Anoniem_89 schreef:Maar dat kan een kind toch niet zeggen..
Inderdaad, maar God zegt dat in de doop en dat is veel belangrijker.
Sinds wanneer zijn natuurlijke vermogens (kunnen praten) een vereiste om gedoopt te kunnen worden?
Maar, om de zgn. geloofsdopers tegemoet te komen: ik geloof net zo goed dat doop en belijdenis bij elkaar horen. Want alleen het doopwater en het uitspreken van de Naam van God over de dopeling is niet voldoende om gered te worden. Het moet ook bij het opgroeien komen tot een persoonlijk beleden geloof. Daarom horen gedoopt zijn (ook als baby) en belijdenis van het geloof afleggen bij elkaar. Niet noodzakelijkerwijs in de tijd (een baby kan niet praten, maar we vragen dan ook niet van een baby dat hij/zij op het moment van de doop iets zegt, dat is onzinnig), maar wel in het leven van de dopeling. Daarom is er sprake van geloofsonderwijs: de spoorrails waar de kinderen van de gemeente op gezet worden om te komen tot het persoonlijk belijden van waar de doop over spreekt. Daarom is het ook goed als bij het doen van openbare belijdenis er teruggegrepen wordt op de doop. Belijdenis doen is dan ook het amen zeggen op de doop: wat in de doop gezegd (uitgebeeld) wordt, geldt ook voor mij.
Anoniem_89 schreef:Zie jij dat dan voor je dat een baby of kind zegt; ik wil graag mijn zonden laten afwassen en begraven worden en opstaan in en nieuw leven.
Als ik een analogie mag gebruiken: wacht je als ouder ook tot een baby tegen je zegt: "ik voel me ziek, ik wil naar de dokter"? Nee natuurlijk niet. Je voelt dat het kind koorts heeft en medische hulp nodig heeft en daarom breng je het bij de dokter. Welnu, als christelijke ouders weten we dat ons kind een nieuw hart, een nieuw leven nodig heeft. Daarom brengen we het kind tot Christus in de zekerheid dat Hij ook de Heer van dit kind is en dat dit kind Hem ook nodig heeft, want zonder Hem komt dit kind voor eeuwig om. Dat is de werkelijkheid waarin dit kind geboren is en daarom kunnen we ook niet doen alsof een kind een soort van neutraal terrein is, waarvan je rustig kunt afwachten of er iets positiefs uit voortkomt. Nee, je weet dat het aan dood en hel onderworpen is, maar je weet ook dat God dit kind in Zijn huisgezin geboren doet worden en ook zijn/haar Vader wil zijn en daarom zegt: dit kind is van Mij.
Laat de woorden van mijn mond en de overdenking van mijn hart welgevallig zijn voor Uw aangezicht, HEERE, mijn rots en mijn Verlosser! (Ps. 19:15)