Drosofila en FonsV,
Wat deze tekst bedoelt te zeggen is het volgende:
Als we het over God hebben, dan hebben we te maken met twee dingen: dat wat God van Zichzelf aan ons geopenbaard heeft en dat van God wat wij niet weten en begrijpen. Gods geopenbaarde en Zijn verborgen wil.
In Genesis 1: 27 staat: En God schiep den mens naar Zijn beeld; naar het beeld van God schiep Hij hem;
Dat betekent dus dat de mens zonder zonden geschapen is. God heeft immers geen zonden, dus als Hij een mens maakt naar Zijn beeld en gelijkenis, dan is dat een mens zonder zonde.
Vervolgens legt God de mens een proefgebod op: (Gen. 2: 16-17) En de HEERE God gebood den mens, zeggende: Van allen boom dezes hofs zult gij vrijelijk eten; Maar van den boom der kennis des goeds en des kwaads, daarvan zult gij niet eten; want ten dage, als gij daarvan eet, zult gij den dood sterven.
Dit is Gods geopenbaarde wil: Hij heeft het in Zijn Woord geschreven.
Als vervolgens de mens niet gehoorzaamt aan het goddelijk bevel, maar toch eet van de verboden boom, dan heeft de mens de eerste zonde gedaan en is daarmee zondig geworden.
Uiteraard heeft God dit van tevoren geweten, maar dat is voor ons niet van belang. Dit behoort bij de verborgen wil van God.
En met de tekst die ik aanhaalde (De verborgene dingen zijn voor den HEERE, onzen God; maar de geopenbaarde zijn voor ons en voor onze kinderen, tot in eeuwigheid, om te doen al de woorden dezer wet. Deut 29:29) verbiedt God ons Zijn verborgen wil na te gaan.
Dit heeft ook geen enkele zin: wij kunnen alleen als mensen denken en dus God op een menselijke manier 'narekenen'. Maar omdat God geen mens is zullen we op die manier nooit een juist beeld van Hem krijgen.
Daarom is het belangrijk dat wij ons houden aan datgene wat Hij aan ons openbaart in Zijn Woord.