naamloos schreef:14 opdat de zegen (dus niet het verbond) van Abraham in Christus Jezus tot de heidenen zou komen, en opdat wij de belofte van de Geest (dat is een andere belofte dan die Abraham kreeg) zouden ontvangen door het geloof.
15 Broeders, ik spreek op menselijke wijze: Zelfs een verbond van mensen dat rechtsgeldig is geworden, stelt niemand terzijde of voegt daar iets aan toe.
Nou hier heb je het zwart op wit, niets wordt aan een verbond toegevoegd, dus wij komen daar niet in.
Er
hoeft ook niets aan te worden toegevoegd, want de gelovigen uit de heidenen zitten er al vanaf het begin af aan in. Ze worden tot verbondskinderen gerekend (ps. 87).
Heb. 11:10 gaat niet over de landsbelofte die God Abraham belooft heeft. Je springt weer over van fysiek naar geestelijk.
Abraham had de landsbeloften, inderdaad. Of beter gezegd: Abrahams
vleselijke nageslacht had een
vleselijke landsbeloften. Abraham, de vader der gelovigen zelf, woonde in een
tent, in een vreemd land,
omdat hij het nieuwe Jeruzalem verwachte, de blijvende stad, die de Heere heeft toebereid voor de Zijnen.
"15 En indien zij aan dat vaderland gedacht hadden, van hetwelk zij uitgegaan waren, zij zouden tijd gehad hebben, om weder te keren;
16 Maar nu zijn zij begerig naar een beter, dat is, naar het hemelse. Daarom schaamt Zich God hunner niet, om hun God genaamd te worden; want Hij had hun een stad bereid."
God heeft Abraham ook beloofd dat uit hem de Messias geboren zou worden, hoe ga je dat op ons toepassen?
Klopt. De belofte van de Zaligmaker was een verbondsbelofte, en wordt daarom ook uitsluitend toegepast op hen die in het verbond zijn. Mensen die buiten het verbond leven wat God met alle gelovigen sluit hebben ook geen deel aan Christus.
En beloften gelden voor degenen aan wie ze zijn gedaan, daar heb je niet persé een verbond voor nodig.
God vond het wel nodig om Zijn beloften te doen binnen een verbond. Binnen hèt verbond, beter gezegd. Eigenlijk is iedere belofte een soort 'verbondje' op zich: twee partijen of meer beloven elkaar iets, op dat moment hebben ze dus een verbond. Als het een land in oorlogstijd bijv. belooft een ander land te helpen, dan zijn ze vanaf dan (ver)bondgenoten.
29 En als u van Christus bent, dan bent u Abrahams geestelijk nageslacht (niet fysiek) en overeenkomstig de belofte erfgenamen.
Geen erfgenamen van het verbond, want daar wordt niets aan toegevoegd.
Maar erfgenamen van Christus: En indien wij kinderen zijn, zo zijn wij ook erfgenamen, erfgenamen van God, en medeërfgenamen van Christus; Rom.8:17.
Erfgenaam van Christus, hét Zaad van Abraham, betekend automatisch ook nazaad van Abraham. Dat staat letterlijk in het laatste vers van Gal. 3: indien gij van Christus zijt, zo zijt gij dan Abrahams zaad.
Gods verbond en beloften zijn helemaal niet synchroon.
Gods heilsplan verloopt altijd al via de verbonden. Ik begrijp niet waarom je dat niet
wil zien.
Dan moet je kunstgrepen gaan uithalen door wat niet past te gaan vergeestelijken.
Op die manier kun je de bijbel alles laten zeggen.
En bedankt.