EU-25 schreef:Dan ben ik met name geïnteresseerd in die teksten die suggereren dat het diakenschap een ambt betreft.
Aangaande de Diakenen: van den oorsprong en instelling der Diakenen kunnen wij lezen in de Handelingen der Apostelen. Aldaar vinden wij, dat in het begin de Apostelen zelf de bediening der armen gehad hebben; aan wier voeten gelegd werd de prijs der verkochte goederen; en (door welke) aan een iegelijk werd uitgedeeld, naardat elk van node had. Maar alzo daarna een murmurering ontstond, omdat de weduwen der Grieksen in de dagelijkse bediening overgeslagen werden; zo zijn, door vermaning der Apostelen, mannen gekozen geworden, die eigenlijk hun werk van de bediening der armen maken zouden, opdat de Apostelen in het gebed en in de bediening des Woords beter mochten volharden. En dit is van dien tijd af onderhouden geweest in de Kerk, gelijk blijkt uit Rom. 12:8, alwaar de Apostel sprekende van dezen dienst, zegt: dat degenen, die uitdelen, het doen zullen in eenvoudigheid. En elders, sprekende van de behulpsels, bedoelt hij degenen, die in de gemeente gesteld zijn, om de armen en ellendigen te helpen in den nood. Uit welke plaatsen genoeg te zien is, welk het ambt is der Diakenen; namelijk, ten eerste, dat zij in alle getrouwigheid en naarstigheid de aalmoezen en goederen, die aan de armen gegeven worden, verzamelen en bewaren; ja ook vlijtig zijn, om te helpen toezien, dat tot hulp der armen, vele goede middelen gevonden mogen worden. Het [i]tweede[i/] deel van hun ambt bestaat in de uitdeling, waartoe vereist wordt, niet alleen onderscheidingsgave en voorzichtigheid, om de aalmoezen niet te besteden dan waar het van node is, maar ook blijmoedigheid en eenvoudigheid om met een bewogen hart en toegenegen gemoed de armen te helpen, gelijk de Apostel eist, Rom. 12:8 en 2 Kor. 9:7. Waartoe zeer goed is, dat zij niet alleen met de uiterlijke gift, maar ook met troostelijke redenen uit het Woord van God, aan de armen en ellendigen hulp bewijzen.
Tot zover het deel 'aangaande de Diakenen...' uit het formulier ter bevestiging van ouderlingen en diakenen zoals die gebruikt wordt in de vaderlandse kerken.