Maja de Bij schreef:Kan iemand mij eens uitleggen wat er precies met bekering wordt bedoeld? In de doop -toen we nog een baby waren- heeft de Heere toch een eeuwig verbond der genade met ons opgericht? Dan hoef je in je leven toch slechts verder te blijven waar je al bent, namelijk binnen de grenzen van dit verbond? Denk ik te simpel of overschat ik de doop?
Bekering is een vrucht van de wedergeboorte. Ze is onderscheiden van de wedergeboorte zoals de wortels en de plant van elkaar ondescheiden zijn. Uit artikel 12 blijkt dat de wedergeboorte een werk van God alleen is, terwijl in de bekering de vernieuwde wil, die door God bewogen wordt, ook werkt. In de Bijbel vinden we 122 keer de oproep: "Bekeert u".
In het OT heeft het woord bekering vooral de betekenis van "berouw hebben, omkeer, wederkeer". In het NT heeft de bekering de betekenis van: omkeer in het denken, verandereing van gezindheid. Het is veelomvattend. Het is een totale ommekeer ten opzichte van voorheen. Het heeft betrekking op het verstand, op de wil en op het emotionele leven. Het is immers "een droefheid naar God, die een onberouwelijke bekering tot zaligheid werkt".
Er staan in de Bijbel veel voorbeelden van de ware bekering. Denk aan Manasse, Zacheus, de blindgeborene, de Samaritaanse, Paulus, Lydia en vele anderen.
De wijze waarop een zondaar tot bekering komt, is zeer verscheiden. Wilhelmus á Brakel bespreekt in zijn boek "De redelijke godsdienst" deze verscheidenheid. Hij geeft Bijbelse voorbeelden. De wijze van bekering was bij de moordenaar aan het kruis en Zacheüs anders dan bij de stokbewaarder. Volgens Brakel worden de meeste van Gods kinderen "allengskens" bekeerd. Er zijn veel afwisselingen van droefheid, blijdschap, geloof, ongeloof, strijden en overwinnen, vallen en opstaan. Dat is de meest gewone weg, die God doorgaans houdt in de bekering van een zondaar. In deze weg van inkeer, omkeer en wederkeer komt een zondaar bij Christus. Hij verzekerd hen van Zijn genade en door Zijn Geest.