Berichtdoor johannes1 » 29 nov 2004 20:37
In deze toestand ging hij terug naar huis en bedwong zichzelf, zo lang hij kon voor zijn vrouw en kinderen, opdat die zijn benauwdheid niet zouden merken; maar hij kon niet lang stilzwijgen, omdat zijn droefheid gedurig toenam; daarom begon hij spoedig zijn diepste gedachten aan zijn vrouw en kinderen bekend te maken en sprak hij tot hen het volgende: "O, mijn lieve vrouw en kinderen, kinderen uit mij voortgekomen! Ik, uwe ware vriend, ben in mijzelf geheel verloren, omdat er een zware last op mij ligt; bovendien ben ik zeker onderricht, dat deze onze stad met vuur van de hemel verbrand zal worden, bi welke vreselijke gebeurtenis ik en mijn lieve vrouw, alsmede jullie mijn geliefde kinderen, zeer ellendig ten verderve zullen komen tenzij er een weg is van ontkoming, die ik nog nergens zien kan, bij ons gevonden wordt, waardoor wij verlost kunnen worden."
Hierover was zijn gezin geheel verbaasd; niet omdat zij geloofden, dat dit zijn zeggen de waarheid was, maar omdat zij dachten, dat hij dweepte en het hem in zijn hersens geslagen was.
Daarom hadden zij hoop, dat zijn verstand, waarvan zij meenden dat het ziek was, wel weer terecht zou komen door de slaap, daar het nu tegen de nacht was. Zij brachten hem dan met spoed naar bed; maar hij bracht die hele nacht door met zuchten en wenen, inplaats van te slapen. Toen nu de morgenstond gekomen was, wilden zij weten, hoe het met hem was, maar hij zei: "Al erger en erger", en begon tot hen te spreken als te voren. Maar zij werden er in verhard. Zij meenden ook, dat zij zijn vreemde gedrag door een stuurse en zure behandeling zouden kunnen verdrijven. Soms begonnen zij hem te bespotten, soms te bekijven, en dan lieten zij hem wel heengaan, zonder zich om hem te bekommeren, waarom hij zich naar zijn kamer begaf, om daar voor hen te bidden en zijn medelijden over hen te tonen, alsook om zijn eigen ellende te beklagen. Hij ging ook nu en dan eenzaam in het veld wandelen, soms lezende, soms biddende; en zo bracht hij enige tijd door.
vraag 4: Christen bracht veel dagen biddend door, overtuigd van zonde en het toekomende oordeel.
a. Geldt dit voor al Gods kinderen? motiveer je antwoord
b. Wat was de oorzaak van de bespotting door Christens vrouw en kinderen? (spr. 21:24; Joh. 15:19)
Want die Mij vindt, vindt het leven, en trekt een welgevallen van den HEERE. (Spreuken 8 vers 35)