="Lathron"
Deuteronomium 4, lees het in zijn geheel voor een goed beeld.
Vers 40 zegt het volgende:
40 En u moet Zijn verordeningen en Zijn geboden, die ik u heden gebied, alle dagen in acht nemen, opdat het u en uw kinderen na u goed gaat en opdat u uw dagen verlengt in het land dat de HEERE, uw God, u geeft, alle dagen.
Dit wordt hier aan het volk Israël gezegd. In het nieuwe testament worden heidenen ingelijfd als zijnde onderdeel van het volk van God.
Deut 4 zegt in het begin dat het houden van de inzettingen tot gevolg heeft dat het volk, dus alle 12 stammen het land zouden erven, dat God de Vader zal geven.
Dan wordt er toegevoegd dat zij daarmee een toonbeeld zouden zijn voor de overige volken, zij zouden een verstandig en wijs volk zijn.
De 10 woorden Gods werden verdeeld in 2x 5 woorden opgeschreven in steen.
En vers 40 sluit dan af met de belofte dat al deze 12 stammen en hun kinderen voor altoos in het land van God ( ERETZ) zouden wonen.
Mijn vraag aan jou is. Is dat gebeurd?
Vraag 2 is dan omdat je dat erbij haalt.
Handelingen 28 zegt dat het volk waar jij het over hebt wordt beschreven als een volk met een hart wat dik is geworden en zij zijn doof en blind enz,....en daarom is het heil naar een ander volk gegaan, wat elders gespecifieerd wordt als bestaande uit Jood en heiden.
En dat dit volk wel zou horen.
Hoe kun je dan zeggen dat een horend volk wordt geënt op een doof en blind en verhard volk.
Er is nooit en nergens sprake van inlijving van het volk wat zal horen/geloven op of bij een volk wat niet hoort dan wel niet gelooft.
Wat er gezegd wordt is dat de ongehoorzaamheid en hun val er een ander volk is ontstaan met o.a. als doel het volk Israël tot jaloersheid te wekken.
Het is Lo-Ruchama en Lo-Ammi en er geen sprake van 2 volken die ingelijfd zijn op elkaar en daarom moet de ingelijfde ook die inzettingen gaan bewaren , want er is immers geen sprake van een land van de Heer wat zij zouden bezitten?
Dat kan ook niet want Rom. 9 leert dat er slechts een overblijfsel van dat land behouden zal worden, of je praat over 12 stammen zoals in Deut. of je praat er niet over, want de Bijbel is heel consequent.
Hij snijdt ze af zegt Rom 9 vers 28.
Immers zij zochten niet uit geloof maar uit de werken der wet.
Heel vreemd want eerst moeten ze een wet houden volgens Deut 5 en dan zouden ze het land erfelijk bezitten en hier staat dat werken van de wet nergens toe leiden?
En waarom?
Omdat zij zich gestoten hebben aan de Steen.
Ik weet mij nooit ge-ent of ingelijfd in een volk wat de Steen heeft verstoten.
Integendeel ik weet mij ingelijfd of ge-ent op die Steen. Hetwelke is Christus.