benefietdiner schreef:Ik stel mij zo voor dat deze twee teksten voor u alleen een vaag gevoel op roept van: dit is waarschijnlijk Marcus zelf, een stukje onbedoelde geschiedenis, punt uit.
Nee, zo zie ik het niet, tenminste niet als onbedoelde geschiedenis. Ik gaf eerder al aan dat het een onderstreping kan zijn van het waarheidsgehalte van het Evangelie: een boodschap van: "ik kan het weten, want ik was er zelf bij".
benefietdiner schreef:Ik vroeg mij dus af waarom is deze jongeling in een lijnwaad gekleed en niet zoals b.v. Johannes een mantel van kemelshaar met een lederen gordel om zijn lenden.
Linnen kleding is niet zo opvallend als een kemelsharen mantel. Dat is een aanduiding dat het soort kleding in dit verband minder belangrijk is. Wat wel belangrijk is, is dat hij het kledingstuk over het naakte lijf had aangetrokken (kwam hij net uit bed?) en dat hij het kledingstuk moest achterlaten om aan zijn belagers te ontkomen en dus ook naakt moest vluchten.
Ik vind de naaktheid ook opvallender dan de kleding, want naaktheid was in Israël een schande.
Dus als je daar een boodschap in wil zien, dan moet je mijns inziens daar op focussen.
Een paar voorbeelden uit de Bijbel die daar wat van weg hebben:
- toen Jozef vluchtte van de vrouw van Potifar, kon dat alleen met achterlating van zijn bovenkleed (Gen. 39).
- in Amos 2:16 staat dat de kloekhartigste onder de helden naakt zal heenvlieden als God met Zijn oordeel over Juda komt.
- de zonen van Sceva probeerden een demon uit te drijven, maar moesten naakt en gewond vluchten (Hand. 19:16).
Een paar lessen die ik daar in zie:
- het geeft het duivelse karakter aan van de bende die Jezus kwam arresteren
- om aan de duivelse machten te ontkomen, moet je soms met achterlating van je kleren halsoverkop vluchten
- tegelijk moeten de gebeurtenissen rondom Jezus' arrestatie geschieden opdat de Schriften vervuld zouden worden (Mark. 14:49). Dit is dus Gods wil en oordeel dat over Hem gaat.
- ten diepste gaat het dan ook om de strijd tussen God en de duivelse machten, met als inzet ons heil, waarbij Christus overwint. Wij mensen komen daar niet aan te pas.
Laat de woorden van mijn mond en de overdenking van mijn hart welgevallig zijn voor Uw aangezicht, HEERE, mijn rots en mijn Verlosser! (Ps. 19:15)