Overeenkomsten tussen uiterstendoor Bart WalletHet contrast lijkt niet groter te kunnen: op het ene feest, hartje bible belt , werden gedragen oude psalmen gezongen door stemmig geklede mensen in een gevuld kerkgebouw. De preek waarschuwde voor triomfalisme en nam het bijbelwoord over: 'in den toorn gedenk des ontfermens'. Het andere feest liet jumpende tieners zien die op de Dam onder begeleiding van de Australische band Hillsong United met hippe opwekkingsmuziek Amsterdam wilden bekeren.
Zowel de Pinksterbeweging als de Gereformeerde Gemeenten vieren dat in 1907 het startschot voor hun kerkelijke gemeenschap werd gegeven. Dat juist deze twee groepen in hetzelfde jaar hun honderdjarig bestaan vieren, zullen velen als ironie van de geschiedenis ervaren. Zijn er immers in christelijk Nederland grotere verschillen denkbaar dan die tussen de ingetogen, sobere 'gergemmers' en de blije, enthousiaste 'pinkstermensen'? In hun honderdjarig bestaan hebben de Gereformeerde Gemeenten zich bewogen in de marge van de samenleving. Hun agenda is een conservatieve: het behouden en bewaren van de oude gereformeerde leer. Behoudend is men niet alleen in de leer, maar ook in sociale codes. Veel wat Nederland in de negentiende eeuw typeerde, leeft voort in deze gemeenschappen: het dragen van rokken en hoeden door dames, een uitgesproken man-vrouw-verhouding en de afwijzing van anticonceptie, met als gevolg grote gezinnen.
De Pinksterbeweging heeft juist naar een zichtbare plek in de publieke sfeer gezocht: door middel van grote rally's, festivals en conferenties moest Nederland bereikt worden met het Evangelie. Die boodschap was bij uitstek positief en optimistisch geformuleerd. Misschien is het geen toeval dat juist in de optimistische opbouwjaren na de oorlog de Pinksterbeweging echt doorbrak in Nederland. Naast een aantal heel duidelijke overtuigingen, zoals over gebedsgenezing, demonie en tongentaal, is haar identiteit erg vloeiend. Hierdoor kan de Pinksterbeweging zich telkens aan nieuwe situaties aanpassen en nieuwe muziekstijlen, liederen en ideeën omhelzen.
Bij monde van Bas Plaisier zoekt de Protestantse Kerk in Nederland momenteel het gesprek met de Pinksterbeweging. Dat is uiteraard een goede zaak, maar wellicht zouden juist de beide jarigen eerst eens het gesprek met elkaar moeten zoeken. Want ondanks die duidelijke verschillen staan ze heel wat dichter bij elkaar dan velen denken.
OvereenkomstenIk denk dat er minimaal vier belangrijke overeenkomsten tussen de Pinksterbeweging en de Gereformeerde Gemeenten zijn aan te wijzen. Het eerste, en wellicht belangrijkste punt, is een uitgesproken bekeringsbegrip. Het komt er op aan dat een zondig mens door Gods genade vernieuwd wordt. Dat moment van bekering is een ingrijpende en veelal aanwijsbare gebeurtenis. Beide wijzen een verbondstheologie af die deze radicale boodschap tekort zou doen.
Verbonden aan dit duidelijke bekeringsbegrip is een sterk antithetische visie op de cultuur. Er is een heldere tweedeling in de samenleving tussen 'de kerk', die ten diepste bestaat uit wedergeborenen, en 'de wereld', die in zonde ligt. Beide groepen gaan er vervolgens wel anders mee om. De 'gergemmer' zal de wereld vooral mijden om zodoende geen schade aan zijn ziel te lijden, de pinkstergelovige zal met overtuiging die wereld proberen te bekeren.
WetenschapWetenschap wordt vanouds door beide groepen met argwaan bekeken als iets dat voortkomt uit het domein van 'de wereld'. Theologie zoals dat aan de universiteiten wordt bedreven, wordt vaak tegenover de ervaring van de gelovige geplaatst. Bij theologen zit het geloof een el te hoog, luidt een bevindelijk gezegde. Het zit in het hoofd, niet in het hart. Tegen deze achtergrond hebben beide kerkgenootschappen vanouds predikers die niet wetenschappelijk opgeleid worden. Hierdoor is een 'lekentheologie' typerend geworden voor het theologische vertoog in beide groepen. Interessant is overigens dat de Pinksterbeweging nu haar opleiding tot voorganger aan de Vrije Universiteit heeft gevestigd.
Tegenover de wetenschappelijke theologie wordt veel aandacht besteed aan de ervaring en beleving van het geloof, de vierde overeenkomst. Er is uitgebreide aandacht voor de weg die tot de bekering van iemand leidt, zorgvuldig onderverdeeld in stappenplannen (Pinksterbeweging) of 'standen in het genadeleven' (Gereformeerde Gemeenten). Ook het vertellen over wat God aan je ziel heeft gedaan, hoort erbij, in de gezelschappen of via getuigenissen. En een dominee of voorganger op de kansel laat ook wel eens horen 'wat God hem deed ondervinden'.
De achtergrond van deze duidelijke overeenkomsten is dat zij beide erfgenaam zijn van dezelfde piëtistische bewegingen die sinds de zeventiende eeuw binnen het protestantisme opgeld deden. Natuurlijk, de ene kerkgemeenschap functioneert binnen het domein van de gereformeerde theologie en de andere daarbuiten. Maar toch, zoals de gereformeerde Voetius met stichting katholieke mystici las, zo moeten ook 'gergemmer' en pinkstergelovige elkaar kunnen herkennen. Zo'n ontmoeting zou niet alleen voor beide kerkgemeenschappen goed zijn, maar voor heel de kerk. Als getuigenis van eenheid, maar ook omdat de bevindelijke traditie in een eigentijds gewaad volop een plaats verdient in de kerk van vandaag.
Drs. Bart Wallet is als onderzoeker verbonden aan de vakgroep Hebreeuws, Aramees en joodse studies van de Universiteit van Amsterdam en doceert tevens joodse geschiedenis aan de Katholieke Universiteit Leuven. Hij schrijft op deze plaats vanaf vandaag maandelijks een column.(Bron:
http://www.nd.nl/Document.aspx?document ... &id=100777)