Marnix schreef:Wel is het opvallend, dat die mensen die worden aangesproken als uitverkorenen, toch worden aangespoord om te volharden, om de eeuwige krans te krijgen. Blijkbaar is die aansporing wel nodig, en is het niet al een feit dat we die krijgen omdat we immers bekeerd zijn. We moeten volharden, de wedloop uitlopen. En daar is niets remonstrants aan.
Hier ben ik het wel met je eens. Het gaat mij erom dat als je tot geloof bent gekomen, je weten mag dat je het eeuwige leven hebt. Je bent overgegaan uit de duisternis naar het licht. Nooit kan iemand (of jezelf!) dat nog veranderen. De mogelijkhied om verloren te gaan is dan uitgesloten.
Natuurlijk is er de roeping om te volharden. De gelovige zal niets liever willen dan dat en er naar streven. Maar niet meer met de onzekerheid van 'als ik niet volhard ga ik alsnog verloren'. Als het de houding op zou leveren van 'nu ben ik bekeerd en alles gaat goed' dan ben je helemaal niet bekeerd.
Neem de vergelijking met zondigen. God wil ons, iedere keer als wij de zonde doen, vergeven wanneer wij die belijden. En toch zal dat voor de gelovige niet betekenen: nu zondig ik maar. Sterker nog, juist het feit dat God de zonde wil vergeven, maakt dat ik de zonde nog erger vind. En toch hoef ik niet krampachtig te zijn: stel je voor dat ik zondig dan ga ik verloren.
Hopelijk heb ik een beetje duidelijker gemaakt wat ik bedoel
