Dordtse Leerregels hoofdstuk 1, 17, hoe te verstaan?

De Archiefkast van het Forum. Oude discussies zijn hier nog eens na te lezen.

Moderator: Moderafo's

Arie1892

Berichtdoor Arie1892 » 21 nov 2004 23:04

Op catechisatie hebben wij het er een keer met onze dominee over gehad. Hij was niet echt blij met de uitspraak van de DL: op grond van de bijbel weten we namelijk niet wat er met zulke kinderen gebeurd. Het is dan ook uiterst gevaarlijk om hierover te speculeren, omdat we ons dan op Gods plek neerzetten. De DL hebben ouders iets willen bieden, wat zeer begrijpelijk is, maar hiervoor hadden ze geen goede bijbelse fundering. Uiteindelijk krijg je door zo'n artikel dus meer vragen als antwoorden.

joepie

Berichtdoor joepie » 22 nov 2004 09:23

Ik geloof toch in Psalm 139:

13 Want Gij hebt mijn nieren gevormd,
mij in de schoot van mijn moeder geweven.
14 Ik loof U, omdat ik gans wonderbaar ben toebereid,
wonderbaar zijn uw werken;
mijn ziel weet dat zeer wel.
15 Mijn gebeente was voor U niet verholen,
toen ik in het verborgene gemaakt werd,
gewrocht in de diepten van het aardrijk;
16 uw ogen zagen mijn vormeloos begin;
in uw boek waren zij alle opgeschreven,
de dagen, die geformeerd zouden worden,
toen nog geen daarvan bestond.
17 Hoe kostelijk zijn mij uw gedachten, o God,
hoe overweldigend is haar getal.
18 Wilde ik ze tellen, zij zijn talrijker dan het zand;
als ik ontwaak, dan ben ik nog bij U.

En zondag 1 is voor mij ook gewoon de werkelijkheid:
Vraag 1: Wat is uw enige troost in leven en sterven?
Antwoord:
Dat ik met lichaam en ziel, in leven en sterven1, het eigendom ben, niet van mijzelf2, maar van mijn trouwe Heiland Jezus Christus3. Want Hij heeft met zijn kostbaar bloed voor al mijn zonden volkomen betaald4 en mij uit alle macht van de duivel verlost5.
Hij bewaart mij zo6, dat zonder de wil van mijn hemelse vader geen haar van mijn hoofd kan vallen7, ja zelfs zo, dat alles dienen moet tot mijn heil 8.
Daarom geeft Hij mij door zijn Heilige Geest ook zekerheid van het eeuwige leven9 en maakt Hij mij van harte bereid om voortaan voor Hem te leven10.

1 Rom. 14:8; 1 Tess. 5:9,10. 2 1 Kor. 6:19,20. 3 1 Kor. 3:23; Tit. 2:14. 4 1 Petr. 1:18, 19; 1 Joh. 1:7; 1 Joh. 2:2, 12. 5 Joh. 8:34-36; Heb. 2:14, 15; 1 Joh. 3:8. 6 Joh. 6:39 ; 10:27-30; 2 Tess. 3:3; 1 Petr. 1:5. 7 Matt. 10:29, 30; Luk. 21: 18. 8 Rom. 8:28. 9 Rom. 8: 16; 2 Kor. 1: 22; 2 Kor. 5:5; Ef. 1:13, 14. 10 Rom. 8:14; 1 Joh. 3: 3.

En vanuit die zekerheid mag ik leven. Ik en mijn kinderen.
In Hem zijn we geheiligd.
Wat er dan gebeurd met de ongeboren kinderen van ongelovige ouders?
Dat laat ik maar aan God over. Want om dat te bevatten is mij te moeilijk.
Ik blijf dan ook maar bij 1 Kor. 13: 2 Al had ik de gave om te profeteren en doorgrondde ik alle geheimen, al bezat ik alle kennis en had ik het geloof dat bergen kan verplaatsen – had ik de liefde niet, ik zou niets zijn.

Gebruikersavatar
jas
Generaal
Generaal
Berichten: 5439
Lid geworden op: 12 jun 2004 23:16
Locatie: rotterdam
Contacteer:

Berichtdoor jas » 26 nov 2004 22:58

Aragorn schreef:
Pieter Bel schreef:
.Bavinck in Gereformeerde dogmatiek:
'kinderen der gelovigen zijn zolang als erfgenaam der belofte te beschouwen en te behandelen, totdat uit hun leer of hun leven duidelijk het tegendeel blijkt'

dat is wat ik tegenkwam over dit onderwerp, lastig onderwerp trouwens


Ik denk dat dit niet klopt. Want dan zou er een afval der heiligen zijn. Volgens de laatste tekst die genoemd wordt, 1 Korinthe 7:14, is de ongelovige man heilig door de gelovige vrouw, waarbij onder heilig verstaan wordt, in het uiterlijk verbond heilig. Dus ook de kinderen zijn heilig, maar niet bekeerd. Volgens mij is het zo dat bedoeld wordt dat de gelovige ouders niet moeten twijfelen als overduidelijk blijkt dat hun kind bekeerd is, dat het bekeerd is, omdat ook jonge kinderen bekeerd kunnen zijn. Dus als het ware een steun voor de ouders. Er staat namelijk ook: …niet van nature, maar uit kracht van het genadeverbond… En in het genadeverbond word je niet geboren.


Ik denk niet dat het verhaal van Bavinck afval der heiligen impliceert. Die kinderen worden gehouden heilig te zijn, tot het tegendeel blijkt. Dat wil niet zeggen dat ze het eerst wel zijn maar daarna niet meer, maar dat later kan blijken dat ze het nooit waren.

Als er bedoeld wordt dat ouders niet moeten twijfelen als het toch al overduidelijk bleek lijkt het me een irrelevant punt wat gemaakt wordt.
"Tot het tegendeel bewezen is" is een ander uitgangspunt dan "tot het bewezen is".

Volgens mij zie je dit helemaal goed.
En Thomas antwoordde en zeide tot Hem: Mijn Heere en mijn God! (Joh. 20:28 )


Terug naar “Archief”

Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 16 gasten