elbert schreef:De apostel Paulus heeft zich ook met de problematiek van het bouwen van de gemeente van Christus beziggehouden en hoe zich dat verhoudt tot minder zuivere leringen:
1 Kor. 3:9 Want wij zijn medewerkers, in dienst van God.
De akker van God, het bouwwerk van God bent u.
10 Overeenkomstig de genade van God die mij gegeven is, heb ik als een wijs bouwmeester het fundament gelegd en een ander bouwt daarop. Ieder dient er echter op toe te zien hoe hij daarop bouwt.
11 Want niemand kan een ander fundament leggen dan wat er ligt, dat is Jezus Christus.
12 Of nu iemand op dit fundament bouwt met goud, zilver, edelstenen, hout, hooi, stro,
13 ieders werk zal aan het licht komen. De dag zal het namelijk duidelijk maken, omdat deze in vuur verschijnt. En hoe ieders werk is, zal het vuur beproeven.
14 Als iemands werk dat hij daarop gebouwd heeft, standhoudt, zal hij loon ontvangen.
15 Als iemands werk zal verbranden, zal hij schade lijden. Hijzelf echter zal behouden worden, maar wel zo, als door vuur heen.
Er is dus een onderscheid in het opbouwen van Gods bouwwerk: er zijn gouden leringen, maar ook van minder dure materialen. Er zijn ook leringen die van stro of hooi zijn en die zullen niet standhouden. Wie zo'n leer brengt, zal wellicht wel behouden worden (dat oordeel komt op de dag van de Heere), maar dan wel als door vuur heen: zijn werk zal verbrand worden. Als je op grond van de Bijbel tot de slotsom komt, dat zo iemand dwaalt, mag je/moet je die persoon daar ook op wijzen.
Dat zegt Jakobus ook in zijn brief:
Jak. 5:19 Broeders, als iemand onder u van de waarheid is afgedwaald en een ander doet hem terugkeren,
20 weet dan dat hij die een zondaar van zijn dwaalweg doet terugkeren, een ziel zal redden van de dood en een menigte van zonden zal bedekken.(10
Maar de apostelen geven ook aan dat er een punt kan komen waarop er van vijandschap sprake is: dan hebben we het niet meer over een minder zuivere leer, maar over een regelrechte dwaalleer. Dan gaat het er niet zo zachzinnig meer aan toe:
Titus 1:10 Want er zijn ook veel opstandigen, mensen die zinloos praten en misleiders, vooral die uit de besnijdenis zijn.
11 Men moet hun de mond snoeren. Zij brengen hele huisgezinnen in grote verwarring, door te leren wat onbehoorlijk is, om schandelijke winst.
2 Johannes 7 Want er zijn veel misleiders in de wereld gekomen, die niet belijden dat Jezus Christus in het vlees gekomen is. Dat is de misleider en de antichrist.
8 Let op uzelf, opdat wij niet verliezen wat wij bewerkt hebben, maar een vol loon mogen ontvangen.
9 Ieder die overtreedt en niet blijft in de leer van Christus, die heeft God niet; wie in de leer van Christus blijft, die heeft zowel de Vader als de Zoon.
10 Als iemand bij u komt en deze leer niet brengt, ontvang hem niet in huis en begroet hem niet.
11 Want wie hem begroet, die heeft deel aan zijn slechte werken.
en op dat punt scheiden de wegen tussen hen die van de Gemeente zijn en hen die er niet toe behoren. Want de duivel gaat rond als een briesende leeuw en hij zoekt wie hij kan verslinden. Zo rauw is de werkelijkheid ook.
Even een vraag.
Elbert, jij verwijst in (vetgedrukt 1) naar 1 Kor. 3. Helder voor mij. Het gaat hier imho dat hier word gewezen op wie of wat je leraar (predikant)is dan wel in welke 'eigen' gemeente iemand bivakkeert, dat je het geleerde/preek altijd moet toetsen aan de bron, God en de bijbel toch?
Dit heeft dan eigenlijk niets van doen met de DL die andere (valse)kerken/ leren, dwaalleraren dan de verkondiging in eigen kerk, af doet als zijnde onwaar?
Wat betreft jouw aanhaling van Titus 1. (vetgedrukt 2)
Als ik het bijbel hoofdstuk Titus 1 er bij pak, lijkt het mij, dat het daar om dwaalleren gaat binnen de 'eigen gemeente' die afwijken van de daar geldende leer. Niets mis mee lijkt mij. Als je het ergens niet mee eens bent, dan is het zaak om je punt duidelijk te stellen. Kom je er niet uit, dan is het zaak om je conclusie te trekken of aan de gemeente om er bij volhouding/volharding van het punt door de (dwaler) er een (tuchtregel*) tegen over te stellen. Het gaat hier dus om een dwaling van de leer van iemand die zich binnen een eigen gemeente bevindt. Dit richt zich niet tegen een andere leer/kerk, zoals de DL doet.
(*Hoe ik over de tucht toepassing denk doet hier verder even niet terzake) Dat zou meer iets of voer zijn voor een ander topic.
Het een en ander licht mij nog niet bij op mijn punt van, hoe om te gaan met de Dl, die bepaalde leren anders gelovigen van andere kerken dan wel leren uitsluit van het ware geloof dan wel kerk. De Dl is er imho vrij duidelijk over, er word gesproken over valse leren. Eigenlijk dus een uitsluiting van het koninkrijk Gods of toegang tot, toch?
Jij stelt tevens:
Wie zo'n leer brengt, zal wellicht wel behouden worden (dat oordeel komt op de dag van de Heere), maar dan wel als door vuur heen: zijn werk zal verbrand worden. Als je op grond van de Bijbel tot de slotsom komt, dat zo iemand dwaalt, mag je/moet je die persoon daar ook op wijzen.
Dit is prettig om te lezen. Hier leg jij imho het oordeel over andere leren, door de Dl veel al bestempeld al valse leren/dwaalleraars lees anders denkende w.b.t die zich niet binnen de eigen gemeente bevinden ( die de Dl hanteren) bij God neer en neemt er verder geen stelling over in? (Mocht dit zo zijn, dan kan ik mij hier 100 % invinden De Dordste Leerregels zijn m.i. veel stelliger, die sluiten wat ze benoemen als valse leren/kerken, dwaalleraars uit van het Koninkrijks Gods. Daar kan ik mij niet vinden!! Wie ben ik om te mogen oordelen over andermans geloof leer en om hem/haar uit te sluiten van het het koninkrijk Gods? Hooguit kan ik met zulk soort kerk/ persoon in gesprek proberen te raken en zien of hij/zij en ik er samen mogen zien uit te komen van wat het geen is wat de bijbel bedoelt ons te leren, dit met behulp van de bijbel als bron en het gebed en de kracht van boven.
Blijft voor mij nog steeds open staan, dat als de D.l. iets opwerpen als zijnde een valse leer/dwaalleraars e.d. , zij daar m.i. mee stellen dat zo iemand geen toegang heeft tot het koninkrijk Gods?
Laat het duidelijk zijn, dat ik DL merendeels ondersteun, op bovenstaand punt na dan. De Dl is voor mij iets waarvant ik denk dat het waar is, ware het niet dat mij niet alle kennis in dit leven gegeven is en zal worden. Daarom, vind ik niet , dat ik het recht van spreken heb, om tegen een anders gelovige te zeggen: 'jij hebt geen recht op een erfdeel in het koninkrijk van God'. Het is God die zal oordelen, niet ik. Als mens kan ik niet meer doen dan proberen zo goed als mogelijk te leven als ik denk dat God het bedoelt heeft. Dit ook door luisteren naar de mensen die God boven mij gesteld heeft. (Ambstdragers e.d.) E.a. wil niet zeggen dat ik alles maar voor waar aan moet nemen, zonder het te toetsen aan de bijbel.!
Het belangrijkste van het geloof is imho niet of je de DL, de HC, NBG of de Apostolische Geloofsbelijdenis volledig onderschrijft, maar meer of iemand durft te vertrouwen op God en dat al wat Hij beslist, dat het goed is.!
Het is ons maar geleend, de vele mooie dingen.
Ons onbetwistbaar eigendom, zijn de herinneringen.