Omega schreef:Jort schreef:Ik gaf dus gemotiveerd aan, gezien de oudtestamentische achtergrond, dat het géén inlegkunde is, dat de herdertjes ellendekennis ervoeren. Sterker, het staat er zwart op wit.
Welke vertaling gebruik je? In de SV staat er: "vreesden met grote vreze". Datzelfde woord gebruikt de engel tegen de herders als hij zegt: "vreest niet". Als vreze staat voor ellendekennis, zou de engel dus gezegd hebben: "Je hoeft geen ellendekennis te hebben, want ik verkondig jullie grote blijdschap." Dat lijkt me nogal een rare exegese in de optiek van de Ger. Gem. Oftewel, stop met zondekennis en weest blij. Mijn dominee zou daar in ieder geval grote moeite mee hebben.
Vanuit de Oud-Testamentische achtergrond is duidelijk dat men bevreesd is als de heerlijkheid des Heeren hen omschijnt, zonder afscherming door een voorhangsel. Waarom was die vrees nodig? Vanwege de zonden. Waarom was die vrees niet nodig? Omdat ze in het stuk der verzoening werden gebracht, naar het Kerstkind toe. Van ellende naar verlossing, in die volgorde hebben de herdertjes het beleefd.
Nee, dit zijn omtrent 3000 gevallen en het was geen donderpreek maar een dogmatische uiteenzetting vanuit het Oude Testament (met: "zo wete dan zekerlijk..." als conclusie). Wat mijn dominee betreft, jij weet helemaal niet waar ik ter kerke ga beste Omega. Daar houd ik niet van die vooroordelen beste Omega.
Ik vrees dan toch dat we beiden een andere vertaling lezen. Wat Petrus vertelt is niets anders dan de belofte uit het OT die -door het geslacht van David- vervuld wordt in Jezus Christus. Dat heeft niets met dogmatiek te maken, maar alles met het heerlijk evangelie en de vervulling van die belofte. Petrus besluit dan zijn woorden aan het volk, dat het gaat om de Jezus die zij gekruisigd hebben. En als ze dat horen, worden ze verslagen in het hart. Oftewel, ze beseffen dan pas echt wat ze hebben gedaan. Hoe kun je dat een doorleefde zondekennis noemen?
Nou, dogmatiek in de zin dat de Oud Testamentische leer wordt geactualiseerd en de vervulling ervan aangetoond. En aan de hand van die prediking ervaren ze bevindelijk het stuk der ellende en leidt het tot dezelfde vraag als degenen die in Lukas 3 in het stuk der ellende werden gebracht door de prediking van Johannes de Doper. Dat is bijbels gezien wel degelijk doorleefde zondekennis, want ze zijn in het stuk der ellende gebracht door de prediking en hoe zullen ze geloven zonder verkondiging?
Geef nu eens eerlijk antwoord: Als er iemand in jouw kerk na de preek van de dominee "verslagen" wordt in het hart, mag hij dan de Heere Jezus aannemen? Of moet er eerst sprake zijn van doorleefde en voldoende zonde- en ellendekennis? Zou jouw dominee zomaar zeggen, deze jongen of dat meisje is bekeerd?
Als het goed is zegt die dominee dat helemaal niet.
Overigens heeft "verslagen in het hart" niets te maken met zonde- of ellendekennis. Als je verder leest zie je namelijk dat deze personen niet dezelfde hoeven te zijn als die "werden toegedaan." Er moest namelijk eerst nog niets gebeuren: "Die dan zijn woord gaarne aannamen werden gedoopt; en er werden op dien dag tot hen toegedaan omtrent drie duizend zielen." Oftewel, alleen die het woord -dat is Jezus Christus- aannamen, werden gedoopt.
De in 2,38 gesproken woorden zullen niet los staan van de voorafgaande rede die de vraag "Wat staat ons te doen?" wakker had geroepen. Wel de pericoop als geheel lezen beste Omega. En dat je voor 'woord' "Christus" invult slaat nergens op in dit verband, er is geen reden om te veronderstellen dat het woord "woord" iets anders heeft dan zijn alledaagse betekenis in dit verband.
Bijbels valt af te leiden dat het inwerk van de Geest altijd ellendekennis meebrengt en het valt te verwachten -en de 3000 gevallen uit Hand. staven dat- dat deze Geest eerst ruimte maakt voor zichzelf in een toeleidende weg, vandaar missen, zoeken en vinden. Pas na gemis ga je iets nodig krijgen.
Waar is de zondekennis van de moorman en de stokbewaarder? Om maar enkele voorbeelden te noemen.
Waarom veronderstel je dat Filippus tijdens de reis niet heeft stilgestaan bij het stuk der ellende? Vanuit het feit dat over het oordeel over Jezus is gesproken en dat Jezus is gesproken, is het onjuist om te veronderstellen dat de kamerling niet in het stuk der ellende heeft verkeerd.
Ook de stokbewaarder wordt door de gebeurtenissen in het stuk der ellende gebracht. Er volgt immers na de nog heidens gekleurde vraag: "wat moet ik doen om gered te worden?" en na de opmerking van Paulus: "Stel uw vertrouwen in....." een geloofsonderricht aan hem en de zijnen. Ik kan en mag bijbels gezien niet veronderstellen dat daarbij het stuk der ellende niet aan bod is gekomen. Dat behoort immers wezenlijk tot de bijbelse leer van alle tijden en plaatsen. Daarna, als hij tot geloof gekomen is, wordt hij gedoopt (vs. 33). Vervolgens komt hij in het stuk der dankbaarheid (vs. 34). Ook hierin zie je wel degelijk de drieslag ellende-verlossing-dankbaarheid. In die volgorde!
Ik moet het eerste duidelijk voorbeeld waarbij mensen direct in het stuk der dankbaarheid springen nog zien. Ik zie ook niet in hoe dat kan als er geen gemis is, als er geen ellende is, waarvoor is dan een Zaligmaker nodig? Ik sluit het niet op voorhand uit, wie ben ik om de Geest te dicteren, maar het valt niet te verwachten, gezien het feit dat ik er al ongeveer 3002 + de herdertjes heb opgenoemd die in het stuk der ellende werden gebracht en jij nog geen eentje die direct en zonder problemen in het stuk der dankbaarheid springt beste Omega.