De "reformatorische leer" zoals in de bevindelijk-reformatorische hoek geleerd (GG, GGiN, OGG etc) is veel meer een navolging van de Nadere Reformatie met een grote nadruk op innerlijke vroomheid, de noodzaak van bekering, doorleven van de weg die God met Zijn kinderen leidt, dan een navolging van de Reformatie waarin een grote nadruk ligt op zalig worden alleen door geloof, alleen in Christus, alleen uit genade en alleen de Schrift (de sola's). Calvijn, maar vooral ook Luther keerden zich fel af van bepaalde kloosterorden waarin door een zeer sober, toegewijd leven werd geprobeerd Christus na te volgen en zo ook (deels) zelf de zaligheid te verdienen. Innerlijke vroomheid, het zelf deelgenoot worden van het heil was in die kloosterorden van zeer hoog belang en in de Nadere Reformatie en in de huidige bevindelijk- reformatorische kerken neemt dat ook weer een grote plaats in. Maar Calvijn en Luther grepen hier altijd bovenuit. Hun zaligheid lag vast besloten in het bloed van de Heere Jezus Christus en van daaruit hoefden ze niet eindeloos te wroeten in zichzelf.
Ik realiseer dat in bovenstaand stukje lijkt of ik de Nadere Reformatie geheel veroordeel. Dat wil ik absoluut niet doen. Zoals de Reformatie een reactie was op een kerk verworden was tot een machine van geld, macht, aflaten, heiligenverering, beeldenverering, goede werken, zo was de Nadere Reformatie een reactie op een kerk, waar de leer geen invloed meer had op het leven, waar het door kinderdoop automatisch wel goed met je komt. (even wat gechargeerd weergegeven).
En toch blijf ik me meer verbonden voelen met de Reformatie dan met de Nadere Reformatie. De Reformatie ging echter over de kern van het christen zijn. Terug naar de Bijbel, zelfstandig het Woord van God ontdekken, je vaste grond vinden buiten jezelf, niet meer de eeuwige vertwijfeling binnen het roomse, van zouden mijn werken wel goed genoeg zijn, maar volle verzekerdheid in Jezus Christus.
Calvijn is in 20ste lectuur terug te vinden bij schrijvers als Packer, van Ruler, Miskotte etc, maar die worden dan weer meestal als niet echt reformatorisch gezien.