Berichtdoor Boekenlezer » 29 mar 2005 19:40
Ik geloof zeker dat belijdenis doen en avondmaal vieren bij elkaar horen.
Ik weet dat dat niet overal zo wordt gezien.
Ik weet ook waar dat in zit: er zouden eigenlijk geen twee, maar drie toestanden bestaan:
- de echte ongelovige, die de Bijbel als onwaarheid ziet,
- degene die wel gelooft dat de Bijbel waar is, maar geen speciale mystieke ervaringen kent die hem/haar bevestigd hebben in het 'bekeerd zijn',
- de ware gelovigen die 'het' hebben, die een signaal van boven gekregen hebben. Zij zijn Gods ware kinderen.
Daar heb ik grote moeite mee. Ik heb daar grote bezwaren tegen. Dat is niet de sfeer zoals ik de kerk in het Nieuwe Testament leer kennen. Daar bestaan die nuances niet. Daar is het: 0% of 100% gelovige zijn. Ik moet dan denken aan Romeinen 8:9:
Doch gijlieden zijt niet in het vlees, maar in den Geest, zo anders de Geest Gods in u woont. Maar zo iemand den Geest van Christus niet heeft, die komt Hem niet toe.
Niks geen gedoe van: leuk als je het historische geloof hebt, maar helemaal tof als je het ware geloof hebt. Of: er zijn ook kerkleden die er tussenin hangen, en die hopelijk nog eens bekeerd worden.
Als kerklid ben je ware gelovige. Zo niet: dan ben je helemaal niet van de kerk. Dan hoor je er niet bij.
Natuurlijk is het geloof van alle kerkleden niet perfect. Er zijn ook best gelovigen, bij wie het op een wat laag pitje staat. Maar dan gaan we niet zeggen 'zij zijn niet wedergeboren'. Dat heb ik nog nergens in de brieven gelezen. Nee, dan is het de taak van de gemeenteleden elkaar op te wekken, te stimuleren, aan te vuren in het geloof!
Een kerkelijke gemeente waar alle belijdende leden aan het avondmaal gaan, maar waar veel leden lauw zijn, en waar dat als normaal wordt gezien, dat klopt eveneens van geen kant. Daar zijn bijvoorbeeld de brieven aan de 7 gemeenten in Klein-Azië wel duidelijk genoeg in.
Het geloof is beslist niet iets middelmatigs! Integendeel, het veroorzaakt diepe emoties!
Doet aan de gehele wapenrusting Gods, opdat gij kunt staan tegen de listige omleidingen des duivels. (Efeziërs 6:11)