antoon schreef:
Waarom gebruikte God dan wel de woorden 'zaaien en oogsten' en 'dag en nacht' ?
Volgens jouw interpretatie zou dat dan ook nieuw zijn.
Goed opgemerkt Hetty, toch denk ik aan de hand van de Bijbel dat er een ander klimaat was
Genesis 1
6 Verder zei God: „Er kome een uitspansel tussen de wateren en er kome scheiding tussen de wateren en de wateren.” 7 Toen ging God ertoe over het uitspansel te maken en scheiding te maken tussen de wateren die onder het uitspansel zouden zijn en de wateren die boven het uitspansel zouden zijn. En het werd zo. 8 En God noemde het uitspansel voortaan Hemel. En het werd avond en het werd morgen: een tweede dag.
Dat uitspansel bestaat niet. Het is een visuele waarneming geweest van Bijbelschrijvers die de hemel als een soort koepel zagen.
Als het lucht wegregende hoe kon het dan nog bestaan ten tijde dat de psalmist aan het schrijven was?
Als het uitspansel dus in dat geval de omhullende wateren leeg regende hoeft het niet zo te zijn dat er geen uitspansel meer is, of koepel in symbolische taal er dan niet zou zijn, het heeft dan een andere betekenis en Bijbelschrijvers zouden het kunnen gebruiken om de letterlijke of symbolische hemel te beschrijven, of de letterlijke atmosfeer.
Antoon schreef:
Genesis2
5 Nu was er nog geen enkele struik van het veld op de aarde te vinden en er ontsproot nog geen plantengroei van het veld, want Jehovah God had het niet laten regenen op de aarde en er was geen mens om de aardbodem te bebouwen
6 Maar een nevel steeg gewoonlijk op uit de aarde en drenkte de gehele oppervlakte van de aardbodem.
Dit geheel in tegenspraak met gen. 1, waar de planten allang groeiden VOOR Adam was geschapen, maar dit terzijde.
In bovenstaande tekst staat duidelijk dat er nog niets groeide OMDAT het nog niet had geregend.
De voorwaarde voor plantengroei is volgens deze tekst regen.
11 Verder zei God: „De aarde late gras uitspruiten, zaaddragende plantengroei, vruchtbomen die vrucht opleveren naar hun soort, waarvan het zaad erin is, op de aarde.” En het werd zo. 12 En de aarde ging gras voortbrengen, plantengroei die zaad droeg naar zijn soort en bomen die vrucht opleverden, waarvan het zaad erin is naar haar soort. Toen zag God dat [het] goed [was]. 13 En het werd avond en het werd morgen: een derde dag.
hoofdstuk 2
1 Zo kwamen de hemel en de aarde en hun gehele leger tot voltooiing. 2 En tegen de zevende dag kwam God tot de voltooiing van zijn werk dat hij gemaakt had, en hij ging ertoe over op de zevende dag te rusten van al zijn werk dat hij gemaakt had. 3 Voorts zegende God de zevende dag en hij heiligde die, omdat hij daarop is blijven rusten van al zijn werk, dat God geschapen heeft om [het] te maken. 4 Dit is [de] geschiedenis van de hemel en de aarde ten tijde dat ze werden geschapen, op de dag waarop Jehovah God aarde en hemel maakte. 5 Nu was er nog geen enkele struik van het veld op de aarde te vinden en er ontsproot nog geen plantengroei van het veld, want Jehovah God had het niet laten regenen op de aarde en er was geen mens om de aardbodem te bebouwen.
De Bijbelschrijveneenmt de draad op in hoofdstuk 2 , neemt dus de draad op bij een markant punt van de schepping, zoals de plantengroei en de vorming van de mens, verwarrend, dat ontken ik niet toch is het goed om te beschouwen dat het steeds een gewoonte is door de Bijbel heen om belangrijke dingen te herhalen
.Antoon schreef:
Genesis 7
11 In het zeshonderdste jaar van Noachs leven, in de tweede maand, op de zeventiende dag van de maand, op deze dag werden alle bronnen van de grote waterdiepte opengebroken en werden de sluizen van de hemel geopend.
Wat waren dat voor sluizen? Wil je die tekst echt letterlijk opvatten? Hoe zagen die sluizen eruit?
In dit geval niet letterlijk maar symbolisch het ontsluiten van de wateren onder de aarde.
Antoon schreef:
Door deze passages zouden we de conclusie kunnen trekken dat er in het beginne een ander klimaat op aarde was.
De plantengroei werd niet beregend, maar beneveld vanuit de aarde
Er was water onder de aarde en boven de aarde, door het water boven de aarde zou er constant een diffuus licht kunnen schijnen op de dag dan natuurlijk
Bij de vloed werd deze status quo opgeheven want de wateren boven de aarde kwamen naar beneden.
Allemaal natuurlijk door vanuit het schrift te extrapoleren, maar het hoeft niet in tegenspraak te zijn met de hedendaagse bevindingen.
Je hebt mijn laatste opmerking genegeerd: In het noorden is het te donker voor tropische flora en fauna. Als het licht rond de evenaar al 'diffuus' was, hoe moeten er dan op de polen planten hebben kunnen groeien? Daar staat nooit de zon recht boven.
Ik moet nu een hypothese voorleggen, die niet bewezen is en kan worden, toch houden veel geleerden er rekening mee, dat de aardas rechter stond voor de vloed, in dat geval krijgen ook de polen meer zon als dat zij dat nu hebben. Nu varieert de hoek bij ongeveer 23.5°. Graad.
Maar het verklaart dan wel dat hele kudden in de poolgebieden, met plantaardig voedsel nog in de maag ingevroren zijn, zeer snel super snel gefossiliseerd en ondebedolven door lagen ijs en sneeuw.
Dieren die normaliter niet in poolgebieden thuishoren, dat is toch wel frappant
Heb je ook nog inhoudelijk antwoord op mijn andere posting? Zijn alle huidige dieren EN alle uitgestorven dieren op een dag geschapen? Heeft Adam ze allemaal bij name genoemd op een dag? Hoe pasten ze allemaal op deze wereld?
Van alle gevonden uitgestorven dieren heb ik maar een fractie gepost.
Over 1 dag wil ik nog wel terugkomen.
Een groot aantal dieren komt doodgewoon niet in aanmerking voor fossilisatie, je vindt nu ook bijna of wel zeer weinig, konijnen eekhorens vossen dassen beren enz.zij kunnen de hogergelegen plaatsen bereiken ook verzuipen maar niet meer bedolven worden door modder en sedimenten, zij drijven rond op het water ten prooi aan de invloed van zuurstof en vergaan
Dit geheel in tegenspraak met gen. 1, waar de planten allang groeiden VOOR Adam was geschapen, maar dit terzijde.
In bovenstaande tekst staat duidelijk dat er nog niets groeide OMDAT het nog niet had geregend.
De voorwaarde voor plantengroei is volgens deze tekst regen.
11 Verder zei God: „De aarde late gras uitspruiten, zaaddragende plantengroei, vruchtbomen die vrucht opleveren naar hun soort, waarvan het zaad erin is, op de aarde.” En het werd zo. 12 En de aarde ging gras voortbrengen, plantengroei die zaad droeg naar zijn soort en bomen die vrucht opleverden, waarvan het zaad erin is naar haar soort. Toen zag God dat [het] goed [was]. 13 En het werd avond en het werd morgen: een derde dag.
hoofdstuk 2
1 Zo kwamen de hemel en de aarde en hun gehele leger tot voltooiing. 2 En tegen de zevende dag kwam God tot de voltooiing van zijn werk dat hij gemaakt had, en hij ging ertoe over op de zevende dag te rusten van al zijn werk dat hij gemaakt had. 3 Voorts zegende God de zevende dag en hij heiligde die, omdat hij daarop is blijven rusten van al zijn werk, dat God geschapen heeft om [het] te maken. 4 Dit is [de] geschiedenis van de hemel en de aarde ten tijde dat ze werden geschapen, op de dag waarop Jehovah God aarde en hemel maakte. 5 Nu was er nog geen enkele struik van het veld op de aarde te vinden en er ontsproot nog geen plantengroei van het veld, want Jehovah God had het niet laten regenen op de aarde en er was geen mens om de aardbodem te bebouwen.
De Bijbelschrijver neemt de draad op in hoofdstuk 2 , neemt dus de draad op bij een markant punt van de schepping, zoals de plantengroei en de vorming van de mens, verwarrend , dat ontken ik niet, toch is het goed om te beschouwen dat het steeds een gewoonte is door de bijbel heen om belangrijke dingen te herhalen