surfer schreef:Een profetie uit het OT, aan de koning Josia:
2 Koningen 22: 18 Maar tot den koning van Juda, die u gezonden heeft, om den HEERE te vragen, alzo zult gij tot hem zeggen: Zo zegt de HEERE, de God Israels: Aangaande de woorden, die gij gehoord hebt;
19 Omdat uw hart week geworden is, en gij u voor het aangezicht des HEEREN vernederd hebt, als gij hoordet, wat Ik gesproken heb tegen deze plaats en derzelver inwoners, dat zij tot een verwoesting en vloek zullen worden, en dat gij uw klederen gescheurd en voor Mijn aangezicht geweend hebt; zo heb Ik [u] ook verhoord, spreekt de HEERE.
20 Daarom zie, Ik zal u verzamelen tot uw vaderen, en gij zult met vrede in uw graf verzameld worden, en uw ogen zullen al het kwaad niet zien, dat Ik over deze plaats brengen zal. En zij brachten den koning het antwoord weder.
Echter,
2 Koningen 23: 29 In zijn dagen toog Farao Necho, de koning van Egypte, op tegen den koning van Assyrie, naar de rivier Frath; en de koning Josia toog hem tegemoet, en hij doodde hem te Megiddo, als hij hem gezien had. 30 En zijn knechten voerden hem dood op een wagen van Megiddo, en brachten hem te Jeruzalem, en begroeven hem in zijn graf; en het volk des lands nam Joahaz, den zoon Josia, en zalfden hem, en maakten hem koning in zijns vaders plaats.
Josia werd tijdens vrede in het land begraven. Dit was een grote zegen gezien de verwoesting die G.d over Juda had voorspeld in het boek/rol voorgelezen in 2 Koningen 22:16 (niet geciteerd hierboven), wat later de Babylonische ballingschap zou worden.
surfer schreef:en nog duidelijker:
2 Kronieken 35: 22 Doch Josia keerde zijn aangezicht niet van hem; maar hij verstelde zich, om tegen hem te strijden, en hoorde niet naar de woorden van Necho uit den mond van God; maar hij kwam om te strijden in het dal Megiddo.
23 En de schutters schoten den koning Josia. Toen zeide de koning tot zijn knechten: Voert mij weg, want ik ben zeer gewond.
24 En zijn knechten namen hem weg van den wagen, en voerden hem op den tweeden wagen, dien hij had, en brachten hem te Jeruzalem; en hij stierf, en werd begraven in de graven zijner vaderen; en gans Juda en Jeruzalem bedreven rouw over Josia.
Tijdens een oorlog zwaar gewond op een wagen afgevoerd worden (hoeveel pijn doet dat wel niet?) en dan te sterven, staat haaks op 'met vrede in uw graf verzameld te worden'.
Dat hij oorlog voerde tegen Necho was een actie tegen de wil van G.d en daar stond een straf op. De dood.
Profetie toch vervuld: in vrede begraven worden (een zegen van G.d) + de Ballingschap niet meegemaakt (wederom een zegen).
Nergens wordt gezegd of gesuggereerd dat hij vredig zou sterven.
Trouwens, stierf Josia nu te Megiddo of te Jeruzalem?
Ik vind 2 Kron 35:24 iets te vaag om tegenstrijdig met 2 Kon 23:29+30 te noemen.
Sjalom,
Invincie.