PeterL schreef:
De vraag of homosexualiteit een geaardheid (dus aangeboren) is, is wetenschappelijk gezien niet te beantwoorden. De term 'sexuele geaardheid' is niet ingeburgerd geraakt door een wetenschappelijk onderbouwde verandering van inzicht, maar door de propaganda van de homo-lobby.
Voor veel christenen is het een heel belangrijke vraag of h.s. aangeboren is, of niet. De gedachte is dan, dat je aan een geaardheid weinig kunt doen en dat het dan moeilijk zonde kan zijn. Als het daarentegen een keuze is, dan zou het pas zonde zijn. Het merkwaardige is, dat diezelfde christenen ook in de zondige natuur van de mens geloven en dus dat de neiging tot zonde in het algemeen aangeboren is. Maar daaruit mag je dan weer niet de conclusie trekken, dat het geen zonde is, omdat het aangeboren is... Wie het snapt, mag het uitleggen.
sinds kort is er wat verandering komen in de visie van hulpinstellingen. Dat blijkt uit het volgende artikel:
Genezing homo niet langer doel
Bij christelijke organisaties in Amerika die homoseksualiteit willen 'genezen', is een accentverschuiving aan de gang: ze richten zich minder alleen op genezing en meer op begeleiding van christenen die homo zijn en blijven.
Dat signaleert Tanya Erzen in haar boek Straight to Jesus. Erzen is assistent-hoogleraar vergelijkende sociologie aan de universiteit van Ohio. Zij draaide een jaar lang mee in een programma voor ex-homofielen dat was verbonden aan een evangelische gemeente in Californië.
De christelijke ex-homobeweging komt tot de bevinding dat 'genezing' van homoseksualiteit niet eenvoudig te bereiken is. Het komt voor dat homo's trouwen met iemand van het andere geslacht, maar zelden komt iemand vanuit homoseksuele gevoelens tot heteroseksuele gevoelens.
,,Veeleer dan definitieve verandering, ondergaan ex-homo's een bekeringsproces dat geen eindpunt heeft'', beschrijft Erzen in haar boek, dat deze zomer is verschenen. Sommige mannen of vrouwen die een intensieve training doorlopen, gaan daarna toch weer homorelaties aan of afwisselend hetero- en homorelaties.
Het programma New Hope, dat Erzen voor haar onderzoek volgde, is verbonden met de internationale stichting Exodus. In Nederland zijn daarbij de organisaties Onze Weg en Different aangesloten.
Erzen beschrijft dat de christelijke ex-homobeweging in Amerika homoseksualiteit beschouwt als een ontwikkelingsstoornis of verslaving. De belofte van hulpprogramma's is dat mensen daar overheen kunnen komen, via eigen inzet, een persoonlijke relatie met Jezus en het opbouwen van vriendschappen met mensen van de eigen sekse.
Uitgebreidere versie:
Nooit helemaal hetero geworden
Een jaar lang draaide sociologe Tanya Erzen mee in een programma van een evangelische gemeente dat mannen van hun homoseksuele gevoelens wil genezen. De resultaten zijn diffuus. ,,Ik heb nooit gehoord dat iemand helemaal hetero is geworden.''
Met z'n 21 jaar is Curtis de jongste in de mannengroep die het programma New Hope volgt, om van homoseksualiteit te genezen. Een jaar lang wonen dertien mannen in een huis van de Open Door-gemeente in San Rafael in de Amerikaanse staat Californië. Ze zoeken in de buurt een deeltijdbaan; daarnaast voeren ze groepsgesprekken en ondernemen 'mannelijke' activiteiten: honkbalwedstrijden, een survivalkamp, bergbeklimmen, wildwatervaren.
Het verhaal van Curtis loopt als rode draad door het boek dat sociologe Tanya Erzen schreef over het jaar dat ze met een groep van New Hope meedraaide. ,,In de loop van dat jaar zou Curtis momenten beleven van enthousiasme, diepe depressie, verliefdheden op andere mannen, heimwee en verveling. Hij zou uiteindelijk naar huis gaan met de verwachting dat hij alles wat hij bij New Hope geleerd had, zou toepassen in zijn oude leven. In plaats daarvan ervoer hij in de volgende paar jaar alleen maar meer onzekerheid aangaande zijn seksuele worstelingen. Hij begon af en toe afspraakjes te maken met mannen, terwijl hij tegelijk vrijwilligerswerk deed bij een plaatselijke organisatie voor ex-homofielen. Later ging hij een kuise relatie aan met een vrouw met wie hij hoopte te trouwen, maar die verbrak hij toen hij besefte dat hij nooit seksueel tot haar aangetrokken zou worden. Uiteindelijk vatte hij zijn carrière als kapper weer op en verhuisde van zijn woonplaats op het platteland naar Montreal, de eerste stad waar hij ooit woonde.'' Hij leefde er samen met twee homoseksuele huisgenoten en liep zelfs mee in de Gay Pride-optocht.
Weer later hoorde Tanya Erzen van Curtis dat hij voor het eerst sinds drie jaar naar de kerk ging. ,,Er zijn weer dingen aan het veranderen'', e-mailde hij. ,,Ik zal je op de hoogte houden van mijn idiote leven, tussen Homo en Heiland.''
Straight to Jesus heet Tanya Erzens boek - een woordspeling die 'Rechtstreeks naar Jezus' betekent, maar straight (hetero) is ook het tegenovergestelde van gay (homo). Het boek is de publieksversie van haar proefschrift Out of Exodus, waarop ze eerder dit jaar in New York promoveerde.
,,Ik zie me al op m'n vijftigste in een homobar zitten, relatie verbroken, geen kinderen, geen gezin, eenzamer dan wat. Dat wil ik niet'', was Curtis' motivatie om met het New Hope-programma mee te doen.
Hij kwam er lichtende voorbeelden tegen: Frank Worthen, de stichter van het programma, tot z'n 44e praktiserend homo, maar nu al twintig jaar getrouwd met Anita; en Hank, een van de groepsleiders, die getuigde hoe hij van pornoverslaving en een leven van anonieme seksuele contacten was bevrijd.
Voor de deelnemers werkt New Hope - het programma bestaat inmiddels niet meer - in elk geval als een veilige haven, ontdekte Tanya Erzen. In hun kerk en soms ook in hun familie ontmoeten ze vaak onbegrip en afkeer als ze 'uit de kast' komen. Hier worden ze juist als homo met open armen ontvangen.
Het jaar is intensief: de mannen mogen nergens alleen naartoe, mogen zich niet uitdagend kleden en niets dubbelzinnigs zeggen, niet samen een sigaret opsteken (dat kan erotisch worden) en ze worden geacht het met elkaar te delen wanneer ze een 'terugval' hebben gehad, bijvoorbeeld een pornoblad hebben ingekeken of verliefd zijn geworden op een man.
De groep dient op die manier om de deelnemer op het rechte pad te houden, bij de bijbelse regels en bij Gods vergevende liefde. De groep ,,bemiddelt de realiteit van Gods genade en waarheid''. Tanya Erzen ziet ook parallellen met de seculiere cultuur: de praat- en zelfhulpgroepen die in de jaren zestig en zeventig opkwamen, en de talkshow op televisie waarin mensen de meest persoonlijke bekentenissen doen.
De christelijke ex-homobeweging wil er niet van weten dat homoseksualiteit aangeboren zou of kan zijn. Ze ziet het als een ontwikkelingsstoornis, die (bij jongens) ontstaat door gebrek aan binding met de vader (bij meisjes met de moeder). Daarom is een groot deel van het New Hope-programma gericht op het bevestigen van de mannelijkheid, door lichamelijk stoere dingen te doen en mannenvriendschappen te vormen.
Erzen schrijft: ,,Voor christenen is het moeilijk te geloven dat God iemand als homo zou scheppen en dan homoseksueel gedrag zou veroordelen. Het biedt veel meer hoop om ervan uit te gaan dat homoseksualiteit een aangeleerde gedraging of verslaving is, die langs meervoudige weg kan worden genezen.''
De homoseksuele gerichtheid of voorkeur wordt bij New Hope aangeduid als 'seksuele gebrokenheid'. Het motto is om een 'nieuwe schepping' te worden, zoals Paulus dat zegt (2 Korintiërs 5): 'het oude is voorbij, het nieuwe is gekomen'.
Maar uit de praktijk leert New Hope - en de internationale stichting Exodus, waarbij het programma is aangesloten - dat niet iedereen 'geneest' of 'verandert'. Deelnemers vallen na het intensieve jaar nogal eens in een zwart gat. Op de jaarcongressen van Exodus komen de laatste jaren workshops als 'En als mijn seksuele gevoelens niet veranderen?'
Toch is ook dan een programma als New Hope voor de deelnemers niet zinloos, ondervond Erzen. Verandering blijkt voor de deelnemende mannen niet enkel een zaak van hun seksuele identiteit, maar vooral van hun relatie met Jezus en hun band met elkaar. Ook als homoseksuele gevoelens blijven of terugkomen, als ze soms toch weer een homorelatie aangaan, blijft hun band met Jezus bestaan en kunnen ze bij Hem altijd opnieuw beginnen, zo beschrijft Erzen hun drijfveer.
,,Het leven is zwaar'', zegt Curtis, ,,en ik kan het óf op m'n eentje willen doen of met Jezus. Evengoed is het zwaar.''
Het jaar voordat Erzen meedraaide, begon de groep met elf mannen: zeven gaven binnen twee maanden al op en van de vier die bleven, hadden er twee later weer een relatie met een man.
Brian is een andere deelnemer die Erzen na een paar jaar nog eens opzoekt. Hij is gefrustreerd omdat zijn seksuele verlangens zo weinig veranderen. Als God wilde dat hij met een vrouw zou trouwen, was dat nu wel gebeurd, denkt hij. Maar zijn liefde voor God houdt hem op de been. ,,Om eerlijk te zijn, ik heb nooit gehoord van iemand die helemaal hetero is geworden. Ik verwacht dat ook niet. Maar sommige mensen zeggen dat we kunnen veranderen. Wat voor mij belangrijker is: ben je bereid je leven over te geven, om iets te worden wat hoger is dan je dierlijke impulsen, je begeerten?''
Een apart hoofdstuk wijdt Tanya Erzen aan de geschiedenis van 'christelijk rechts', dat deel van de achterban van president Bush dat zich sterk maakt voor onderwijs in het creationisme en voor de Irak-oorlog, en tegen abortus en het homohuwelijk.
In 1998 en opnieuw in 2005 kwamen uit die hoek advertentiecampagnes waarin het homohuwelijk werd afgewezen als een aanval op het 'recht om te veranderen'. Deelnemers aan de New Hope-groep bleken er niet blij mee om voor politieke doeleinden te worden ingezet. Ze vonden dat de advertenties het 'genezen' van homoseksualiteit te vanzelfsprekend voorstelden. Ze kozen eerder partij voor de rechten van praktiserende homo's, ook al wilden ze dat zelf niet zijn.
Toch moet er voor christelijke homo's wel een 'recht op verandering' zijn, schrijft Tanya Erzen. Zelf vindt ze de overtuiging beknellend dat homoseksualiteit niet te verenigen zou zijn met het christelijk geloof. Maar de seculiere strijd voor homorechten, vanuit de gedachte dat een homoseksueel dat voor honderd procent is en voor altijd, vindt ze net zo belemmerend.