Jantjes schreef:Dus dat belonen gaat er over dat wij God moeten zoeken, en wij kunnen hem alleen in de wet vinden, want het einde der wet is Christus, tot rechtvaardigheid een iegelijk, die gelooft (Ro 10:4).
Ga 3:24-25 Zo dan, de wet is onze tuchtmeester geweest tot Christus, opdat wij uit het geloof zouden gerechtvaardigd worden. Maar als het geloof gekomen is, zo zijn wij niet meer onder den tuchtmeester.
Waar ik op wijzen wil uit Ga 3:24-25 is ‘Maar als het geloof gekomen is’. Hierin zie je duidelijk de genade dimensie van het zaligmakende geloof, het is gekomen! of verkregen!
Besef je wel dat Paulus in deze teksten spreekt tot ongelovige Joden, om hiermee aan te tonen, dat hun ijver voor de wet verkeerd gericht is, nl. op eigengerechtigheid? (zie bijv. ook de kanttekeningen bij Gal. 3:24-25: met de uitdrukking dat het geloof gekomen is, duidt Paulus op de komst van Christus).
En dat het dus gaat om het geloof in Christus, Die de wet plaatsvervangend volmaakt heeft volbracht?
Wat uiteraard niet wegneemt, dat een waarachtig christen Christus na wil volgen: de navolging van Hem en zo de beoefening van het geloof.
Poesje schreef:Die kregen een teken van God. Voorbeelden daarvan in de Bijbel zijn: Paulus, Stefanus, en Abraham. Maar ook als ik de geschiedenis van de verloren zoon lees, word me dat duidelijk. God laat je weten, dat Hij je heeft aangenomen als Zijn kind. Of je dan van alle twijfels af bent? In de Bijbel lees je niet dat de bekeerde mens nog twijfels heeft. Dus, ik zou kunnen zeggen: Je bent dan van alle twijfels af. Maar ik zeg dat niet zomaar. En toch geloof ik, dat God je dé zekerheid geeft..!
Hij geeft inderdaad zekerheid, maar welke tekenen geeft Hij daarbij? Ik citeer hierbij de Dordtse Leerregels:
1-12. Van deze hun eeuwige en onveranderlijke verkiezing ter zaligheid worden de uitverkorenen te zijner tijd, hoewel bij onderscheiden trappen en met ongelijke mate, verzekerd; niet, als zij de verborgenheden en diepten Gods curieuslijk doorzoeken, maar als zij de onfeilbare vruchten der verkiezing, in het Woord Gods aangewezen (als daar zijn: het waar geloof in Christus, kinderlijke vreze Gods, droefheid die naar God is over de zonde, honger en dorst naar de gerechtigheid, enz.), in zichzelven met een geestelijke blijdschap en heilige vermaking waarnemen (2 Kor. 13:5).
5-10. En dienvolgens spruit deze verzekerdheid niet uit enige bijzondere openbaring, zonder of buiten het Woord geschied, maar uit het geloof aan de beloften Gods, die Hij in Zijn Woord zeer overvloedig tot onzen troost geopenbaard heeft; uit het getuigenis des Heiligen Geestes, Die met onzen geest getuigt dat wij kinderen en erfgenamen Gods zijn (Rom. 8:16, 17); eindelijk, uit de ernstige en heilige oefening van een goede consciëntie en van goede werken. En zo de uitverkorenen Gods dezen vasten troost in deze wereld niet hadden, dat zij de overwinning behouden zullen, mitsgaders dit onbedrieglijk pand der eeuwige heerlijkheid, zo zouden zij de ellendigste van alle mensen zijn.
De zekerheid ontvangen we dus niet door een bijzondere openbaring buiten het Woord van God om, maar uit het geloof aan de beloften van God, Die in het Woord gegeven zijn en Die in Jezus Christus ja en amen zijn. Daarom is het de vraag voor ons: geloof ik in Hem, of geloof ik niet in Hem; Wie is Hij voor mij: mijn Rechter of ook Mijn Redder? Ben ik zozeer overtuigd van mijn doemwaardigheid, dat ik niet meer zonder Hem kan? Gaat het mij daarbij om Gods eer? En geloof ik het, wanneer mij aangewezen wordt, dat Hij de Weg, de Waarheid en het Leven is, ook voor mij? Hoe meer we daar de rust in vinden en daar amen op leren zeggen, hoe meer we worden verzekerd van onze verkiezing. Dan is er ook het verlangen om te leven tot Gods eer, dat kan niet anders.
Rien67 schreef:Het kan niet andersom zijn: omdat je goede daden doet geloof je. Dat is geen geloof.
Inderdaad, dat zou Rooms zijn.
Luther zei het zo: Wij worden niet rechtvaardig door het rechtvaardige te doen, maar rechtvaardig geworden zijnde, doen wij hetgeen rechtvaardig is.
Andre schreef:En ik geloof dat als jij je hand ophoud je het geloof kunt krijgen, je kunt er m.i. zelf niets aan toevoegen, simpel je gelooft dat Jezus de Zoon van God is en dat Hij voor onze zonden heeft geleden.
Luther zei het zelfs zo: het geloof is een lege hand.
En de psalmist zegt: "doe uw mond wijd open, en Ik zal hem vervullen." (Ps. 81:11b).
Laat de woorden van mijn mond en de overdenking van mijn hart welgevallig zijn voor Uw aangezicht, HEERE, mijn rots en mijn Verlosser! (Ps. 19:15)