dat de "...hen dopende..." oorzakelijk bedoeld is. Bijvoorbeeld: iemand zegt: Hoe kan ik discipel worden? Antwoord: Laat je dopen! (dat is natuurlijk wel alleen de buitenkant) Zo ging dat in het jaar 0 "altijd". Bijv. de moorman hoorde het evangelie en wilde het aannemen. Dus vroeg hij, of hij gedoopt kon worden.Elbert schreef:Er staat in Matth. 28 dan ook niet dat mensen discipelen werden door hun doop. Er staat dat er discipelen worden gemaakt onder alle volken en dat die discipelen worden gedoopt.
Ik stel je goede commentaar op prijs! Met rethoriek komt men niet ver.
Overigens zie dat het aspect "actief vs. passief" voor jouw dus een kernpunt is in het beoordelen van de doop.
Uiteraard zit er aan de doop ook een actieve kant: iemand (ouders van het kind of de dopeling zelf) moet beslissen dat de dopeling gedoopt moet worden. En die beslissing moet in het geloof genomen worden. Mijn reaktie was bedoeld om de passieve kant wat meer te benadrukken.

Nathanael schreef:De verschillen in inzicht op het gebied van de doop (en ook van andere dingen) worden veroorzaakt door deze verschillende uitgangspunten. Een ander uitgangspunt dat in deze discussie veel terug komt is het verbond (alleen: welk verbond?).
De vraag naar het verbond is een beslissende vraag met betrekking tot de doop. Als je uitgaat van de stelling dat het nieuwe verbond (waar Jer. 31: 31-33 en Hebr. 8:8-10 over spreken) een volstrekt ander verbond is dan het oude verbond, dan lijkt me de vraag gewettigd of je de kinderdoop wel mag praktizeren.
Als je echter stelt dat het nieuwe verbond voortbouwt op het oude en dat het nieuwe verbond het oude vervolmaakt heeft (door de komst van Christus), m.a.w. dat sommige elementen van het oude verbond door de komst van het nieuwe verouderd zijn (zoals het onderhouden van de ceremoniele wetten), maar dat de geestelijke kant van het oude verbond doorgaat en ten volle aan het licht komt in het nieuwe verbond, dan is er een doorgaande lijn van het oude naar het nieuwe verbond. En dan is de stelling verdedigbaar dat de kinderen van de gelovigen ook tot dit verbond behoren en daarom gedoopt behoren te zijn.
Nathanael schreef:Ja, laten we dat nu een gezellig niet doen.Elbert schreef:Maar laten we wel zijn: met de huisteksten kun je een loopgravenoorlog beginnen(...)
Zie de toelichting van Klaas hierop.

Nathanael schreef:Bedankt voor die andere twee teksten! Begrijp ik jouw goed als dat je bedoeld dat omdat het een heel gezin is dat er (kleine) kinderen bij geweest moeten zijn? Ik geloof wel dat er kinderen kunnen zijn bij geweest. Trouwens: er staat niet dat Crispus werd gedoopt, maar dat hij geloofde. Er werden wel anderen gedoopt. Of heb ik het verkeerd gelezen?
Wat je zegt over Crispus, klopt. Overigens moeten we denk ik wel aannemen dat hij en z'n huis gedoopt werden.
Verder vind het aannemelijk dat als er gesteld wordt dat een huisgezin gedoopt wordt, dat dan ook iedereen in dat gezin bedoeld wordt, dus inclusief kinderen. Bijv. in 1 Kor. 1:16 staat dat Paulus het huisgezin van Stephanus heeft gedoopt. Het Griekse woord voor huisgezin (oikos) betekent strikt genomen: "een bewoond huis", dus eigenlijk "alle personen die een familie/gezin vormen". Dat is dus inclusief eventuele kinderen en slaven. Het zelfde woord oikos wordt nl. ook gebruikt in Matth. 10:6, waar Jezus het heeft over het "huis van Israel" en daarmee wordt het hele volk bedoeld.